Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Den Haag voor hogerberoepszaken belastingen van het gerechtshof Amsterdam

[Regeling vervallen per 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 24-04-2025.
Geldend van 16-06-2021 t/m 31-12-2022

Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 8 juni 2021, nummer 3324102, houdende de tijdelijke aanwijzing van de (overige) zittingsplaatsen van een gerechtshof als (overige) zittingsplaatsen van een ander gerechtshof als bedoeld in artikel 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie, ten behoeve van hogerberoepszaken belastingen (Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Den Haag voor hogerberoepszaken belastingen van het gerechtshof Amsterdam)

De Minister voor Rechtsbescherming

Gelet op artikel 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie;

Gehoord de Raad voor de rechtspraak;

BESLUIT

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Voor de behandeling in hoger beroep van belastingzaken, die aanhangig zijn gemaakt bij het gerechtshof Amsterdam, wordt het gerechtshof Den Haag aangewezen als gerechtshof waarvan de zittingsplaatsen onderscheidenlijk overige zittingsplaatsen tijdelijk mede worden aangemerkt als zittingsplaatsen onderscheidenlijk overige zittingsplaatsen van het gerechtshof Amsterdam, als bedoeld in artikel 62a, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juni 2021. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Den Haag voor hogerberoepszaken belastingen van het gerechtshof Amsterdam.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

’s-Gravenhage, 8 juni 2021

De Minister voor Rechtsbescherming,

S. Dekker