Tijdelijk besluit van 4 juni 2021, houdende regels met betrekking tot een voorziening
op het gebied van rechtshandhaving en justitiële samenwerking in strafzaken met het
oog op een goed verloop van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië
en Noord-Ierland uit de Europese Unie
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid en Onze Minister voor
Rechtsbescherming van 11 maart 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3249507;
Gelet op artikel X, eerste lid, van de Verzamelwet Brexit;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 april 2021, nr. W16.21.0083/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid en Onze Minister
voor Rechtsbescherming van 1 juni 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3334162;
Hebben goedgevonden en verstaan: