Subsidieregeling verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen

[Regeling vervalt per 01-06-2026.]
Geraadpleegd op 06-10-2024.
Geldend van 01-07-2022 t/m 14-11-2023

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 31 mei 2021, nr. 2021-0000136391, houdende vaststelling van regels voor het verstrekken van subsidie aan gebouweigenaren in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen ten behoeve van verduurzaming, onderhoud en verbetering van het gebouw (Subsidieregeling verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • adres: adres als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • batch 1.588: door de Nationaal Coördinator Groningen benoemde batch van 1.588 gebouwen waarvoor versterkingsadviezen zijn opgesteld, als bedoeld in de Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 17 juni 2019, nr. WJZ/19138916, houdende een specifieke uitkering voor de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Midden-Groningen en Groningen in verband met de versterking van de gebouwen in batch 1.588;

  • beoordeling: bouwkundige berekening of een gebouw voldoet aan de veiligheidsnorm, genoemd in artikel 52d, tweede lid, onderdeel a, van de Mijnbouwwet;

  • clustering door gemeenten in het versterkingsprogramma aangewezen gebouwen waarvoor maatwerk wordt toegepast om te voorkomen dat door het hanteren van beoordelingen op basis van nieuwste inzichten moeilijk uitlegbare verschillen binnen straten, dorpen of wijken ontstaan;

  • eigenaar: eigenaar, erfpachter, opstalhouder of beklemde meier van een gebouw;

  • gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • Kaderbesluit: Kaderbesluit BZK-subsidies;

  • lokaal energieproject: project gericht op energiebesparing of opwekking van duurzame energie ten behoeve van het eigen gebouw, dat wordt uitgevoerd in de omgeving van het gebouw;

  • maatwerkadviesrapport: maatwerkadviesrapport als bedoeld in de door de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland bindend verklaarde Nationale Beoordelingsrichtlijn 9500, deel 02, zoals vastgesteld op 31 augustus 2011, inclusief latere wijzigingen, opgesteld door een persoon die voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid van ‘EPA’-adviseur conform bijlage 2 van deze beoordelingsrichtlijn;

  • meldcode: code, beschikbaar gesteld door de minister per type en merk installatie voor de productie van duurzame energie;

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • typologie: bij regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat vastgestelde verzameling gebouwen met dusdanig vergelijkbare constructieve kenmerken dat hun gedrag bij en weerstand tegen aardbevingen zich op een vergelijkbare wijze laat beschrijven;

  • verduurzamingsmaatregel: maatregel als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, een maatwerkadviesrapport of deelname aan een lokaal energieproject;

  • versterkingsprogramma: bouwkundig versterkingsprogramma als gevolg van de gaswinning in het Groningenveld.

Artikel 2. Subsidieverstrekking

  • 1 De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor de kosten van een verduurzamingsmaatregel aan de eigenaar van een gebouw, voor zover dat gebouw:

    • a. op of voor 6 november 2020 deel uitmaakt van het versterkingsprogramma;

    • b. volgens een beoordeling die heeft plaatsgevonden met de NPR:9998:2018 tijdvak 2 of een eerdere versie van de NPR:9998 niet aan de veiligheidsnorm voldoet;

    • c. voor zover het een gebouw in eigendom is van een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet, niet valt onder batch 1588; en

    • d. niet valt onder een clustering.

  • 2 De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor de kosten van een verduurzamingsmaatregel, voor onderhoud of voor verbetering aan de eigenaar van een gebouw, voor zover dat gebouw:

    • a. op of voor 6 november 2020 deel uitmaakte van het versterkingsprogramma;

    • b. volgens een beoordeling die heeft plaatsgevonden met NPR:9998:2018 tijdvak 2 of een eerdere versie van de NPR:9998 aan de veiligheidsnorm voldoet, of een beoordeling krijgt die plaatsvindt met de NPR:9998:2018 tijdvak 5 of een actuelere versie van de NPR dan wel volgens een typologie, en

    • c. niet valt onder een clustering.

  • 3 De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor de kosten van een verduurzamingsmaatregel, voor onderhoud of voor verbetering aan de eigenaar van een gebouw, voor zover dat gebouw:

    • a. bestemd of mede bestemd is voor bewoning;

    • b. gelegen is in het postcodegebied 9679, 9681 of 9682 of een door het Instituut Mijnbouwschade op 6 november 2020 aangewezen postcodegebied in het aardbevingsgebied Groningen waarbinnen het Instituut schade door waardedaling vergoedt;

    • c. op of voor 6 november 2020 geen deel uitmaakt van het versterkingsprogramma;

    • d. is gebouwd en opgeleverd vóór 1 januari 2016, en

    • e. niet in eigendom is van een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet.

  • 4 De subsidie, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, wordt verstrekt per adres zoals dat bestond op 6 november 2020.

  • 5 Per adres kan meerdere keren subsidie op grond van deze regeling worden verstrekt, met dien verstande dat het totale bedrag aan subsidie niet meer bedraagt dan het toepasselijke bedrag, genoemd in artikel 8, eerste, tweede of derde lid.

  • 6 Op grond van deze regeling kan ook subsidie worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in het eerste tot en met derde lid die ook uit anderen hoofde zijn of worden gesubsidieerd of gefinancierd.

  • 7 Aanvragen om subsidie op grond van het eerste en tweede lid kunnen worden ingediend vanaf 1 juni 2021 tot en met 31 mei 2026.

  • 8 Aanvragen om subsidie op grond van het derde lid kunnen worden ingediend vanaf 1 juli 2021 tot en met 5 juli 2021 en vervolgens op 10 januari 2022.

  • 9 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met een formulier dat beschikbaar is gesteld op de website van Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

Artikel 2a

  • 1 In afwijking van artikel 2 verstrekt de minister op aanvraag subsidie voor de kosten van een verduurzamingsmaatregel, voor onderhoud of voor verbetering aan de eigenaar van een gebouw gelegen in de postcodegebieden in de gemeenten, genoemd in het tweede lid, voor zover dat gebouw:

    • a. bestemd of mede bestemd is voor bewoning;

    • b. op of voor 6 november 2020 geen deel uitmaakt van het versterkingsprogramma;

    • c. is gebouwd en opgeleverd vóór 1 januari 2016, en

    • d. niet in eigendom is van een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet.

  • 2 De eigenaar of eigenaren van een gebouw binnen de gemeente:

    • a. Aa en Hunze met postcode 9656 kunnen een aanvraag doen van 6 juli 2022 tot en met 31 december 2025;

    • b. Eemsdelta met postcodes 9901 tot en met 9909, 9911 tot en met 9915, 9917 tot en met 9919 en 9921 kunnen een aanvraag doen van 13 juli 2022 tot en met 31 december 2025;

    • c. Eemsdelta met postcodes 9922 tot en met 9924, 9931 tot en met 9934, 9936, 9937, 9945 tot en met 9949, 9987 en 9991 tot en met 9994 kunnen een aanvraag doen van 20 juli 2022 tot en met 31 december 2025;

    • d. Groningen met postcodes 9613, 9614, 9622, 9723 en 9731 tot en met 9735 kunnen een aanvraag doen van 27 juli 2022 tot en met 31 december 2025;

    • e. Groningen met postcodes 9736 tot en met 9738, 9746, 9747 en 9791 tot en met 9798 kunnen een aanvraag doen van 3 augustus 2022 tot en met 31 december 2025;

    • f. Het Hogeland met postcodes 9771, 9773, 9774, 9781, 9784, 9785, 9925, 9951, 9953 tot en met 9957, 9959, 9961 tot en met 9969, 9973, 9975, 9977 tot en met 9979, 9981 tot en met 9986, 9988, 9989 en 9995 tot en met 9999 kunnen een aanvraag doen van 10 augustus 2022 tot en met 31 december 2025;

    • g. Midden-Groningen met postcodes 9601 tot en met 9603, en 9605 tot en met 9609 kunnen een aanvraag doen vanaf: 17 augustus 2022 tot en met 31 december 2025;

    • h. Midden-Groningen met postcodes 9611, 9615 tot en met 9619, 9621, 9623 tot en met 9629, 9632, 9633, 9635, 9636, 9649 en 9939 kunnen een aanvraag doen van 24 augustus 2022 tot en met 31 december 2025;

    • i. Oldambt met postcodes 9679, 9681, 9682, 9942 tot en met 9944 kunnen een aanvraag doen va: 31 augustus 2022 tot en met 31 december 2025;

    • j. Westerkwartier met postcodes 9833, 9884, 9886, 9891 tot en met 9893 kunnen een aanvraag doen van 7 september 2022 tot en met 31 december 2025.

  • 3 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt per adres zoals dat bestond op 6 november 2020.

  • 4 Per adres kan meerdere keren subsidie op grond van deze regeling worden verstrekt, met dien verstande dat het totale bedrag aan subsidie niet meer bedraagt dan het toepasselijke bedrag, genoemd in artikel 8, derde lid.

  • 5 Op grond van deze regeling kan ook subsidie worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid die ook uit anderen hoofde zijn of worden gesubsidieerd of gefinancierd.

  • 6 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met een daartoe voorgeschreven formulier dat beschikbaar is gesteld door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

Artikel 3. De aanvraag

In plaats van de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 11, derde lid, van het Kaderbesluit, bevat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste, tweede of derde lid, of artikel 2a ten minste:

  • a. het adres van het gebouw ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd;

  • b. het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden overgemaakt;

  • c. een door de aanvrager:

    • 1°. opgestelde begroting van voorgenomen maatregelen, die dient te bestaan uit realistische prijsopgaven voor de betreffende maatregelen, gelet op marktprijzen en hetgeen anderszins volgens verkeersopvattingen redelijk is; of

    • 2°. ondertekende offerte of een opdrachtbevestiging van de aannemer of leverancier met daarop vermeld de datum van aanvang van de werkzaamheden of, indien van toepassing, de datum van levering van de installatie voorzien van het merk en type, of – indien beschikbaar – de meldcode, van ten hoogste twee maanden oud, respectievelijk een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs;

  • d. indien van toepassing, een door de aanvrager aanvaardde offerte of opdrachtbevestiging van een gecertificeerd adviseur met daarop vermeld de datum van oplevering van een maatwerkadviesrapport, respectievelijk een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs;

  • e. als subsidie wordt aangevraagd voor reeds getroffen activiteiten, een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs voor die activiteiten;

  • f. indien van toepassing, een afschrift van de besluiten tot verstrekking van andere subsidies op grond van deze regeling dan wel van de aanvragen tot verstrekking van deze andere subsidies.

Artikel 4. Subsidiabele kosten bij verduurzaming

De subsidiabele kosten voor een verduurzamingsmaatregel zijn de kosten voor de volgende verduurzamingsmaatregelen in of aan het gebouw en voor zover relevant, met inbegrip van bijgebouwen op het erf van de aanvrager:

  • a. een maatwerkadviesrapport;

  • b. deelname aan een lokaal energieproject;

  • c. het aanschaffen van materiaal en de kosten van de installatie voor zover de installatie wordt uitgevoerd door een onderneming, voor het aanbrengen of installeren van de navolgende energiebesparingsmaatregelen:

    • 1°. dakisolatie in de thermische schil of isolatie van de zolder- of vlieringvloer, indien de zolder of vliering onverwarmd is, met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

    • 2°. vloer- of bodemisolatie in de thermische schil met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

    • 3°. gevelisolatie van de binnen- en buitengevel met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

    • 4°. spouwmuurisolatie in de thermische schil met een minimale Rd-waarde van 1,1 [m2K/W], of isolatie voor een monument;

    • 5°. HR++ glas met een maximale U-waarde van 1,2 [W/m2K], of triple-glas met een maximale U-waarde van 0,8 [W/m2K] in de thermische schil, of isolerend glas voor een monument;

    • 6°. kozijn vereist voor HR++ of triple-glas met een maximale U-waarde van 1,5 [W/m2K], of kozijn vereist voor het isoleren van glas voor een monument;

    • 7°. technieken voor warmteterugwinning (wtw), bestaande uit een systeem voor balansventilatie met wtw met een rendement van ten minste 90%, een verticaal systeem om douchewater voor te verwarmen met afvalwater (douchepijp wtw) met een rendement van ten minste 45%, of een systeem om douchewater voor te verwarmen met afvalwater (douchegoot wtw of douchebak wtw) met een rendement van ten minste 45%;

    • 8°. isolerende deur in de gevel met een maximale U-waarde van 2,0 [W/m2K];

    • 9°. isolerende gevelpanelen met een maximale U-waarde van 0,7 [W/m2K];

    • 10°. ruimteverwarmingstoestel of waterverwarmingstoestel met warmtepomp als bedoeld in artikel 4.5.1. juncto artikel 4.5.4. van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

    • 11°. zonneboiler als bedoeld in artikel 4.5.5. van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;

    • 12°. zonnepanelen;

    • 13°. infraroodpanelen;

    • 14°. warmte-koudeopslag;

    • 15°. lage temperatuurverwarming voor woonkamer en keuken;

    • 16°. energiezuinige verwarmingspomp;

    • 17°. technieken voor de opwekking van windenergie.

Artikel 5. Subsidiabele kosten voor onderhoud

De subsidiabele kosten voor onderhoud zijn de kosten voor onderhoud in of aan het gebouw en voor zover relevant, met inbegrip van bijgebouwen op het erf van de aanvrager.

Artikel 6. Subsidiabele kosten voor verbetering

De subsidiabele kosten voor verbetering van het gebouw zijn de kosten voor verbeteringen in of aan een gebouw en voor zover relevant, met inbegrip van bijgebouwen op het erf van de aanvrager, die niet tot de inboedel behoren.

Artikel 7. Subsidiabele kosten vóór indiening van de aanvraag

In afwijking van artikel 6, vijfde lid, onderdeel a, van het Kaderbesluit, komen de kosten, bedoeld in artikel 2, eerste tot en met het derde lid en artikel 2a, tevens voor subsidie in aanmerking indien deze zijn betaald vóór de indiening van de aanvraag doch na 6 november 2020.

Artikel 8. Hoogte van de subsidie

  • 1 De subsidie op grond van artikel 2, eerste lid, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 7.000,–.

  • 2 De subsidie op grond van artikel 2, tweede lid, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 17.000,–.

Artikel 9. Vaststelling van de subsidie

Artikel 10. Afwijzingsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van het Kaderbesluit, wijst de minister een aanvraag gedeeltelijk af, indien de toe te kennen subsidie samen met andere subsidies die de aanvrager heeft ontvangen of nog zal ontvangen het maximum van 100% van de subsidiabele kosten van de betreffende activiteit overstijgt.

Artikel 11. Subsidieplafonds

  • 2 Het subsidieplafond voor aanvragen op grond van artikel 2, derde lid, is:

    • a. in 2021: € 79.200.000;

    • b. op 10 januari 2022: € 238.000.000.

  • 3 Het subsidieplafond voor aanvragen op grond van artikel 2a, is van 6 juli 2022 tot en met 31 december 2025: € 232.800.000.

  • 4 De minister verdeelt de subsidieplafonds, genoemd in het eerste en het tweede lid, op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 5 Indien het subsidieplafond, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, niet geheel is besteed voor 1 januari 2022, wordt het subsidieplafond, genoemd in het tweede lid, onderdeel b, verhoogd met het resterende bedrag.

  • 6 In afwijking van artikel 9, tweede lid, van het Kaderbesluit, stelt de minister de onderlinge rangschikking van aanvragen vast op volgorde van binnenkomst, indien op de dag dat het subsidieplafond, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt bereikt meer dan één aanvraag is ontvangen.

Artikel 12. Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 Een activiteit waarvoor op grond van deze regeling een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, wordt binnen achtenveertig maanden na het geven van de beschikking tot subsidieverlening uitgevoerd.

  • 2 De minister kan op verzoek van de aanvrager de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste één jaar verlengen, indien sprake is van onvoorziene omstandigheden op grond waarvan het aannemelijk is dat niet aan de in het eerste lid genoemde termijn kan worden voldaan.

  • 3 De minister kan op verzoek van de aanvrager de in het eerste lid genoemde termijn voor aanvragen op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, verlengen tot een jaar nadat de versterkingsmaatregelen aan het gebouw zijn uitgevoerd, indien dat later is dan de in het eerste lid genoemde termijn.

  • 4 De subsidieontvanger houdt alle facturen en betalingsbewijzen met betrekking tot de activiteiten waarvoor de subsidie is vastgesteld gedurende drie jaar na vaststelling van de subsidie beschikbaar. De minister kan gedurende deze drie jaar op elk moment verzoeken om deze gegevens.

Artikel 13. Vervallen eerdere subsidieregeling

Artikel 14. Horizonbepaling

Deze regeling vervalt met ingang van 1 juni 2026, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op aanvragen om subsidies die voor deze datum zijn ingediend.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2021.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verduurzaming, onderhoud en verbetering gebouwen aardbevingsgebied Groningen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.H. Ollongren