Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO zonder overheidsvergoeding

[Regeling vervallen per 01-12-2023.]
Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 06-05-2021 t/m 30-09-2022

Tijdelijke regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 april 2021, 2020-0000172263, houdende een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang voor personen die daarvoor geen vergoeding vanuit de overheid ontvangen in verband met de sluitingen van de kinderopvang vanwege COVID-19 (Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO zonder overheidsvergoeding)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 9 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Doel van de regeling

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

Het doel van deze regeling is het tegemoetkomen van personen die tijdens de sluitingsperioden van de kinderopvang in verband met COVID-19 de facturen hebben doorbetaald en hierdoor hebben bijgedragen aan het stabiliseren van het stelsel van kinderopvang gedurende en na de sluitingsperioden, maar daarvoor nog geen tegemoetkoming hebben ontvangen omdat zij de kosten voor kinderopvang zelf dragen.

Artikel 3. Tegemoetkoming kosten kinderopvang

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

  • 1 De minister verstrekt aan de persoon die de kosten voor kinderopvang over de eerste of de tweede sluitingsperiode heeft betaald een tegemoetkoming in die kosten indien:

    • a. de betreffende kinderopvang in verband met COVID-19 gedurende de sluitingsperioden van overheidswege gesloten was;

    • b. het betreffende kindercentrum, gastouderbureau of gastouderopvang is ingeschreven in het landelijk register kinderopvang, bedoeld in artikel 1.47b van de Wet kinderopvang en is gevestigd in Nederland; en

    • c. voor de kinderopvang over de sluitingsperioden een factuur op naam van de aanvrager is ontvangen en deze door de aanvrager is betaald.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing, indien de aanvrager, bedoeld in het eerste lid, of diens partner die tevens ouder is, over de betreffende sluitingsperiode reeds een tegemoetkoming heeft ontvangen op grond van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO.

  • 3 Er wordt geen tegemoetkoming verstrekt over de uren:

    • a. die zien op noodopvang geboden aan kinderen met ouders werkzaam in een cruciaal beroep of aan kinderen voor wie vanwege bijzondere problematiek of een moeilijke thuissituatie maatwerk nodig is; of

    • b. waarin gebruik is gemaakt van een kindvoorziening gesubsidieerd via een gemeentelijke regeling in het kader van voorschoolse educatie als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang, peuteraanbod of vanwege een sociaal-medische indicatie.

Artikel 4. Hoogte van de tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

  • 1 De hoogte van de tegemoetkoming per kind en per opvangsoort wordt bepaald overeenkomstig de volgende rekensom:

    maximum uurprijsopvangsoort * aantal urenopvangsoort

    Hierbij staat maximum uurprijsopvangsoort voor de maximum uurprijs per soort kinderopvang, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag waarbij de maximum uurprijs voor de maanden maart 2020 tot en met juni 2020 en december 2020 wordt bepaald op basis van het Besluit kinderopvangtoeslag zoals dat luidde op 31 december 2020 en voor de maanden januari tot en met april 2021 op basis van het Besluit kinderopvangtoeslag zoals dat luidde op 1 januari 2021; en

    Om het aantal urenopvangsoort te berekenen wordt per maand de hoeveelheid gefactureerde uren vermenigvuldigd met de factor waarmee de betreffende maand meetelt, met een maximum van 230 uur per maand voor alle soorten van kinderopvang, bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag. Het totaalaantal urenopvangsoort betreft de som van alle maanden.

  • 2 De factor waarmee de betreffende maand meetelt, bedoeld in het eerste lid, betreft:

    • a. 16/31e voor de gefactureerde uren in de maanden maart 2020 en december 2020;

    • b. 30/30e voor de gefactureerde uren in de maand april 2020;

    • c. 10/31e voor de gefactureerde uren in de maand mei 2020 wat betreft dagopvang en gastouderopvang;

    • d. 31/31e voor de gefactureerde uren in de maand mei 2020 wat betreft de buitenschoolse opvang;

    • e. 7/30e voor de gefactureerde uren in de maand juni 2020 wat betreft de buitenschoolse opvang;

    • f. 31/31evoor de gefactureerde uren in de maand januari 2021;

    • g. 7/28e voor de gefactureerde uren in de maand februari 2021 wat betreft de dagopvang en gastouderopvang;

    • h. 28/28e voor de gefactureerde uren in de maand februari 2021 wat betreft de buitenschoolse opvang;

    • i. 31/31e voor de gefactureerde uren in de maand maart 2021 voor wat betreft de buitenschoolse opvang;

    • j. 18/30e voor de factureerde uren in de maand april 2021 voor wat betreft de buitenschoolse opvang.

  • 3 Indien tijdens de maanden van de sluitingsperioden het contract ten behoeve van de kinderopvang is gewijzigd, wordt het aantal urenopvangsoort, bedoeld in het eerste lid, per maand bepaald overeenkomstig de volgende rekensom:

    Bijlage 265405.png

    Hierbij staat:

    ‘Opvangperiode binnen de sluitingsperioden en binnen de maand’ voor het aantal contractuele opvangdagen in de sluitingsperioden; en

    ‘Opvangperiode binnen de maand’ voor het aantal dagen binnen de betreffende maand dat het kind naar de betreffende soort opvang zou gaan.

  • 4 De totale hoogte van de tegemoetkoming per aanvraag is de som van alle bedragen per opvangsoort en wordt naar boven afgerond op hele euro’s.

Artikel 5. Aanvraag van de tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

  • 1 Aanvragen tot tegemoetkoming kunnen worden ingediend vanaf 15 mei 2021 tot en met 15 juli 2021.

  • 2 De tegemoetkoming wordt aangevraagd door middel van een daartoe door de minister beschikbaar gesteld aanvraagformulier en Verklaring Kinderopvang.

  • 3 De aanvraag bestaat uit de volgende documenten:

    • a. een volledig ingevuld en door de aanvrager, bedoeld in artikel 3, eerste lid, ondertekend aanvraagformulier;

    • b. een volledig ingevuld en door het kindercentrum of het gastouderbureau ondertekende Verklaring Kinderopvang; en

    • c. de facturen van de kinderopvang over de sluitingsperioden.

  • 4 Aanvragen die buiten het aanvraagtijdvak, bedoeld in het eerste lid, zijn ingediend worden afgewezen.

  • 5 De aanvrager verstrekt de minister op verzoek of uit eigen beweging overige inlichtingen en bewijsstukken die nodig zijn voor de beslissing op de aanvraag.

Artikel 6. Vaststelling van de tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

De minister beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag op die aanvraag.

Artikel 7. Intrekking, herziening en terugvordering

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

  • 1 De minister herziet een besluit tot tegemoetkoming of trekt dat in, indien:

    • a. de aanvrager van een tegemoetkoming in de aanvraag onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, waardoor de tegemoetkoming ten onrechte is toegekend of voor een te hoog bedrag is toegekend; of

    • b. uit de gegevens verstrekt door de Belastingdienst/Toeslagen alsnog blijkt dat recht op een tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO bestaat.

  • 2 Als gevolg van een besluit als bedoeld in het eerste lid vordert de minister de tegemoetkoming geheel of gedeeltelijk terug van degene aan wie de tegemoetkoming is toegekend.

  • 3 Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan de minister besluiten geheel of gedeeltelijk van herziening, intrekking of terugvordering af te zien.

Artikel 8. Mandaat SVB

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

  • 1 De inister verleent aan de SVB mandaat om in het kader van de uitvoering van deze regeling:

    • a. besluiten te nemen;

    • b. te beslissen op bezwaarschriften; en

    • c. in rechte op te treden en tegen rechterlijke uitspraken hoger beroep of cassatie in te stellen, dan wel af te zien van hoger beroep of cassatie.

Artikel 9. Gegevensverwerking

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

  • 1 De minister is de verwerkingsverantwoordelijke, bedoeld in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming, voor de verwerking van persoonsgegevens op basis van deze regeling.

  • 2 De SVB is verwerker als bedoeld in artikel 28 van de Algemene verordening gegevensbescherming voor de verwerking van persoonsgegevens ter uitvoering van de aan haar gemandateerde taken.

  • 3 De persoonsgegevens die verwerkt worden ter uitvoering van deze regeling worden niet verder verwerkt voor andere doeleinden.

Artikel 10. Financiering en verantwoording financiering SVB

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

  • 1 Het Rijk voorziet in de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan deze regeling.

  • 2 De SVB beheert afzonderlijk de middelen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De minister stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, van de Regeling Wfsv voorschotten op de rijksbijdrage op basis van de door de SVB geraamde kosten van:

    • a. de tegemoetkomingen, met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van de maand; en

    • b. de uitvoering, met als valutadatum de vijftiende dag van de maand.

  • 4 De minister kan, na overleg met de SVB, van de in het derde lid bedoelde bedragen afwijken.

  • 6 Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, rekent de minister de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten met betrekking tot het betreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.

Artikel 11. Inwerkingtreding en vervaldatum

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 mei 2023, met dien verstande dat de regeling zoals die luidde op 30 april 2023 van toepassing blijft op de dan lopende afwikkeling van besluiten en ingestelde gerechtelijke procedures op grond van deze regeling.

Artikel 12. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-12-2023]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO zonder overheidsvergoeding.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 april 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. Koolmees

Naar boven