Regeling erkenning veterinaire laboratoria

Toekomstige wijziging(en) op 01-04-2026. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 08-12-2024.
Geldend van 01-04-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 april 2021 , nr. WJZ/ 20328658 , houdende een erkenningensystematiek van laboratoria op veterinair terrein (Regeling erkenning veterinaire laboratoria)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147), Verordening (EU) nr. 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (diergezondheidsverordening) (PbEU 2016, L 84), Verordening (EU) nr. 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (Verordening officiële controles) (PbEU 2017, L95), Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot vaststelling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrij status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PbEU 2020, L 174), Verordening (EU0 2020/686 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de erkenning van inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheids- en diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van levende producten van bepaalde gehouden landdieren (PbEI 2020, L 174), Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren en broedeieren (PbEU 2020, L 174) en de artikelen 7.1, 7.6, 7.8 van de Wet dieren, de artikelen 19, 22a en 22b van de Landbouwwet en artikel 4.10 van het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren;

Besluit:

Artikel

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    • niet-gereguleerde dierziekte: dierziekte die niet voor een soort of groep soorten is opgenomen in de tabel in de bijlage bij verordening (EU) nr. 2018/1882;

    • NRL: Nationaal Referentie Laboratorium;

    • OIE: World Organisation for Animal Health;

    • TSE-verordening: verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);

    • verordening (EG) nr. 2160/2003: verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PbEG L 325);

    • verordening (EU) nr. 200/2010: verordening (EU) nr. 200/2010 van de Commissie van 10 maart 2010 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een doelstelling van de Unie voor het verminderen van de prevalentie van serotypen Salmonella bij volwassen vermeerderingskoppels van Gallus gallus (PbEU L 61);

    • verordening (EU) nr. 517/2011: verordening (EU) nr. 517/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een doelstelling van de Unie voor het verminderen van de prevalentie van bepaalde serotypes van salmonella bij legkippen van Gallus gallus en tot wijziging van verordening (EG) nr. 2160/2003 en verordening (EU) nr. 200/2010 van de Commissie (PbEU L 138);

    • verordening (EU) nr. 200/2012: verordening (EU) nr. 200/2012 van de Commissie van 8 maart 2012 tot vaststelling van een doelstelling van de Unie voor het terugdringen van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij koppels slachtkuikens, als vastgesteld in verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 71);

    • verordening (EU) nr. 1190/2012: verordening (EU) nr. 1190/2012 van de Commissie van 12 december 2012 tot vaststelling van een doelstelling van de Unie voor het terugdringen van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij koppels kalkoenen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 340);

    • verordening (EU) nr. 576/2013: verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003;

    • verordening (EU) nr. 2015/1375: uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PbEU L 212);

    • verordening (EU) nr. 2016/429: verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’) (PbEU 2016, L 84);

    • verordening (EU) nr. 2017/625: verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (Pb EU L 95);

    • verordening (EU) nr. 2018/1882: uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PbEU 2018, L 308);

    • verordening (EU) nr. 2019/2035: gedelegeerde verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren (PbEU 2019, L 314);

    • verordening (EU) nr. 2020/686: gedelegeerde verordening (EU) 2020/686 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de erkenning van inrichtingen voor levende producten en de traceerbaarheids- en diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van levende producten van bepaalde gehouden landdieren (PbEU 2020, L 174);

    • verordening (EU) nr. 2020/688: gedelegeerde verordening (EU) 2020/688 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren en broedeieren (PbEU 2020, L 174);

    • verordening (EU) nr. 2020/689: gedelegeerde verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PbEU 2020, L 174);

    • ziekte van categorie E: ziekte als bedoeld in artikel 1, onderdeel 5, van verordening (EU) nr. 2018/1882, voor zover de ziekte voor een soort of groep soorten is opgenomen in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2. Aanwijzing NRL

De minister is bevoegd tot aanwijzing van nationale referentielaboratoria als bedoeld in artikel 100, eerste lid, eerste zin, van verordening (EU) nr. 2017/625, ten aanzien van onderwerpen die diergezondheid betreffen.

Artikel 3. Erkend laboratorium nationaal en intracommunautair

  • 1 De onderzoeken, bedoeld in bijlage 1, worden uitgevoerd met de in die bijlage opgenomen testmethodes voor het desbetreffende onderzoek, door een daartoe door de minister ingevolge artikel 37 van verordening (EU) nr. 2017/625 erkend laboratorium.

  • 2 De minister verleent een erkenning aan een laboratorium voor een of meer in bijlage 1 opgenomen testmethodes, indien is voldaan aan artikel 37 van verordening (EU) nr. 2017/625 en artikel 7, derde lid.

  • 3 In aanvulling op de artikelen 37, vierde lid, en 38 van verordening (EU) nr. 2017/625 voldoet een erkend laboratorium als bedoeld in het eerste lid, aan de artikelen 14 tot en met 16 en artikel 18.

Artikel 4. Erkend laboratorium derde landen voor onderzoeken specifieke dierziekten

  • 2 De minister verleent een erkenning aan een laboratorium voor een of meer in bijlage 2 opgenomen testmethodes, indien is voldaan aan paragraaf 2.

  • 3 Een erkend laboratorium als bedoeld in het eerste lid voldoet aan paragraaf 4.

Artikel 4a. Erkend laboratorium derde landen voor onderzoeken overige dierziekten

  • 1 Onderzoeken bij dieren of daarvan afkomstige dierlijke producten naar een niet-gereguleerde dierziekte voor die desbetreffende soort of groep soorten of een ziekte van categorie E voor die desbetreffende soort of groep soorten worden uitgevoerd door een daartoe door de minister ingevolge deze regeling erkend laboratorium wanneer het onderzoek onder toepassing van artikel 1.59, tweede lid, van het Besluit houders van dieren of artikel 1a.1, tweede lid, van het Besluit dierlijke producten plaatsvindt ten behoeve van uitvoer naar een land, niet zijnde een lidstaat of een andere staat die partij is bij het EER-Verdrag.

  • 2 Met een erkenning als bedoeld in het eerste lid wordt het volgende gelijkgesteld:

    • a. een aanwijzing van een referentielaboratorium van de Europese Unie als bedoeld in artikel 93, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2017/625; en

    • b. een aanwijzing van een nationaal referentielaboratorium als bedoeld in artikel 100, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2017/625 dat is gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie; en

    • c. een accreditatie conform EN-ISO/IEC 17025 van een in een lidstaat van de Europese Unie gevestigd laboratorium voor de uitvoering van het desbetreffende onderzoek, voor de bij de dierziekte behorende testmethode, diersoort en de matrix, voor zover het desbetreffende onderzoek conform die accreditatie is uitgevoerd.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste en tweede lid is een ziekte van categorie E een ziekte die in de tabel in de bijlage bij verordening (EU) nr. 2018/1882 uitsluitend als ziekte van categorie E is aangewezen.

  • 4 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op onderzoeken naar Q-koorts (Coxiella burnetii).

Artikel 5. Gelijkstelling

  • 1 Voor het verrichten van één of meer in bijlage 2 opgenomen testmethoden kan de minister op aanvraag een laboratorium, gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, gelijkstellen met een op grond van artikel 4 erkend laboratorium.

  • 2 Een besluit tot gelijkstelling als bedoeld in het eerste lid wordt genomen indien het laboratorium door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of staat is erkend voor het verrichten van de in bijlage 2 opgenomen testmethode, op basis van criteria waardoor een gelijkwaardig kwaliteits- en betrouwbaarheidsniveau wordt bereikt als op basis van de eisen in onderhavige regeling.

  • 3 Bij een aanvraag tot gelijkstelling als bedoeld in het eerste lid worden documenten overgelegd waaruit blijkt dat het laboratorium voldoet aan het bepaalde in het tweede lid.

Paragraaf 2. Voorwaarden voor erkenning laboratoria specifieke dierziekten

Artikel 6. Nederlands grondgebied

Het laboratorium is gelegen op Nederlands grondgebied.

Artikel 7. Accreditatie

  • 1 Het laboratorium is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd, conform NEN-EN-ISO/IEC 17025, voor de testmethode waarvoor de erkenning wordt aangevraagd.

  • 2 Indien het laboratorium een erkenning aanvraagt voor een testmethode als bedoeld in bijlage 2, uitgezonderd de testmethodes, genoemd in die bijlage, onder 3, 4, 6, 8 of 15, is mede uit een audit, uitgevoerd door het bevoegde NRL, gebleken dat de testmethode overeenkomstig de door het laboratorium in het kader van de accreditatie, bedoeld in het eerste lid, opgestelde documentatie en analysevoorschriften wordt uitgevoerd.

  • 3 Indien het laboratorium een erkenning aanvraagt voor een testmethode als bedoeld in bijlage 1, uitgezonderd de testmethodes, genoemd in die bijlage onder 4, 5, 7, 12, 14, 18, 19 of 20, is mede uit een audit, uitgevoerd door het bevoegde NRL, gebleken dat de testmethode overeenkomstig de door het laboratorium in het kader van de accreditatie, bedoeld in artikel 37, vierde lid, onderdeel e, van verordening (EU) nr. 2017/625, opgestelde documentatie en analysevoorschriften wordt uitgevoerd.

Artikel 8. Uitzondering accreditatie

Indien het laboratorium niet beschikt over de accreditatie, bedoeld in artikel 7, eerste lid, wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de aanvraag voor de accreditatie is ingediend bij de Raad voor Accreditatie, en

  • b. mede uit een audit, uitgevoerd door het bevoegde NRL, is gebleken dat de testmethode, bedoeld in bijlage 2, uitgezonderd de testmethodes, genoemd in de bijlage onder 3, 4, 6, 8 of 15, overeenkomstig de door het laboratorium in het kader van die accreditatie opgestelde documentatie en analysevoorschriften wordt uitgevoerd.

Artikel 9. Ringtest

Het laboratorium heeft deelgenomen aan een ringtest, georganiseerd door het bevoegde NRL, waaruit is gebleken dat het laboratorium de testmethode voldoende nauwkeurig uitvoert.

Artikel 10. Rabiës

Een laboratorium dat een erkenning voor de testmethode, bedoeld in bijlage 1, onder 10, aanvraagt, is met gunstig resultaat beoordeeld door laboratorium Laboratoire d’études sur la rage et la pathologie des animaux sauvages, te Nancy van de Agence française de sécurité sanitaire des aliments Nancy (AFSSA Nancy).

Paragraaf 3. Aanvraag voor erkenning

Artikel 11. Aanvraag

  • 1 De aanvraag voor een erkenning als bedoeld in artikel 3, 4 of 4a, eerste lid, wordt gedaan met een door de minister ter beschikking gesteld middel.

  • 2 Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende gegevens overgelegd:

    • a. bij een aanvraag als bedoeld in artikel 3: het bewijs van accreditatie, bedoeld in artikel 37, vierde lid, onderdeel e, van verordening nr. 2017/625;

    • b. bij een aanvraag als bedoeld in artikel 4:

      • het bewijs van accreditatie, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of een kopie van de aanvraag voor een accreditatie, bedoeld in artikel 8, onderdeel a, en

      • indien artikel 8 van toepassing is, de door het laboratorium in het kader van de accreditatie, opgestelde documentatie en analysevoorschriften;

    • c. bij een aanvraag voor een erkenning als bedoeld in artikel 4a, eerste lid: het bewijs van accreditatie, bedoeld in artikel 4a, tweede lid, onderdeel c.

  • 3 Bij een aanvraag voor een erkenning voor een testmethode als bedoeld in bijlage 1, onder 1, wordt tevens een technische omschrijving van het elektronisch in- en uitslagregister, bedoeld in artikel 18, onderdeel c, overgelegd.

  • 4 Bij een aanvraag voor een erkenning voor de testmethode, bedoeld in bijlage 1, onder 10, worden tevens documenten overgelegd waaruit blijkt dat het laboratorium voldoet aan het bepaalde in artikel 10.

Paragraaf 4. Verplichtingen van een erkend laboratorium

Artikel 12. Accreditatie na erkenning

Indien de erkenning, bedoeld in artikel 4 is verleend terwijl het laboratorium niet beschikt over de accreditatie, bedoeld in artikel 7, eerste lid, dient het laboratorium binnen zes maanden na de datum waarop de erkenning, bedoeld in artikel 4 is verleend, geaccrediteerd te zijn overeenkomstig artikel 7, eerste lid.

Artikel 13. Testmethode

  • 1 Het laboratorium verricht een onderzoek als bedoeld in bijlage 2, met de testmethode waarvoor het laboratorium erkend is.

  • 2 Het laboratorium voert de testmethodes uit met reagentia of testkits waarvan de uitgangswaarden voldoen aan de Europese regelgeving of goede laboratoriumpraktijken, zoals gecontroleerd door het bevoegde NRL.

Artikel 14. Niet-negatieve testresultaten

  • 1 Het laboratorium meldt niet-negatieve testresultaten, voor zover de testresultaten betrekking hebben op een aangewezen besmettelijke dierziekte als bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2, voor zover het gaat om een infectie met Sars-Cov-2, van de Regeling diergezondheid, onmiddellijk telefonisch en elektronisch aan de minister en stuurt de monsters direct naar het bevoegde NRL voor bevestigingsonderzoek.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, stuurt het laboratorium monsters die niet-negatieve testresultaten geven van het onderzoek, bedoeld in bijlage 1, onder 8, en bijlage 2, onder 7, enkel aan het bevoegde Nationaal Referentie Laboratorium, indien het testresultaat een uitslag van een test uitgevoerd volgens de gE-Elisa testmethode betreft. Het laboratorium meldt daarnaast niet-negatieve testresultaten van het onderzoek, bedoeld in bijlage 1, onder 8, en bijlage 2, onder 7, eveneens in afwijking van het eerste lid, enkel aan de minister, indien het testresultaat een uitslag van een test uitgevoerd volgens de gE-Elisa testmethode betreft.

  • 3 Bij het melden van een niet-negatieve uitslag aan de minister, als bedoeld in het eerste lid, vermeldt het laboratorium telkens:

    • a. het met het desbetreffende monster corresponderende unieke registratienummer, bedoeld in artikel 93, slot, van verordening (EU) nr. 2016/429, of het unieke erkenningsnummer, bedoeld in artikel 2, onderdeel 16, van verordening (EU) nr. 2019/2035 dat aan de inrichting waarop de dieren worden gehouden, is toegekend, indien het monster afkomstig is van een dier dat zich in Nederland bevindt, dan wel

    • b. het land van herkomst van het desbetreffende monster en de naam en het adres van het bedrijf waar het dier waar het monster van afkomstig is gehouden wordt, indien het monster afkomstig is van een dier dat zich buiten Nederland bevindt.

Artikel 15. Rapportage

Het laboratorium rapporteert elk kwartaal aan de minister elektronisch over de in dat kwartaal uitgevoerde onderzoeken, bedoeld in bijlage 1 en 2, alsmede over de uitslagen van die onderzoeken, overeenkomstig een door de minister opgesteld format.

Artikel 16. Monitoring

  • 1 Het laboratorium verleent medewerking aan periodieke monitoring, uitgevoerd door het NRL.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde monitoring bestaat in ieder geval per erkenning uit:

    • a. ten minste 2 ringtesten per jaar, dan wel ten minste 1 ringtest per jaar indien het laboratorium de ringtesten in de voorgaande 3 jaren steeds met goed gevolg heeft afgelegd en effectieve monitoring door het bevoegde NRL gewaarborgd blijft;

    • b. een controle inzake de nauwkeurigheid van de testmethode en de betrouwbaarheid van testuitslagen.

  • 3 In aanvulling op het tweede lid bestaat de in het eerste lid bedoelde monitoring uit:

    • a. ten minste één keer per jaar een audit voor een testmethode als bedoeld in bijlage 1, onder 1 tot en met 3, 6, 8 tot en met 11, 13, 15 tot en met 17, 21 tot en met 27 en bijlage 2, onder 1, 2, 5, 7, 9 tot en met 11, 17, 20, 21, 23 en 25;

    • b. het uitvoeren van controletesten op monsters met een negatieve testuitslag, die zijn onderzocht met een testmethode als bedoeld in bijlage 1, onder 2, 3, 8, 13, 15 en 21 tot en met 27 en bijlage 2, onder 1, 2, 7, 9 tot en met 11, 17, 20, 21, 23 en 25.

  • 4 Indien een laboratorium beschikt over meer dan één erkenning, worden de audits, bedoeld in het derde lid, onder a, gecombineerd uitgevoerd.

  • 5 Het laboratorium dat is erkend voor een testmethode als bedoeld in bijlage 1, onder 2, 3, 8, 13, 15 en 21 tot en met 27 en bijlage 2, onder 1, 2, 7, 9 tot en met 11, 17, 20, 21, 23 en 25 zendt jaarlijks 10% van de onderzochte monsters met een negatieve testuitslag, tot een maximum van 250 monsters per testmethode, aan het bevoegde NRL, tenzij het door het bevoegde NRL in kennis is gesteld van het feit dat in het betrokken kalenderjaar reeds 250 of meer monsters, onderzocht met de desbetreffende testmethode, zijn ontvangen.

Artikel 17. Verstrekken resultaten

Het NRL, bedoeld in artikel 16, eerste lid, verstrekt de resultaten van:

uitsluitend aan de minister en het desbetreffende laboratorium.

Artikel 18. Erkend laboratorium BSE

In aanvulling op de voorgaande artikelen, voldoet een laboratorium dat erkend is voor een testmethode als bedoeld in bijlage 1, onder 1, aan de volgende vereisten:

  • a. artikel 6, derde lid, van de TSE-verordening;

  • b. het verleent geen inzage in en doet geen mededelingen over resultaten van de onderzoeken, anders dan aan de ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving van deze regeling, aan medewerkers van Wageningen Bioveterinary Research, te Lelystad, die werkzaamheden verrichten in het kader van de uitvoering van de taken, bedoeld in bijlage X, hoofdstukken A en C, van de TSE-verordening, alsmede aan medewerkers van de Raad voor Accreditatie, die werkzaamheden verrichten in het kader van het verlenen van de accreditatie, bedoeld in artikel 7, eerste lid;

  • c. het heeft een elektronisch in- en uitslagregister van de monsters operationeel dat is gekoppeld aan een elektronisch register van de minister of van een andere door de minister aangewezen organisatie op een zodanige wijze dat de minister op ieder gewenst moment een koppeling kan leggen tussen de monsters en het individuele rund, waarvan het monster afkomstig is;

  • d. het rapporteert maandelijks aan de minister over de in die maand uitgevoerde onderzoeken, bedoeld in bijlage 1, onder 1, de uitslagen van die onderzoeken en de leeftijd van de onderzochte dieren, overeenkomstig een door de minister opgesteld format.

Artikel 18a. Verplichtingen laboratorium artikel 4a, tweede lid, onderdeel c

Een laboratorium waarop artikel 4a, tweede lid, onderdeel c, van toepassing is, verstrekt op verzoek van de minister het bewijs van accreditatie als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, van dat artikel.

Paragraaf 5. Schorsing en intrekking van de erkenning

Artikel 19. Schorsing en intrekking erkenning

  • 1 De minister kan de erkenning, bedoeld in artikel 4, schorsen voor een door hem te bepalen termijn indien het laboratorium niet voldoet aan één of meer voorwaarden en verplichtingen als bedoeld in paragraaf 2 of 4.

  • 2 In geval van een schorsing van de erkenning als bedoeld in het eerste lid, voert het laboratorium de desbetreffende testmethode niet uit. Indien de erkenning wordt geschorst omdat het laboratorium niet voldoet aan artikel 11, kan de minister besluiten dat het laboratorium de testmethode mag blijven verrichten.

  • 3 De minister kan de erkenning, bedoeld in artikel 4, intrekken indien:

    • a. het laboratorium zich niet houdt aan het tweede lid;

    • b. na afloop van de schorsing, bedoeld in het eerste lid, blijkt dat het laboratorium nog steeds niet voldoet aan één of meer voorwaarden en verplichtingen als bedoeld in paragraaf 2 of 4;

    • c. blijkt dat binnen een periode van twaalf maanden na afloop van de schorsingstermijn, bedoeld in het eerste lid, het laboratorium opnieuw niet voldoet aan één of meer voorwaarden en verplichtingen als bedoeld in paragraaf 2 of 4, of

    • d. het laboratorium niet voldoet aan één of meer voorwaarden en verplichtingen als bedoeld in paragraaf 2 of 4, en naar het oordeel van de minister afbreuk is gedaan aan de correctheid en betrouwbaarheid van de resultaten van het onderzoek.

  • 4 Voordat een besluit tot schorsing of intrekking wordt genomen, wordt het laboratorium in de gelegenheid gesteld binnen een bepaalde termijn alsnog aan de voorwaarden en verplichtingen als bedoeld in paragraaf 2 of 4 te voldoen.

  • 5 De minister kan de erkenning met onmiddellijke ingang intrekken indien sprake is van een situatie als bedoeld in het derde lid, onderdeel d, en het belang van de dier- en volksgezondheid een intrekking met onmiddellijke ingang vereist.

Artikel 20. Schorsen en intrekking besluit tot gelijkstelling

  • 1 De minister kan een besluit tot gelijkstelling als bedoeld in artikel 5 schorsen of intrekken indien het laboratorium niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 5, tweede lid.

Paragraaf 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21. Overgangsrecht

  • 1 Erkenningen die zijn verleend op grond van de Regeling erkenning laboratoria snelle BSE-testen worden geacht te zijn verleend op grond van deze regeling.

Artikel 23

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenning veterinaire laboratoria.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 april 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.J. Schouten

Bijlage 1. als bedoeld in artikel 3

[Toekomstige wijziging(en) op 01-04-2026. Zie het overzicht van wijzigingen]

Ingevolge artikel 6 van verordening (EU) nr. 2020/689 geldt voor de specifieke testmethoden die in onderstaande tabel opgenomen zijn, de volgende cascade:

  • 1. De testen uitgevoerd moeten worden in overeenstemming met de specifieke Europese wetgeving en indien van toepassing met de relevante nadere bijzonderheden en richtsnoeren die op de websites van de referentielaboratoria van de Europese Unie (EURL) en van de Commissie ter beschikking zijn gesteld.

  • 2. Indien het testen betreft waarvoor geen voorschriften in de specifieke Europese wetgeving of in bijzonderheden en richtsnoeren op de websites van referentielaboratoria van de Europese Unie (EURL) en van de Commissie bestaan dat ze in overeenstemming met het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) (‘het handboek inzake landdieren’) (Access online: OIE - World Organisation for Animal Health) of het Manual of Diagnostic Tests for Aquatic Animals van de OIE (‘het handboek inzake waterdieren’) (Access online: OIE - World Organisation for Animal Health) uitgevoerd moeten worden.

  • 3. De door de nationale referentielaboratoria ontwikkelde of aanbevolen methoden op dat gebied die overeenkomstig internationaal aanvaarde wetenschappelijke protocollen zijn gevalideerd, of methoden op dat gebied die zijn ontwikkeld en gevalideerd middels inter- of intralaboratoriumstudies voor de validering van methoden overeenkomstig internationaal aanvaarde wetenschappelijke protocollen.

Ziekte(verwekker)

Kader waarbinnen de test wordt uitgevoerd

Testmethode

matrix

NRL

1. BSE

De testen als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, onder I, onderdelen 2.1 en 2.2, bij de TSE-verordening

De testen als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, onderdeel 4, bij de TSE-verordening

Rund:

hersenstam (de obex van de medulla oblongata)

Wageningen Bioveterinary Research

2. Brucella abortus

Inrichtingen waar runderen gehouden worden voor het winnen van levende producten:

– Intracommunautair: testen als bedoeld in bijlage II deel 1 bij verordening (EU) nr. 2020/686.

– Nationaal handelsverkeer: De testen als bedoeld in artikel 3A.10 van de Regeling dierlijke producten.

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR);

iii) indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa);

Rund:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Rund/schaap/geit/ varken/ kameelachtigen

Intracommunautair handelsverkeer:

de testen als bedoeld in bijlage 1 bij verordening (EU) nr. 2020/688

Serologische tests voor runderen, schapen, geiten en kameelachtigen:

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR);

iii) indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa)

Serologische tests voor varkens:

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR);

iii) competitieve enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (C-Elisa)

Rund/schaap/geit/ varken/ kameelachtigen: bloedserum

Screening individuele dieren:

De testen als bedoeld in bijlage 1 bij verordening (EU) nr. 2020/688 en bijlage III bij e verordening (EU) nr. 2020/689.

De test als bedoeld in artikel 2.46a, eerste lid, Besluit houders van dieren en 7a.1 van de Regeling houders van dieren.

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR);

iii) indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa);

Rund: bloedserum

3. Enzoötische bovine leukose

Inrichtingen waar runderen gehouden worden voor het winnen van levende producten:

– Intracommunautair: testen als bedoeld in bijlage II deel 1 bij verordening (EU) nr. 2020/686.

– Nationaal handelsverkeer: De testen als bedoeld in artikel 3A.10 van de Regeling dierlijke producten.

Serologische tests:

i) agargel-immunodiffusietest (AGID);

ii) blocking enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (B-Elisa);

iii) indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa);

Rund:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Rund

Intracommunautair handelsverkeer

De testen als bedoeld in bijlage 1 bij verordening (EU) nr. 2020/688

Serologische tests voor bloedmonsters:

i) agargel-immunodiffusietest (AGID);

ii) blocking enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (B-Elisa);

iii) indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa);

Rund:

bloedserum

Serologische tests voor melkmonsters:

indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa)

Tankmelk

Rund

Monitoring

De testen zoals bedoeld volgens bijlage III van verordening (EU) nr. 2020/689

Serologische tests voor bloedmonsters:

i) agargel-immunodiffusietest (AGID)

ii) blocking enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (b-Elisa)

iii) indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa)

Rund:

bloedserum

Serologische tests voor melkmonsters:

indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa)

Rund:

tankmelk

4. IBR/IPV

Inrichtingen waar runderen gehouden worden voor het winnen van levende producten:

– testen als bedoeld in bijlage II deel 1 bij verordening (EU) nr. 2020/686.

NB: alleen niet gevaccineerde dieren toegestaan

i) Enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (Elisa) voor de detectie van antilichamen tegen het volledige BoHV-1-virus.

ii) Elisa voor de detectie van antilichamen tegen het BoHV-1-gB-eiwit.

Rund:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Rund

Intracommunautair handelsverkeer de testen als bedoeld in bijlage 1 bij verordening (EU) nr. 2020/688

i) Enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (Elisa) voor de detectie van antilichamen tegen het volledige BoHV-1-virus.

ii) Elisa voor de detectie van antilichamen tegen het BoHV-1-gB-eiwit.

iii) Bij gevaccineerde dieren (Indien toegestaan voor land van bestemming) BoHV-1-gE-B-Elisa

Rund:

bloedserum

5. BVD/MD

Inrichtingen waar runderen gehouden worden voor het winnen van levende producten:

-testen als bedoeld in bijlage II deel 1 bij verordening (EU) nr. 2020/686.

i) Virusisolatie

ii) virusgenoom- of een virusantigeentest,

iii) serologische test op antilichamen

Stier:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Virusisolatie of PCR

Stier:

sperma

Rund

Intracommunautair handelsverkeer de testen als bedoeld in bijlage 1 bij verordening (EU) nr. 2020/688

Directe methoden:

i) realtime reverse transcriptase-polymerasekettingreactie (realtime RT-PCR);

ii) enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (Elisa) voor de detectie van antigenen van boviene virusdiarree (BVDV).

2. Serologische tests:

i) indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa);

ii) blocking enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (B-Elisa).

Rund:

bloedserum

6. Campylobacter fetus ssp Venerealis

Inrichtingen waar runderen gehouden worden voor het winnen van levende producten:

De testen als bedoeld in bijlage II deel 1 bij verordening (EU) nr. 2020/686

Een bacteriologisch onderzoek door middel van kweek

Stier:

– spoeling van kunstvagina of praeputium;

– sperma

Koe:

vaginaalslijm

Wageningen Bioveterinary Research

7. Tritrichomonas foetus

Inrichtingen waar runderen gehouden worden voor het winnen van levende producten:

De testen als bedoeld in bijlage II deel 1 bij verordening (EU) nr. 2020/686

Een cultureel onderzoek door middel van kweek

Stier:

– spoeling praeputium

– sperma

– smegma

Wageningen Bioveterinary Research

8. Ziekte van Aujeszky

Inrichtingen waar varkens gehouden worden voor het winnen van levende producten:

De testen als bedoeld in bijlage II deel 2 bij verordening (EU) nr. 2020/686

i) ADV-gB ELISA

ii) ADV-gE ELISA (mits dieren zijn gevaccineerd)

NB: in NL is vaccinatie niet toegestaan

Varken:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Varken.

Intracommunautair handelsverkeer:

de testen als bedoeld in bijlage 1 bij verordening (EU) nr. 2020/688

i) ADV-gB ELISA

ii) ADV-gE ELISA (mits dieren zijn gevaccineerd)

NB: in NL is vaccinatie niet toegestaan

Varken:

Voor de monitoring de testen als bedoeld in artikel 7.3 van de Regeling houders van dieren.

De testen als bedoeld in bijlage III van verordening (EU) nr. 2020/689

i) ADV- ELISA

ii) ADV-gE ELISA (mits dieren zijn gevaccineerd)

NB: in NL is vaccinatie niet toegestaan

9. TSE: Genotypering van schapen en geiten

Handel en uitvoer levende dieren

De testen als bedoeld voor schapen in de TSE-verordening

Elke methode ter bepaling van de aminozuren op codons 136, 154, en 171 van het PrP gen van beide allelen die door het NRL als voldoende betrouwbaar wordt beoordeeld

Schaap:

volbloed

Wageningen Bioveterinary Research

Handel en uitvoer levende dieren

De testen als bedoeld voor geiten in de TSE-verordening

Elke methode ter bepaling van de aminozuren op codons K222, D146 of S146 allelen van het PrP gen van beide allelen die door het NRL als voldoende betrouwbaar wordt beoordeeld

Geit:

volbloed

10. Rabiës: Doelmatigheid van antirabiësvaccins

De testen als bedoeld in bijlage IV van verordening (EU) nr. 576/2013

Serologische test na beoordeling door het laboratorium van Agence Française de sécurité sanitaire des aliments" Nancy (AFSSA Nancy) en het NRL.

Hond, kat, fret:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

11. Trichinella spiralis

De testen als bedoeld in verordening (EU) 2015/1375

De referentiemethode van detectie van Trichinella, als bedoeld in verordening (EU) 2015/1375 die voldoet aan de eisen van ISO 18743:2015.

Equidae, suidae:

dwarsgestreepte spier

RIVM

12. Contagieuse Equine Metritis (CEM) of Taylorella equigenitalis

Inrichtingen voor levende producten van paardachtigen.

– Intracommunautair handelsverkeer: de testen als bedoeld in bijlage II deel 4 bij verordening (EU) nr. 2020/686

– Nationaal handelsverkeer: De testen als bedoeld in artikel 3A.10 van de Regeling dierlijke producten.

i) Cultureel bacteriologisch onderzoek door middel van kweek

ii) PCR of real time PCR

Hengst:

– penisschacht

– urethra

– fossa glandis

donormerrie:

– slijmvliesoppervlak van de fossa clitoralis

– clitorale sinussen

Wageningen Bioveterinary Research

13. Equine infectieuze anemie (EIA)

Intracommunautair handelsverkeer: de testen als bedoeld in verordening (EU) nr. 2020/688

AGID

Paard:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Inrichtingen voor levende producten van paardachtige:

Intracommunautair handelsverkeer: de testen als bedoeld in bijlage II deel 4 bij verordening (EU) nr. 2020/686

AGID

ELISA

Paard:

bloedserum

14. Equine virale arteritis (EVA)

Inrichtingen voor levende producten van paardachtigen:

– Intracommunautair handelsverkeer: de testen als bedoeld in bijlage II deel 4 bij verordening (EU) nr. 2020/686

– Nationaal handelsverkeer: De testen als bedoeld in artikel 3A.10 van de Regeling dierlijke producten.

Virusneutralisatietest

Paard:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Bij een positieve virusneutralisatietest: PCR of real time PCR

Paard:

sperma

15. Brucella melitensis

Inrichtingen voor levende producten van schapen of geiten: de testen als bedoeld in bijlage II deel 3 van verordening (EU) nr. 2020/686

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR);

iii) indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa)

Schaap of geit:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Schapen en geiten intracommunautair handelsverkeer: de testen als bedoeld in verordening (EU) nr. 2020/688

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR);

iii) indirecte enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (I-Elisa)

Overige hoefdieren intracommunautair handelsverkeer: de testen als bedoeld in verordening (EU) nr. 2020/688

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR);

Antilocapridae, Bovidae, Camelidae, Cervidae, Giraffidae en Tragulidae:

bloedserum

Monitoring Schaap/Geit; de testen als bedoeld in bijlage III van verordening (EU) nr. 2020/689

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR);

Schaap of geit:

bloedserum

16. Newcastle disease: De werking van vaccinatie

Onderzoek naar de werking van vaccinatie tegen Newcastle Disease

De testen als bedoeld in artikel 7b.29 van de Regeling houders van dieren.

i) HAR-test

ii) ELISA

Pluimvee:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

17 Aviaire influenza

Monitoring

De testen als bedoeld in artikel 7b.13 van de Regeling houders van dieren.

ELISA

Pluimvee:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

18 Mycoplasma gallisepticum

Mycoplasma synoviae

Mycoplasma meleagridis

Monitoring

De testen als bedoeld in bijlage II, deel 2 van verordening (EU) nr. 2019/2035.

De monitoring als bedoeld in de artikelen 7b.18 en 7b.22 van de Regeling houders van dieren

i) SPA

ii) HI test

iii) ELISA

iv) PCR

Mycoplasma gallisepticum en synoviae:

Pluimvee:

bloedserum

Mycoplasma meleagridis:

Kalkoen:

bloedserum

Nvt

19.

Salmonella arizonae

Salmonella Gallinarum, biovars gallinarum en pullorum

Monitoring

De testen als bedoeld in bijlage II, deel 2 van verordening (EU) nr. 2019/2035.

De testen als bedoeld in de artikelen 7b.23 en 7b.27 van de Regeling houders van dieren.

Salmonella Gallinarum, biovars gallinarum en pullorum:

SPA

Salmonella arizonae:

Kweek (bacteriologisch onderzoek)

Salmonella Gallinarum, biovars gallinarum en pullorum:

Pluimvee

bloedserum

Salmonella arizonae:

Kalkoen

mest

Nvt

Monitoring op broederijen

De testen als bedoeld in bijlage II deel 1 en 2 van verordening (EU) nr. 2019/2035.

Bacteriologisch onderzoek

– niet-uitgekomen kuikens (in de schaal gestorven embryo’s)

– zwakke kuikens;

– meconium van kuikens;

– dons of stof uit broedmachines en van de muren van de broederij.

20. Zoönotische Salmonella, waaronder:

Salmonella Enteritidis

Salmonella Typhimurium inclusief monofasische Salmonella Typhimurium met de antigene formule 1,4,[5],12:i:-

Salmonella Hadar

Salmonella Infantis

Salmonella Virchow

Salmonella Paratyphi B var. Java

Voor alle testen:

de testen als bedoeld in:

verordening (EG) nr. 2160/2003

verordening (EU) nr. 200/2010

verordening (EU) nr. 517/2011

verordening (EU) nr. 200/2012

verordening (EU) nr. 1190/2012

De testen als bedoeld in de artikelen 7b.44 tot en met 7b.47 van de Regeling houders van dieren.

Detectie van Salmonella (grensreactie / MSRV) in monsters van de primaire productie wordt uitgevoerd overeenkomstig de recentste versie van norm (NEN-)EN-ISO 6579-1

Pluimvee

producten als mest, dons, ei

Omgevingsmonsters

RIVM

Serotypering wordt aan de hand van het White-Kauffmann-Le Minor schema uitgevoerd overeenkomstig de recentste versie van norm (NPR-)CEN-ISO/TR 6579-3 en kan, indien het de typering van monofasische Salmonella Typhimurium betreft, worden aangevuld met de recentste versie van norm ISO 6579-4

Pluimvee

Salmonella isolaten

Het gebruik van alternatieve testmethoden in de plaats van de referentiemethoden voor detectie of (sero)typering van Salmonella’ is alleen toegestaan wanneer deze alternatieve testmethoden door het daarvoor aangewezen instituut zijn gevalideerd en gecertificeerd overeenkomstig de recentste versies van, respectievelijk, normen (NEN-)EN-ISO 16140-2 en (NEN-)EN-ISO 16140-6

21. Blauwtong

Monitoring rund

De testen zoals bedoeld in bijlage V, deel II van verordening (EU) nr. 2020/689.

ELISA

Rund:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Inrichtingen waar gevoelige dieren gehouden worden voor het winnen van levende producten:

-testen als bedoeld in bijlage II deel 1 bij verordening (EU) nr. 2020/686.

– Nationaal handelsverkeer: De testen als bedoeld in artikel 3A.10 van de Regeling dierlijke producten.

PCR

Gevoelige dieren:

volbloed

ELISA

Gevoelige dieren:

bloedserum

Intracommunautair handelsverkeer:

De testen als bedoeld in verordening (EU) nr. 2020/688

PCR

Gevoelige dieren:

volbloed

ELISA

Gevoelige dieren:

volbloed

22. Brucella suis

Inrichtingen waar varkens gehouden worden voor het winnen van levende producten:

-testen als bedoeld in bijlage II deel 1 bij verordening (EU) nr. 2020/686.

– Nationaal handelsverkeer: De testen als bedoeld in artikel 3A.10 van de Regeling dierlijke producten.

Serologische tests voor varkens:

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) competitieve enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (C-Elisa)

Varken:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Monitoring

De testen als bedoeld in bijlage III van verordening (EU) nr. 2020/689

Serologische tests:

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR)

iii) competitieve enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (C-Elisa).

Intracommunautair handelsverkeer:

De testen als bedoeld in bijlage I bij verordening (EU) nr. 2020/686

Serologische tests:

i) gebufferde Brucella-antigeentest (Roze Bengaals Test (RBT))

ii) complementbindingsreactie (CBR)

iii) competitieve enzymgekoppelde immuunadsorbent-techniek (C-Elisa).

Cervidae, Leporidae, Ovibos moschatus, Suidae en Tayassuidae:

bloedserum

23. Q-koorts (Coxiella burnetii)

Monitoring

De testen als bedoeld in artikel 2.76ig van het Besluit houders van dieren

PCR

Schapen en geiten:

tankmelk

Wageningen Bioveterinary Research

24. Brucella ovis

Inrichtingen waar schapen en geiten gehouden worden voor het winnen van levende producten:

-testen als bedoeld in bijlage II deel 3 van verordening (EU) nr. 2020/686.

CBR

Schaap of geit:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

Intracommunautair handelsverkeer schapen:

De testen als bedoeld in verordening (EU) nr. 2020/688

CBR

Ram:

bloedserum

Overig intracommunautair handelsverkeer

CBR

Bloedserum:

Camelidae, Tragulidae, Cervidae, Giraffidae, Bovidae en Antilocapridae:

bloedserum

25. Klassieke varkenspest

Door de overheid gecontracteerde serologische monitoring bij wilde zwijnen

ELISA

Wild zwijn:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

26. Afrikaanse varkenspest

Door de overheid gecontracteerde serologische monitoring bij wilde zwijnen

ELISA

Wild zwijn:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

27. PRRS (abortus blauw)

Inrichtingen waar varkens gehouden worden voor het winnen van levende producten:

De testen als bedoeld in bijlage II deel 3 van verordening (EU) nr. 2020/686

Serologische test:

i) IPMA

ii) Elisa

Test op het virusgenoom:

i) (omgekeerde transcriptase polymerase-kettingreactie (RT-PCR)

ii) geneste RT-PCR,

iii) realtime RT-PCR)

Varkens:

– Bloedserum

– Sperma

Wageningen Bioveterinary Research

Bijlage 2. als bedoeld in artikel 4

Ziekte(verwekker)

Kader waarbinnen de test wordt uitgevoerd

Testmethode

matrix

NRL

1. Brucella abortus

2 Voor alle hier genoemde testen:, naar oordeel van het NRL tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Brucellosis (Brucella abortus, B. melitensis and B. suis) (infection with B. abortus, B. melitensis and B. suis)’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

CBR

ELISA

 

Wageningen Bioveterinary Research

2. Enzoötische bovine leukose

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Enzootic bovine leukosis’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

ELISA

AGID

Rund:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

ELISA

Rund:

tankmelk

3. IBR/IPV

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Infectious bovine rhinotracheitis/infectious pustular vulvovaginitis’: https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

BHV1-ELISA m.u.v. BHV1-gE ELISA

Rund:

bloedserum

melkserum

Wageningen Bioveterinary Research

4. BVD/MD

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Bovine viral diarrhoea’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

   

Wageningen Bioveterinary Research

Export derde landen

ELISA

Stier: bloedserum

ELISA

BVDV isolatietest

BVDV Antitgeen ELISA

Stier: sperma

 

5. Campylobacter fetus ssp Venerealis

Voor alle hier genoemde testen:

naar oordeel van het NRL,

tenminste gelijkwaardig aan de

meest actuele versie van de

manual of diagnostic tests and

vaccines for terrestrial animals

van de OIE, hoofdstuk

‘Bovine genital

campylobacteriosis’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

Een bacteriologisch onderzoek door middel van kweek

Stier:

spoeling van kunstvagina of praeputium;

sperma

Koe:

vaginaalslijm

Wageningen Bioveterinary Research

Voor alle hier genoemde testen:

naar oordeel van het NRL,

tenminste gelijkwaardig aan de

meest actuele versie van de

manual of diagnostic tests and

vaccines for terrestrial animals

van de OIE, hoofdstuk

‘Bovine genital

campylobacteriosis’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

6. Tritrichomonas foetus

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Trichomonosis’: https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

Een cultureel onderzoek door middel van kweek

Stier:

spoeling praeputium; sperma;

smegma

Wageningen Bioveterinary Research

7. Ziekte van Aujeszky

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Aujeszky’s disease (infection with Aujeszky’s disease virus)’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

ADV-gB ELISA

ADV-gE ELISA (mits dieren zijn gevaccineerd)

Varken:

bloedserum

Wageningen Bioveterinary Research

8. Contagieuse Equine Metritis (CEM) of Taylorella equigenitalis

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Contagious equine metritis’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

Cultureel bacteriologisch onderzoek door middel van kweek

PCR of real time PCR

Hengst:

penisschacht

urethra

fossa glandis

donormerrie:

slijmvliesoppervlak van de fossa clitoralis

clitorale sinussen

Wageningen Bioveterinary Research

9. Dourine of Trypanosoma equiperdum

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk

‘Dourine ‘:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

   

Wageningen Bioveterinary Research

Export derde landen

CBR

Paard: bloedserum

10. Surra of Trypanosoma evansi

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Trypanosoma evansi infections (including surra)’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

   

Wageningen Bioveterinary Research

Export derde landen

Virusneutralisatietest

Virusisolatie

CATT

Paard:

bloedserum

Onderzoek van bloeduitstrijkje

Paard:

volbloed

11. Equine infectieuze anemie (EIA)

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Equine infectious anaemia’: https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

AGID

ELISA

Paard:

bloedserum

 

12. [Red: Vervallen.]

       

13. [Red: Vervallen.]

       

14. [Red: Vervallen.]

       

15. Equine virale arteritis (EVA)

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Equine viral arteritis (infection with equine arteritis virus) ‘: https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

Virusneutralisatietest

Paard:

bloedserum

 

Bij een positieve virusneutralisatietest: PCR of real time PCR

Paard:

sperma

16. [Red: Vervallen.]

       

17. Venezulaanse equine encephalomyelitis (VEE)

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE hoofdstuk ‘Venezuelan equine encephalomyelitis’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

   

Wageningen Bioveterinary Research

Export naar derde landen

HI

CBR

PRNT

Paard:

bloedserum

18. [Red: Vervallen.]

       

19. [Red: Vervallen.]

       

20. Brucella suis

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE hoofdstuk’ Brucellosis (Brucella abortus, B. melitensis and B. suis) (infection with B. abortus, B. melitensis and B. suis)’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

RBT

CBR

SAT

Varken:

bloedserum

 

21. Q-koorts (Coxiella burnetii)

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE hoofdstuk ‘Q fever’:

https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

PCR

Kleine herkauwers:

tankmelk

 

22. [Red: Vervallen.]

       

23. Brucella ovis

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Ovine epididymitis (Brucella ovis)’ https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

     

Export derde landen

CBR

Ram:

bloedserum

 

24. [Red: Vervallen.]

       

25. blauwtong

Voor alle hier genoemde testen: naar oordeel van het NRL, tenminste gelijkwaardig aan de meest actuele versie van de manual of diagnostic tests and vaccines for terrestrial animals van de OIE, hoofdstuk ‘Bluetongue (infection with bluetongue virus)’: https://www.woah.org/en/what-we-do/standards/codes-and-manuals/terrestrial-manual-online-access/

   

Wageningen Bioveterinary Research

Export derde landen

PCR

Gevoelige dieren: volbloed

Elisa

Gevoelige dieren: bloedserum