3.2. Goedkeuring eerder nieuw aflosschema overeenkomen en alleen voor aflossingsachterstand
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat in verband met de aflossingsachterstand
die ontstaat als gevolg van de betaalpauze ook eerder dan per 1 januari 2023 (of 1 januari
2022 als de eerste termijn van de betaalpauze betrekking heeft op een termijn van
2020) met de geldverstrekker een nieuw aflosschema overeen mag worden gekomen dat
alleen betrekking heeft op het deel van de schuld ter grootte van die aflossingsachterstand
voor maximaal de resterende looptijd van de oorspronkelijke schuld. Dit heeft tot
gevolg dat de oorspronkelijke schuld wordt gesplitst in een deel waarvoor het oorspronkelijke
bestaande aflosschema wordt voortgezet (hierna: oude deel) en een deel, ter grootte
van de tijdens de betaalpauze ontstane aflossingsachterstand, waarvoor een nieuw aflosschema
wordt overeengekomen (hierna: nieuwe deel). In het nieuwe aflosschema wordt de ontstane
aflossingsachterstand afgelost in maximaal de resterende looptijd van de oorspronkelijke
schuld. Zowel het oude deel als het nieuwe deel blijven in dat geval behoren tot de
eigenwoningschuld mits aan de overige voorwaarden is voldaan.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende vier voorwaarden:
-
a. Als extra toetsmoment geldt in dit geval de dag waarop de betaalpauze afloopt. Het
toetsmoment, bedoeld in artikel 3.119c, zevende lid, onderdeel c Wet IB 2001, blijft gedurende de betaalpauze buiten toepassing;
-
b. Het nieuwe deel bedraagt maximaal de door de betaalpauze ontstane aflossingsachterstand;
-
c. Het nieuwe deel heeft maximaal dezelfde resterende looptijd als het oude deel; en
-
d. Het nieuwe aflosschema voor het nieuwe deel moet zo snel mogelijk na afloop van de
betaalpauze worden overeengekomen en ingaan (rekening houdend met administratieve
mogelijkheden), met dien verstande dat het nieuwe aflosschema uiterlijk ingaat op
1 januari 2023 (of 1 januari 2022 als de eerste termijn van de betaalpauze betrekking
heeft op een termijn van 2020).
Om voor het nieuwe deel te bepalen of de schuld op de toetsmomenten (artikel 3.119c, zevende lid, Wet IB 2001) volgend op het moment van ingaan van het nieuwe aflosschema niet meer bedraagt dan
de uitkomst van de formule in artikel 3.119c, eerste lid, Wet IB 2001, wordt voor
de toepassing van die formule verstaan onder:
B0: de omvang van de schuld ter grootte van de aflossingsachterstand door de betaalpauze
op de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van het nieuwe aflosschema voor het nieuwe
deel.
im: de nieuwe maandelijkse rentevoet (indien van toepassing).
x: het aantal verstreken gehele kalendermaanden van de looptijd vanaf de dag voorafgaand
aan de ingangsdatum van het nieuwe aflosschema voor het nieuwe deel.
n: de overeengekomen looptijd van de schuld voor het nieuwe deel in gehele kalendermaanden
op de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van het nieuwe aflosschema voor het nieuwe
deel, met dien verstande dat deze looptijd maximaal bedraagt de nog resterende oorspronkelijke
looptijd van de schuld voor het oude deel.
Voorbeeld
Een belastingplichtige heeft een eigenwoningschuld, die hij gedurende de looptijd
ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig aflost. Door de uitbraak
van het coronavirus komt hij in betalingsproblemen en meldt hij zich bij zijn bank.
Hij komt met zijn bank een betaalpauze van zes maanden overeen ingaande op 1 juli
2021. Het resterende bedrag van zijn lening is op het moment waarop de betaalpauze
afloopt (het toetsmoment, in dit geval 31 december 2021) € 117.000. Het resterende
bedrag mag echter op basis van de fiscale aflossingseis op dat moment niet hoger zijn
dan € 114.000, waardoor de belastingplichtige een aflossingsachterstand heeft van
€ 3.000. Door de goedkeuring mag direct na afloop van de betaalpauze per 1 januari
2022 de resterende schuld van € 117.000 worden gesplitst in het oude deel van € 114.000,
waarvoor het oorspronkelijke aflosschema wordt voortgezet en in een nieuw deel van
€ 3.000 (aflossingsachterstand), waarvoor een nieuw aflosschema wordt overeengekomen
met maximaal dezelfde resterende looptijd. Beide schulden blijven behoren tot de eigenwoningschuld
en de aflossingsachterstand moet worden ingehaald binnen maximaal de resterende looptijd
– sneller mag ook – in plaats van al op uiterlijk 31 december 2022.