Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s

[Regeling vervalt per 31-12-2024.]
Geraadpleegd op 02-11-2024.
Geldend van 27-07-2024 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 8 februari 2021, nr. IENW/BSK-2021/27507, houdende vaststelling van regels voor subsidie ter stimulering van de aanschaf van emissieloze bedrijfsauto’s (Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onder b en f, 4, eerste en tweede lid, en 5 van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanschaf: verkrijging van de eigendom, bedoeld in artikel 3:84, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek krachtens koop, of ‘financial leasing’, bedoeld in paragraaf 3.2 van het besluit Omzetbelasting, leasing;

  • aanvrager: onderneming of non-profitinstelling, niet zijnde een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan met rechtspersoonlijkheid, een provincie, gemeente, waterschap of openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, is gevestigd in Nederland en een subsidie aanvraagt op grond van deze regeling;

  • actieradius: actieradius van een emissieloze bedrijfsauto op datum eerste toelating zoals gemeten als onderdeel van de typegoedkeuring;

  • Algemene Groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);

  • catalogusprijs: catalogusprijs, bedoeld in artikel 9 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 vermeerderd met de belasting van personenauto’s en motorrijwielen ingevolge de artikelen 9 tot en met 9c van die wet;

  • eerste inschrijving en tenaamstelling: eerste inschrijving en tenaamstelling, bedoeld in artikel 25 van het Kentekenreglement;

  • emissieloze bedrijfsauto: bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1.1, van de Regeling voertuigen, die volledig emissieloos is, uitsluitend wordt aangedreven door een elektromotor en valt onder de voertuigclassificaties N1 of N2 tot een maximum gewicht van 4.250 kg;

  • emissieloos: zonder uitlaatemissie van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes (emissieklasse Z);

  • gewicht: technisch toegestane maximummassa, bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;

  • groep: groep, bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek;

  • kentekenregister: kentekenregister, bedoeld in artikel 42 van de Wegenverkeerswet 1994;

  • kleine onderneming: onderneming die aan de criteria voldoet voor kleine onderneming in de zin van artikel 2, tweede lid, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

  • middelgrote onderneming: onderneming als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

  • Minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • netto catalogusprijs: catalogusprijs verminderd met de daarin begrepen omzetbelasting;

  • meerfasentypegoedkeuring: meerfasentypegoedkeuring als bedoeld in artikel 3, achtste lid, van Verordening (EU) 2018/858;

  • nieuwe emissieloze bedrijfsauto: emissieloze bedrijfsauto waarvan, blijkens vermelding in het kentekenregister, de datum eerste toelating, de datum eerste inschrijving in Nederland en de datum tenaamstelling, gelijk zijn;

  • non-profitinstelling: rechtspersoonlijkheid bezittende entiteit zonder winstoogmerk, die tot doel heeft de ondersteuning van private of publieke aangelegenheden van niet-commerciële aard;

  • onderneming: iedere entiteit, ongeacht haar rechtsvorm die een economische activiteit uitoefent;

  • overeenkomst: schriftelijke overeenkomst tot koop, bedoeld in artikel 7:1 van het Burgerlijk Wetboek of een schriftelijke overeenkomst tot ‘financial leasing’, bedoeld in paragraaf 3.2 van het besluit Omzetbelasting, leasing;

  • RVO: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

  • typegoedkeuring: typegoedkeuring als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van Verordening (EU) 2018/858;

  • verkoopprijs: prijs van de bedrijfsauto zoals vermeld in de overeenkomst verminderd met de daarin begrepen omzetbelasting;

  • Verordening (EU) 2018/858: Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG;

  • verstrekkingsvoorbehoud: registratie als bedoeld in artikel 25 van het Kentekenreglement, van de rechtspersoon of natuurlijk persoon die over de tenaamstellingscode van een voertuig in het kentekenregister kan beschikken;

  • vestigingsadres: vestigingsadres van de onderneming of non-profitinstelling zoals opgenomen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Artikel 1.2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel het stimuleren van de aanschaf van nieuwe emissieloze bedrijfsauto’s door ondernemingen en non-profitinstellingen, teneinde de emissie van CO2 te verminderen.

Artikel 1.3. Subsidiabele activiteiten

De Minister kan, overeenkomstig het bepaalde bij deze regeling, aan een aanvrager subsidie verstrekken voor de aanschaf van één of meerdere nieuwe emissieloze bedrijfsauto’s.

Artikel 1.4. Hoogte subsidie

  • 1 De subsidie bedraagt:

    • a. voor een bedrijfsauto die valt onder de voertuigclassificatie N1 7% van de netto catalogusprijs, tot een maximum van € 5.000 per bedrijfsauto; en

    • b. voor een bedrijfsauto die valt onder de voertuigclassificatie N2 7% van de verkoopprijs, tot een maximum van € 5.000 per bedrijfsauto.

  • 2 Wanneer het subsidiebedrag, bedoeld in het eerste lid, onder a of b, de maximale steunruimte van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening overschrijdt, wordt de overschrijding in mindering gebracht op het subsidiebedrag.

  • 3 Indien reeds door een bestuursorgaan of de Commissie van de Europese Unie subsidie is verstrekt voor de aanschaf van één of meerdere bedrijfsauto’s wordt het bedrag dat door deze bestuursorganen is verstrekt in mindering gebracht op de subsidie waarvoor de aanvrager krachtens deze regeling in aanmerking komt.

  • 4 Het percentage, genoemd in het eerste lid, onder a en b, wordt met 3 procentpunten verhoogd voor subsidie aan middelgrote ondernemingen.

  • 5 Het percentage genoemd in het eerste lid, onder a en b, wordt met 5 procentpunten verhoogd voor subsidie aan een kleine onderneming of non-profitinstelling.

Artikel 1.5. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond voor 2021 is € 22.000.000.

  • 2 Het subsidieplafond voor 2022 is € 22.000.000.

  • 3 Het subsidieplafond voor 2023 is € 33.000.000.

  • 4 Het subsidieplafond voor 2024 is € 60.000.000.

  • 5 Indien het subsidieplafond wordt bereikt voor afloop van de betreffende kalenderperiode, maakt de Minister dit bekend in de Staatscourant.

Artikel 1.6. Verdelingsregime

  • 1 De Minister verdeelt de in de betreffende subsidieperiode beschikbare gelden op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 2 Indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvraag voldoet aan deze wettelijke voorschriften als datum van ontvangst.

  • 3 Indien de Minister op de dag waarop het subsidieplafond is bereikt, meer dan één volledige aanvraag om subsidieverlening heeft ontvangen, stelt hij de onderlinge rangschikking vast door middel van loting.

Artikel 1.7. Aanvraag algemeen

  • 1 Een aanvrager kan bij de Minister een aanvraag om subsidie indienen door middel van een daartoe vastgesteld formulier dat beschikbaar is via de website van RVO.

  • 2 Als tijdstip van indiening van een aanvraag geldt de datum van ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 3 De Minister kan de aanvrager naar aanleiding van de aanvraag verzoeken documenten te overleggen met betrekking tot de aanschaf van de bedrijfsauto of bedrijfsauto’s.

Artikel 1.8. Aanvraag subsidieverlening

  • 1 Een aanvraag tot subsidieverlening op grond van deze regeling kan worden ingediend:

    • a. in 2021 van 15 maart 2021, 9.00 uur tot en met 31 december 2021, 12.00 uur;

    • b. in 2022 van 3 januari 2022, 9.00 uur tot en met 31 december 2022, 12.00 uur; en

    • c. in 2023 van 10 januari 2023, 9.00 uur tot en met 29 december 2023, 12.00 uur;

    • d. in 2024 van 23 april 2024, 7.00 uur tot en met 31 december 2024, 12.00 uur.

  • 2 Na bekendmaking van het bereiken van het subsidieplafond voor het betreffende jaar als bedoeld in artikel 1.5, vijfde lid, kan in afwijking van het eerste lid geen aanvraag meer worden ingediend.

Artikel 1.9. Aanvraag subsidievaststelling

  • 1 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie kan worden ingediend tot uiterlijk 12 maanden na de datum van verlening van de subsidie.

  • 2 De aanvrager kan bij RVO een verzoek doen tot uitstel van maximaal 5 maanden van de indiening van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, indien hij kan aantonen dat de levertijd van de bedrijfsauto of bedrijfsauto’s, vanwege de benodigde tijd voor meerfasentypegoedkeuring, langer is dan de van toepassing zijnde periode in het eerste lid.

  • 3 De aanvrager kan in afwijking van het tweede lid, bij RVO een verzoek doen tot uitstel van maximaal 7 maanden van de indiening van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, indien de levertijd van de bedrijfsauto of bedrijfsauto’s, langer is dan de van toepassing zijnde periode, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 1.10. Beslistermijn

  • 1 De beschikking op een aanvraag wordt gegeven binnen 13 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2 Indien de beschikking niet binnen 13 weken kan worden gegeven, kan deze termijn eenmaal met diezelfde termijn worden verlengd.

Artikel 1.12. Betaling

Na vaststelling van de subsidie vindt de betaling van het subsidiebedrag plaats op een bankrekening die op naam staat van de aanvrager.

Artikel 1.13. Algemene afwijzingsgronden

De Minister beslist afwijzend op een aanvraag om subsidie:

  • a. indien de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling;

  • b. als het een aanvrager betreft, tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat als bedoeld in artikel 1, zesde lid, onderdeel a, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

  • c. voor zover er sprake is van ongeoorloofde cumulatie van steun als bedoeld in artikel 8 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

  • d. indien er sprake is van een onderneming in moeilijkheden als bedoeld in artikel 2, achttiende lid, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening; of

  • e. indien de subsidieverstrekking niet in overeenstemming is met enige andere bepaling van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

Artikel 1.14. Algemene verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister te doen van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surseance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem;

    • b. onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister te doen van gewijzigde omstandigheden of wijziging van zijn gegevens die van belang zijn in verband met de subsidieverstrekking op grond van deze regeling;

    • c. om op verzoek van de Minister alle gevraagde medewerking te verlenen aan de uitvoering van de verplichtingen die zijn gesteld in deze regeling en de beschikkingen;

    • d. om op verzoek van de Minister alle gevraagde medewerking te verlenen aan een door de Minister ter zake van de toepassing en de effecten van deze regeling ingesteld evaluatieonderzoek, die de Minister redelijkerwijs nodig heeft voor de uitvoering van dat evaluatieonderzoek.

  • 2 Zodra het redelijkerwijs aannemelijk is dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen wordt of zal worden voldaan, doet de subsidieontvanger hiervan onverwijld mededeling aan de Minister.

  • 3 De Minister kan in de beschikking tot subsidieverstrekking nadere verplichtingen opleggen.

Hoofdstuk 2. Subsidie aanschaf nieuwe emissieloze bedrijfsauto’s

Artikel 2.1. Voorwaarden

Voor de subsidieverstrekking moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de aanschaf van de bedrijfsauto door de aanvrager vindt plaats op basis van een overeenkomst die ten tijde van de aanvraag om subsidieverlening geen onherroepelijke verplichtingen mag bevatten;

  • b. ten tijde van de aanvraag om subsidieverlening is de bedrijfsauto nog niet tenaamgesteld;

  • c. wanneer de bedrijfsauto onder voertuigclassificatie N1 valt heeft deze een netto catalogusprijs van € 20.000 of meer;

  • d. wanneer de bedrijfsauto onder voertuigclassificatie N2 valt heeft deze een verkoopprijs van € 20.000 of meer;

  • e. indien de energie voor de aandrijving van de bedrijfsauto wordt geleverd door een accupakket mag dit geen lood bevatten;

  • f. wanneer een actieradius is bepaald, bedraagt deze minimaal 100 km.

Artikel 2.2. Aanvraag subsidieverlening

Bij de aanvraag tot verlening van de subsidie worden in elk geval de volgende gegevens verstrekt:

  • a. naam en adres aanvrager;

  • b. contactpersoon met contactgegevens van de aanvrager;

  • c. nummer Kamer van Koophandel;

  • d. BSN-nummer van de aanvrager wanneer een onderneming door een natuurlijk persoon wordt gedreven;

  • e. merk, type en handelsbenaming van de bedrijfsauto waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • f. hoogte van de netto catalogusprijs van de bedrijfsauto waarvoor subsidie wordt aangevraagd wanneer deze onder de voertuigclassificatie N1 valt;

  • g. hoogte van de verkoopprijs van de bedrijfsauto wanneer deze onder voertuigclassificatie N2 valt;

  • h. hoogte van het bedrag van eventuele reeds aangevraagde of ontvangen subsidies voor de aanschaf van de bedrijfsauto.

Artikel 2.3. Aanvraag subsidievaststelling

Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie worden in elk geval de volgende gegevens verstrekt:

  • a. het kenteken van de bedrijfsauto die is vermeld in de overeenkomst;

  • b. het IBAN-nummer van een bankrekening die op naam staat van de aanvrager.

Artikel 2.4. Subsidieverplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. de bedrijfsauto waarvoor subsidie is verleend op zijn naam te stellen of een verstrekkingsvoorbehoud op zijn naam te registreren in het kentekenregister;

    • b. er zorg voor te dragen dat de bedrijfsauto gedurende drie jaar vanaf de datum van de eerste inschrijving en tenaamstelling of registratie van het verstrekkingsvoorbehoud, ononderbroken op zijn naam is gesteld of een verstrekkingsvoorbehoud op zijn naam is geregistreerd in het kentekenregister;

    • c. te beschikken over de overeenkomst op basis waarvan de bedrijfsauto is aangeschaft tot drie jaar na de datum van de eerste inschrijving en tenaamstelling of registratie van een verstrekkingsvoorbehoud van de bedrijfsauto op zijn naam;

    • d. op verzoek de overeenkomst over te leggen.

  • 2 De verplichting van het eerste lid, onderdeel b, geldt niet indien de subsidieontvanger de bedrijfsauto vervangt door een andere nieuwe emissieloze bedrijfsauto die ook in aanmerking zou zijn gekomen voor subsidie op grond van deze regeling en deze andere auto gedurende de nog resterende termijn van de in het eerste lid, onderdeel b, genoemde periode op zijn naam is gesteld in het kentekenregister. In dit geval wordt de vaststellingsbeschikking op verzoek van de subsidieontvanger, na verstrekking van het kenteken van deze andere auto, dienovereenkomstig gewijzigd.

  • 3 De uitzondering van het tweede lid geldt niet wanneer de subsidieontvanger voor de vervangende auto subsidie aanvraagt.

  • 4 Indien de bedrijfsauto wordt vervangen door een andere auto, als bedoeld in het tweede lid, is de subsidieontvanger verplicht om gedurende de in dat lid bedoelde resterende termijn te beschikken over de overeenkomst tot aanschaf van de vervangende bedrijfsauto.

Artikel 2.5. Gewijzigde vaststelling en terugvordering

Indien niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 2.4, eerste lid, onderdeel b, kan de Minister, onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:49 en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht, besluiten de vaststelling van de subsidie te wijzigen en het onverschuldigd betaalde deel van de subsidie terug te vorderen. Het terug te vorderen bedrag wordt bepaald door de subsidie te verminderen met 1/36e van het verstrekte subsidiebedrag vermenigvuldigd met het aantal volledige maanden waarin niet is voldaan aan de verplichting genoemd in artikel 2.4, eerste lid, onderdeel b.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 3.1. Misbruik en oneigenlijk gebruik

  • 1 De Minister houdt ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidie een registratie bij waarin wordt vastgelegd:

    • a. het opleggen van een boete aan een subsidieontvanger op grond van de Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door Minister verstrekte subsidies;

    • b. het lager vaststellen van de subsidie op grond van artikel 4:46, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, het intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen van de subsidieverlening op grond van artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht en het intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen van de subsidievaststelling op grond van artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht, indien de subsidieontvanger een verwijt kan worden gemaakt van de lagere vaststelling, intrekking of wijziging als hiervoor bedoeld;

    • c. de aard van de gedragingen die tot maatregelen als bedoeld in onderdelen a en b hebben geleid en, in geval van maatregelen als bedoeld in onderdeel b, het subsidiebedrag dat daarmee is gemoeid;

    • d. de naam- en adresgegevens van de subsidieontvanger jegens wie de maatregelen als bedoeld in de onderdelen a en b, worden getroffen.

  • 2 De registratie kan worden geraadpleegd door daartoe door de Minister aangewezen ambtenaren die zich bezighouden met het verstrekken van subsidies door de Minister.

  • 3 De registratie van gegevens vindt plaats voor de duur van drie jaar na de datum van registratie, waarna de betreffende gegevens uit de registratie worden verwijderd.

  • 4 Indien blijkt dat een aanvrager in de in het eerste lid bedoelde registratie is opgenomen kan de Minister aan de geregistreerde gegevens gevolgtrekkingen verbinden bij de beoordeling van de aanvraag, de in het kader van de subsidieverstrekking op te leggen verplichtingen en de controle op de naleving van die verplichtingen.

Artikel 3.2. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 maart 2021 en vervalt met ingang van 31 december 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor de laatstgenoemde datum zijn aangevraagd.

Artikel 3.3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

S. van Veldhoven-van der Meer