5. Compensatie bij afkoop of omzetting pensioen in eigen beheer
[Regeling vervallen per 11-07-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2023]
Gedurende de periode van 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 was het mogelijk
om het in eigen beheer verzekerde deel van de opgebouwde pensioenaanspraak prijs te
geven, mits de aanspraak geheel werd afgekocht of omgezet in een oudedagsverplichting.
Prijsgegeven was mogelijk voor zover de waarde in het economische verkeer van die
aanspraak hoger was dan de fiscale balanswaarde van de – bij het eigenbeheerlichaam
tegenover die aanspraak staande – pensioenverplichting op het moment van prijsgeven.
De in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraak moest dan tegen de fiscale balanswaarde
worden afgekocht dan wel worden omgezet in een oudedagsverplichting.
Als de gerechtigde tot het afgekochte of omgezette pensioen niet de (enige) aandeelhouder van het eigenbeheerlichaam was, kon bij het prijsgeven
van pensioenaanspraken sprake zijn geweest van een bevoordeling van de (andere) aandeelhouder(s)
door de gerechtigde. Als gevolg van het prijsgeven kon immers de waarde van de aandelen
stijgen.
Als geen passende compensatie wordt geboden kan dit leiden tot een (belastbare) schenking
van de gerechtigde tot het afgekochte of omgezette pensioen aan de (andere) aandeelhouder(s).
Een schenking kan worden voorkomen doordat de (andere) aandeelhouder(s) aan de gerechtigde
een passende compensatie bied(t)en). Deze compensatie is een vervangende vergoeding
aan de gerechtigde voor de waardevermeerdering van de aandelen van de (andere) aandeelhouder(s)
als gevolg van het prijsgeven van de pensioenrechten door de gerechtigde. De compensatie
kan kwalificeren als loon in de zin van de Wet LB 1964.
De situatie waarin de compensatie als loon wordt aangemerkt, terwijl het prijsgeven
niet leidt tot een verhoging van de verkrijgingsprijs, acht ik een onbillijk gevolg
van wetgeving. Ik keur daarom met toepassing van de hardheidsclausule (artikel 63 AWR) het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende twee voorwaarden goed dat de hiervoor beschreven passende
compensatie bij de gerechtigde tot het afgekochte of omgezette pensioen niet wordt
aangemerkt als loon in de zin van de Wet LB 1964.
Voorwaarden
-
a. De geboden compensatie is passend en terug te voeren op de waardestijging van de aandelen
in het eigenbeheerlichaam als gevolg van het prijsgeven van pensioenaanspraken, als
bedoeld in artikel 38n, tweede lid, Wet LB 1964, zoals dat artikel op 31 december 2019 luidde.
-
b. De compensatie leidt niet tot een verhoging van de verkrijgingsprijs van de aandelen
in het eigenbeheerlichaam op grond van artikel 34e, derde lid, Wet Vpb 1969.
De hierboven beschreven goedkeuring is van overeenkomstige toepassing in geval het
eigenbeheerlichaam een stichting betreft.