Besluit klachtadviescommissie raad voor de kinderbescherming

Geraadpleegd op 07-10-2024.
Geldend van 01-10-2020 t/m heden

Besluit van 2 september 2020, houdende regels inzake de behandeling van klachten over de raad voor de kinderbescherming door een klachtadviescommissie (Besluit klachtadviescommissie raad voor de kinderbescherming)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 18 juni 2020, nr. 2946848, directie Wetgeving en Juridische Zaken,

Gelet op artikel 239, vijfde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 juli 2020, nr. W16.20.0198/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 27 augustus 2020, nr. 2986201, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 3

  • 1 Er zijn vier klachtadviescommissies waarin onafhankelijke personen zitting hebben.

  • 3 In afwijking van het tweede lid worden klachten betreffende de algemeen directeur van de raad behandeld door Onze Minister.

Artikel 4

De bevoegdheidsverdeling van de klachtadviescommissies is de volgende:

  • a. Noord-Oost-Nederland, omvattende de gebieden Noord-Nederland en Oost-Nederland;

  • b. Midden West-Nederland, omvattende de gebieden Midden-Nederland, Amsterdam en Noord-Holland;

  • c. West-Nederland, omvattende de gebieden ‘s-Gravenhage en Rotterdam, alsmede de landelijke staforganisatie en

  • d. Zuid-Nederland, omvattende de gebieden Zeeland-West-Brabant, Oost-Brabant en Limburg.

Artikel 5

Van een klachtadviescommissie kan geen lid worden:

  • a. een persoon die werkzaam is bij de raad of van wie het dienstverband bij de raad minder dan drie jaar geleden is beëindigd, of

  • b. een persoon wiens onafhankelijkheid of onpartijdigheid om een andere reden in het geding kan zijn.

Artikel 6

  • 1 De klachtadviescommissies bestaan maximaal uit vijf voorzitters en twaalf leden. Zij hebben allen kennis op het terrein van de jeugdzorg of de jeugdbescherming.

  • 2 De voorzitters hebben een afgeronde academische opleiding.

  • 3 De voorzitters en de leden worden door Onze Minister benoemd voor ten hoogste zes jaar. Zij kunnen aansluitend op die termijn éénmaal voor een gelijke termijn worden herbenoemd. Zij zijn bevoegd als plaatsvervangend lid van een klachtadviescommissie in een ander gebied op te treden.

  • 4 Aan de voorzitters en aan de leden wordt op eigen verzoek tussentijds ontslag verleend.

  • 5 Een voorzitter of een lid kan door Onze Minister worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of andere zwaarwegende gronden. Omtrent het voornemen tot ontslag wordt de betrokkene door of namens Onze Minister gehoord.

Artikel 7

  • 1 De klachtadviescommissies houden zitting en adviseren met een voorzitter en twee leden.

  • 2 De voorzitter van de klachtadviescommissie bepaalt in overleg met de secretaris plaats, dag en uur van de zittingen.

Artikel 8

Dit besluit is eveneens van toepassing op bij de raad ingediende klachten die op het moment van inwerkingtreding reeds ontvangen zijn.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 september 2020

De Minister voor Rechtsbescherming,

S. Dekker

Uitgegeven de dertigste september 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus