Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
-
bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;
-
DAMU-leerling: leerling die is toegelaten tot het hbo-voortraject en daardoor wordt beschouwd als
toptalent op het gebied van dans of muziek;
-
DAMU-licentie: licentie van de minister aan het bevoegd gezag van een school waarin een aanvraag
als bedoeld in artikel 3 wordt ingewilligd;
-
hbo-voortraject: beroepsvoorbereidend traject voor vo-leerlingen, aangeboden door een hogeschool,
dat voorafgaat aan een hbo-bachelor op het gebied van dansvakonderwijs of muziekvakonderwijs;
-
minister: Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;
-
school: school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs waar uit de openbare kas bekostigd
onderwijs wordt verzorgd als bedoeld in de artikelen 2.4, 2.5 en 2.6 van de wet;
-
Stichting DAMU: de stichting Dans- en Muziekscholen;
-
wet:
Wet voortgezet onderwijs 2020.
Artikel 2. Doel van de regeling
Het doel van deze regeling is om een DAMU-leerling op een DAMU-school in staat te
stellen gedurende het vo-onderwijs deel te nemen aan een hbo-voortraject, met verlichting
van een dubbele studielast en integratie van regulier en kunstonderwijs daar waar
mogelijk.
Artikel 3. Procedure voor aanvraag van een DAMU-licentie
Artikel 4. De aanvraag van een DAMU-licentie
De aanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten:
-
a. een verklaring van de school dat op de desbetreffende school een door de betrokken
hogeschool goedgekeurde lijst met de namen en adressen van minimaal vijftien DAMU-leerlingen
die toegelaten zijn tot het hbo-voortraject aanwezig is, waarbij de meest recente
teldatum van 1 oktober voorafgaand aan de aanvraag voor deze telling leidend is;
-
b. het schoolplan, met daarin een beleidsnotitie waaruit blijkt op welke wijze de school
voldoet aan artikel 5, onderdeel b, en hoe de school waar nodig zorg draagt voor flexibiliteit in de onderwijsprogramma’s,
flexibiliteit bij het afleggen van toetsen en schoolexamens en centrale examens, en
hoe de specifieke kunstvakken worden ingevuld, rekening houdend met de belangen van
de betrokken DAMU-leerling; en
-
c. een schriftelijke steunverklaring van de Vereniging Hogescholen voor de aanvraag van
een DAMU-licentie.
Artikel 5. Voorschriften voor het verstrekken van een DAMU-licentie
De school, waarvoor het bevoegd gezag een aanvraag als bedoeld in artikel 3 heeft ingediend, voldoet aan de volgende voorschriften:
-
a. op de school zijn ten minste vijftien DAMU-leerlingen ingeschreven; en
-
b. op de school is onderwijzend personeel aanwezig en aanspreekbaar op de afstemming
van de werkzaamheden die verband houden met de DAMU-licentie en zij voorzien in de
begeleiding van de DAMU-leerlingen.
Artikel 6. Gebruik terminologie DAMU-school
Alleen een school met een DAMU-licentie mag zich profileren als een DAMU-school.
Artikel 7. Verlenging van de DAMU-licentie
Artikel 8. Consequentie van het niet meer deelnemen aan een hbo-voortraject
-
2 Indien het voor een leerling als bedoeld in het eerste lid redelijkerwijs niet mogelijk
is om de gemiste vakonderdelen nog in te halen blijft een reeds geëffectueerde ontheffing
op grond van artikelen 9 tot en met 13 van kracht, evenals een reeds lopende spreiding van het examen op grond van artikel 14.
Artikel 9. Consequentie voor de DAMU-leerlingen bij het niet verlengen van de DAMU-licentie
Indien de DAMU-licentie niet wordt verlengd, behouden de betrokken leerlingen de onder
de oorspronkelijke DAMU-licentie verkregen mogelijkheden aan die school. Indien dit
niet mogelijk is, verzorgt de school een alternatief.
Artikel 11. Afwijking van vakken in de bovenbouw vmbo theoretische leerweg
Het bevoegd gezag dat beschikt over een DAMU-licentie kan, in afwijking van artikel 2.33 van de wet en de artikelen 2.15 en 3.4, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020, een DAMU-leerling, die de theoretische leerweg in het vmbo volgt, ontheffing verlenen
voor:
-
a. lichamelijke opvoeding;
-
b. maatschappijleer;
-
c. een vak behorende tot de beeldende vorming, muziek, dans of drama.
Artikel 14. Gespreid examen
-
2 Alleen een DAMU-leerling die in het laatste leerjaar wordt geconfronteerd met activiteiten
in het kader van uitoefening van de dans of muziek, waardoor het niet mogelijk is
het eindexamen in het laatste leerjaar volledig af te leggen, komt voor toepassing
van artikel 3.56 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 in aanmerking.
De minister evalueert deze beleidsregel voor 1 januari 2025.
Artikel 16. Overgangsbepaling
Voor een school die voorafgaand aan deze beleidsregel al beschikt over een gelijkwaardige
licentie op grond van Beleidsregel verstrekking DAMU-licentie VO, blijft deze behouden, tenzij de looptijd van de eerdere licentie is verstreken en
niet tijdig een nieuwe licentie is aangevraagd.
Artikel 18. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 september 2020.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel DAMU-licentie VO 2020.