Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Medische Zorg van 16 april 2020, kenmerk 1669877-203857-WJZ;
Gelet op Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart
2019 betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat
rechtmatig in de handel zijn gebracht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 764/2008
(PbEU 2019, L 91) en de artikelen 13 en 32b van de Warenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 mei 2020, no.W13.20.0118/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Medische Zorg van 19 mei 2020, kenmerk
1686890-203857-WJZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder verordening (EU) 2019/515: Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019
betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig
in de handel zijn gebracht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 764/2008 (PbEU
2019, L 91).
Onze Minister is de bevoegde autoriteit, genoemd in de artikelen 4 en 5, van verordening
(EU) 2019/515.
Het is verboden te handelen in strijd met artikel 4, derde lid, van verordening (EU)
2019/515.
[Red: Wijzigt het Warenwetbesluit algemene productveiligheid.]
[Red: Wijzigt het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.]
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit uitvoering verordening wederzijdse
erkenning.