Taak
De internationale regelingen zorgen er onder andere voor dat mensen die zich binnen
de EU/EER en Zwitserland of tussen Nederland en de verdragslanden verplaatsen, hun
ziektekostendekking niet verliezen.
Personen die in een ander EU-land of verdragsland wonen, hebben onder bepaalde omstandigheden
een ‘verdragsrecht op zorg’ in het woonland ten laste van Nederland. Nederland vergoedt
de door het woonland gemaakte kosten.
Voor deze zorg betaalt de verdragsgerechtigde een bijdrage die wordt geïnd door het
CAK. Deze bijdrage bestaat uit een inkomensafhankelijke (Wlz en Zvw) nominale component (Zvw). Deze factor is afgestemd op het zorgniveau van het woonland.
Normenkader
Het CAK is als bevoegd orgaan in de zin van artikel 1 onderdeel q onder iii van Verordening
(EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende
de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en bilaterale sociale zekerheidsverdragen
aangewezen met in Titel III, Hoofdstuk 1 van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het
Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze
van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de
socialezekerheidsstelsels de relevante prestaties. Het CAK is op grond van artikel 6.1.2 onder g Wet langdurige zorg juncto artikel 69, tweede lid, Zorgverzekeringswet belast met de inning van de bijdragen van niet-ingezetenen. Op grond van artikel 39, tweede en derde lid van de Zorgverzekeringswet komen deze bijdragen ten gunste van het Zorgverzekeringsfonds.
Daarnaast is de volgende wet- en regelgeving van toepassing: de Regeling zorgverzekering (artikel 6.3.1 t/m 6.3.4), het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999, het Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 augustus
2015, houdende de aanwijzing van enige organen ingevolge Verordening (EG) nr. 883/2004/het Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 november
2016, kenmerk 1045213-157958-Z, houdende wijziging van het besluit van de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 augustus 2015, houdende de aanwijzing
van enige organen ingevolge Verordening (EG) nr. 883/2004/het Besluit van de Minister
voor Medische Zorg van 15 juni 2018, kenmerk 1356655-177439-Z, houdende wijziging
van het Besluit van de Minister voor Medische Zorg van 3 augustus 2015, houdende aanwijzing
van enige organen ingevolge Verordening (EG) nr. 883/2004 de Regeling van de Minister
voor Medische Zorg van 22 oktober 2018, kenmerk 1432459-182639, houdende wijziging
van de Regeling zorgverzekering in verband met het vaststellen van de woonlandfactoren
voor het jaar 2019 ten behoeve van de gedifferentieerde berekening van de bijdrage
voor verdragsgerechtigden en de Regeling van de Minister voor Medische Zorg 18 oktober 2019, kenmerk 1594729-197076-Z,
houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het vaststellen
van de woonlandfactoren voor het jaar 2020 ten behoeve van de gedifferentieerde berekening van de bijdrage voor verdragsgerechtigden.
De toepasselijke bilaterale verdragen betreffen:
-
• het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Turkije inzake sociale
zekerheid;
-
• het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en het Koninkrijk Marokko;
-
• het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Socialistische
Federatieve Republiek Joegoslavië (geldt voor Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Servië);
-
• het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Tunesië inzake sociale
zekerheid;
-
• het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kaapverdië inzake
sociale zekerheid;
-
• het Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van
Macedonië inzake sociale zekerheid.
De uit de Administratie en inning bijdrage verdragsgerechtigden voortvloeiende baten
en lasten, activa en passiva (balansmutaties) zijn rechtmatig indien deze voldoen
aan de in het bovengenoemde normenkader gestelde eisen op het gebied van juistheid,
tijdigheid en volledigheid.
Waarderingsgrondslag
Het CAK hanteert voor de financiële stromen ‘Bijdragen niet ingezetenen’ het baten
en lastenstelsel.
Verantwoording
De grondslag voor de verantwoording zijn de bijdragen die het CAK gerechtigd is in
het verslagjaar op te leggen aan verdragsgerechtigden, vermeerderd of verminderd met
de aanpassingen op de opgelegde bedragen met betrekking tot voorgaande jaren.
De vaststelling van de voorlopig op te leggen bedragen is afhankelijk van de gegevensuitwisseling
tussen het CAK, de Belastingdienst, het UWV, de SVB en de pensioenfondsen. Het CAK
maakt gebruik van de bestanden van de UWV en de SVB voor de vaststelling van de in
te houden bijdragen via deze organisaties en van de aanlevering van het wereldinkomen
door de door de Belastingdienst. Hiervoor geldt een gebruikersverantwoordelijkheid
voor het CAK. Voor de overige voorlopig opgelegde bijdragen vormt de eigen CAK administratie
de bron. De financiële stroom ‘Heffingsrente Belastingdienst’ betreft een secondaire
financiële stroom die behoort bij de financiële stroom ‘Bijdragen niet-ingezetenen’.
Heffingsrente is een vergoeding voor gemiste rente. Dit werkt naar twee kanten. Als
de Belastingdienst geld tegoed heeft, dan ontvangt de Belastingdienst de rente over
het openstaande bedrag. Moet de Belastingdienst een tegoed betalen, dan betaalt de
Belastingdienst de rente. Het CAK verrekent deze heffingsrente met de verdragsgerechtigden.
De verantwoording van de financiële stroom voor inning van de bijdrage van verdragsgerechtigden
en de vergoeding zorgkosten wordt met behulp van financiële overzichten van de baten
en lasten en van de activa en passiva in de bestuurlijke verantwoording weergegeven.
Daarnaast wordt een toelichting gegeven op deze financiële overzichten. Onderdeel
hiervan betreft een toelichting op de stand van de voorziening. In de toelichting
bij het overzicht van activa en passiva dient een toelichting op de stand van de voorziening
worden opgenomen en ook een specificatie van het rekening-courant verloop met het
Zorgverzekeringsfonds. Deze specificatie wordt in onderling overleg tussen het Zorginstituut
en het CAK opgesteld. Daarnaast dient op verzoek van het Zorginstituut als fondsbeheerder
aandacht te worden gegeven aan de wijze van waardering van de vorderingen en de uitvoering
van het afboekbeleid.