In overleg met een representatieve vertegenwoordiging van betrokken fiscaal intermediairs
(zoals bijvoorbeeld de Bond voor Belastingbetalers) wordt een klein aantal bezwaarschriften
geselecteerd met het oog op de beantwoording van de rechtsvraag door de administratieve
rechter in belastingzaken.
Als de rechtsvraag in de geselecteerde bezwaarschriften bij onherroepelijke rechterlijke
uitspraak is beantwoord, doet de inspecteur binnen zes weken een collectieve uitspraak
op bezwaar conform artikel 25e AWR.
Als een bezwaarschrift mede ziet op andere geschilpunten, niet betreffende de vermogensrendementsheffing,
dan doet de inspecteur het bezwaar op die punten individueel af. De aanslag inkomstenbelasting
wordt herzien op het punt van de rechtsvraag als de Belastingdienst daarop niet geheel
in het gelijk wordt gesteld.
Als in een bezwaarschrift alleen het standpunt wordt ingenomen dat de vermogensrendementsheffing
een individuele buitensporige last vormt die in strijd is met het EVRM, dan kan het
bezwaarschrift niet meelopen in de massaalbezwaarprocedure.
Als in een bezwaarschrift zowel het standpunt wordt ingenomen dat de vermogensrendementsheffing
op regelniveau in strijd is met het EVRM (de rechtsvraag) als ook op individueel niveau,
dan kan het bezwaarschrift voor wat betreft het laatste standpunt niet meelopen in
de massaalbezwaarprocedure. In die gevallen wordt het bezwaarschrift gesplitst in
een deel dat wel en een deel dat niet meeloopt in de massaalbezwaarprocedure. Voor
zover het bezwaarschrift het standpunt behelst dat de vermogensrendementsheffing op
individueel niveau in strijd is met het EVRM, wordt het behandeld als een individueel
bezwaar. De aanslag inkomstenbelasting wordt herzien op het punt van de rechtsvraag
als de Belastingdienst daarop niet geheel in het gelijk wordt gesteld.