Regeling vaststelling tijdelijke regels m.b.t. de wekelijkse rij- en rusttijden van [...] ter voorkoming van verdere verspreiding virus COVID-19)

[Regeling vervallen per 01-06-2020.]
Geraadpleegd op 06-06-2025.
Geldend van 07-04-2020 t/m 31-05-2020

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 19 maart 2020, nr. IENW/BSK-2020/54872, houdende vaststelling van tijdelijke regels met betrekking tot de wekelijkse rij- en rusttijden van bestuurders in het wegvervoer in enkele deelsectoren in afwijking van Verordening 561/2006, in verband met maatregelen ter voorkoming van de verdere verspreiding van het virus dat COVID-19 veroorzaakt

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 14, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad;

BESLUIT:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-06-2020]

  • 2 Onverminderd de definities, bedoeld in het eerste lid, wordt in deze regeling verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-06-2020]

In verband met maatregelen ter voorkoming van de verdere verspreiding van het virus dat COVID-19 veroorzaakt, worden tijdelijke regels gesteld in afwijking van enkele regels van de verordening voor een bestuurder die uitsluitend binnen Nederland wegvervoer van goederen verricht waarop de verordening van toepassing is, in een deelsector genoemd in bijlage 1.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-06-2020]

  • 1 In afwijking van artikel 6, eerste lid, van de verordening, mag de dagelijkse rijtijd niet meer bedragen dan elf uur.

  • 2 In afwijking van artikel 6, tweede lid, van de verordening, mag de wekelijkse rijtijd van een bestuurder niet meer bedragen dan 60 uur, waarbij de maximale wekelijkse arbeidstijd als gedefinieerd in Richtlijn 2002/15/EG niet mag worden overschreden.

  • 3 In afwijking van artikel 6, derde lid, van de verordening, mag de bij elkaar opgetelde rijtijd gedurende twee opeenvolgende weken niet meer bedragen dan 96 uur.

  • 4 In afwijking van artikel 8, zesde lid, van de verordening, mag een wekelijkse rusttijd niet later beginnen dan aan het einde van zeven perioden van 24 uur te rekenen vanaf het einde van de vorige wekelijkse rusttijd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-06-2020]

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 14 maart 2020. De regeling vervalt met ingang van 1 juni 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Bijlage 1. Deelsectoren in het wegvervoer van goederen waarop de regeling van toepassing is Onderscheiden op basis van goederenclassificatie NST-R 2017.

[Regeling vervallen per 01-06-2020]

  • Landbouwproducten en levende dieren;

  • Andere voedingsproducten en veevoeder;

  • Aardoliën en aardolieproducten;

  • Medicinale en farmaceutische producten;

  • Parfumerieën en reinigingsmiddelen.