-
algemene de-minimisverordening:
Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen
107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun
(PbEU 2013, L 352);
-
algemene groepsvrijstellingsverordening:
Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van
de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard
(PbEU 2014, L 187);
-
circulair ketenproject: samenhangend geheel van activiteiten van de ondernemers in een circulair ketensamenwerkingsverband,
voor zover deze activiteiten rechtstreeks verbonden zijn aan de circulaire, nieuwheids-
of samenwerkingsaspecten van de drempels of belemmeringen die de ondernemers moeten
wegnemen om te komen tot het circulair ontwerpen, produceren of organiseren van producten,
processen of diensten;
-
circulair ketensamenwerkingsverband: samenwerkingsverband bestaande uit ten minste drie en ten hoogste zes MKB-ondernemers,
dan wel uit tenminste twee en ten hoogste vijf MKB-ondernemers met ten hoogste één
grote ondernemer:
-
a. dat ten doel heeft een circulair ketenproject uit te voeren;
-
b. met in ieder geval drie verschillende rollen in een product- of materiaalketen; en
-
c. die niet in een groep met elkaar verbonden zijn;
-
daadwerkelijke samenwerking: samenwerking tussen onafhankelijke partijen om kennis of technologie uit te wisselen
of een gemeenschappelijke doelstelling op basis van een taakverdeling te bereiken,
waarbij de partijen samen de omvang van het samenwerkingsproject bepalen, bijdragen
aan de tenuitvoerlegging ervan, en het risico en de resultaten ervan delen;
-
de-minimisplafond: totale bedrag aan de-minimissteun dat aan een onderneming mag worden verleend op
grond van artikel 3, tweede lid, van de algemene de-minimisverordening, van artikel
3, tweede lid, van de landbouw de-minimisverordening of van artikel 3, tweede lid,
van de visserij de-minimisverordening;
-
groep: economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:
-
a. een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:
-
1°. meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,
-
2°. volledig aansprakelijk vennoot is van, of
-
3°. overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen,
en
-
b. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;
-
grote ondernemer: ondernemer die een grote onderneming in de zin van artikel 2, onderdeel 24, van de
algemene groepsvrijstellingsverordening in stand houdt;
-
landbouw de-minimisverordening:
Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en
108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun
in de landbouwsector (PbEU 2013, L 352);
-
MKB-ondernemer: ondernemer die een kleine onderneming of een middelgrote onderneming in de zin van
artikel 2, onderdeel 2, van de algemene groepsvrijstellingsverordening in stand houdt;
-
procesbegeleider: rechtspersoon, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld,
of natuurlijke persoon, met aantoonbare kennis en ervaring op het gebied van circulaire
economie, die volgens feitelijk handelen aantoonbaar minimaal één jaar ervaring heeft
met het begeleiden van ondernemingen op het vlak van circulaire economie en die door
de ondernemers in het circulair ketensamenwerkingsverband is aangesteld als begeleider
van het circulair ketenproject;
-
verklaring de-minimissteun: verklaring van de subsidieaanvrager waarin deze bevestigt dat subsidieverstrekking
niet zal leiden tot een overschrijding van het de-minimisplafond;
-
visserij de-minimisverordening:
Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in
de visserij- en aquacultuursector (PbEU 2014, L 190).