U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 27-04-2025. Geldend van 01-01-2024 t/m heden
Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 februari 2020, 2020-0000005710, tot vaststelling van beleidsregels toepassing Wet algemene ouderdomsverzekering BES en Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 7a, zevende lid, 8, eerste en tweede lid, en 11, tweede lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, de en 15 van de Wet algemene weduwen- wezenverzekering BES en artikelen 11, derde lidartikel 1a van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen BES;
Besluit:
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
a. AOV: Wet algemene ouderdomsverzekering BES
b. AWW: Wet algemene weduwen- wezenverzekering BES
1 De RCN-unit SZW stelt bij de beoordeling van het recht op en de hoogte van de uitkering ingevolge de Wet algemene ouderdomsverzekering BES de tijdvakken vast waarin belanghebbende uit hoofde van ingezetenschap geacht wordt verzekerd te zijn geweest. Dit overeenkomstig de gegevens zoals die zijn opgenomen in de bevolkingsadministratie (PIVA).
2 De RCN-unit SZW stelt belanghebbende op diens verzoek in de gelegenheid om ingezetenschap van Bonaire, Sint Eustatius of Saba in afwijking van de gegevens uit PIVA aan te tonen aan de hand van ander bewijsmateriaal.
3 Bewijsstukken die een rol kunnen spelen bij de beoordeling als bedoeld in het tweede lid kunnen bijvoorbeeld zijn:
− gegevens betreffende door belanghebbende betaalde belasting;
− een of meer salarisslips of jaaropgaven;
− een arbeidsovereenkomst;
− huurovereenkomst of afschrijving hypotheek ten behoeve van woning;
− facturen water en energie ten name van belanghebbende;
− bewijs van lidmaatschap van vereniging op sociaal of sportief vlak;
− gegevens waaruit blijkt dat een kind van belanghebbende schoolgaand is geweest, zoals een rapport;
− bewijsstukken van ingezetenschap van de partner van belanghebbende;
− verklaring openbaar lichaam, mits (mede) ondertekend door de gezaghebber.
4 De RCN-unit SZW beslist, alle beschikbare informatie wegende, of een door belanghebbende aangedragen bewijsstuk als zodanig in redelijkheid kan worden aanvaard.
[Artikel 7a, zevende lid, aanhef en onder a, en artikel 8, eerste lid, Wet algemene ouderdomsverzekering BES]
[Vervallen per 01-01-2024]
Indien de belanghebbende een herzieningsverzoek indient, behandelt de RCN-unit SZW dit op basis van redelijkheid. De RCN-unit SZW acht het evident onredelijk om zonder terugwerkende kracht terug te komen van een rechtens onaantastbaar besluit als de RCN-unit SZW uit hetgeen belanghebbende in zijn herzieningsverzoek aanvoert, concludeert dat het genomen besluit evident onjuist is. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende situaties:
a. Indien de gebleken onjuistheid voortvloeit uit een fout van de RCN-unit SZW, past de RCN-unit SZW de uitkering met volledige terugwerkende kracht aan, echter tot een maximum van vijf jaar.
b. In geval van nieuwe informatie die van invloed is op de hoogte van de uitkering AOV en in het voordeel van de belanghebbende, kan de RCN-unit SZW volledige terugwerkende kracht toekennen, tot een maximum van vijf jaar, als sprake is van informatie die ten tijde van de aanvraag niet kon worden aangevoerd en vastgesteld.
c. Als een besluit bij nader inzien onmiskenbaar onjuist is als gevolg van een wijziging van het beleid van de RCN-unit SZW in het voordeel van de belanghebbende, beslist de RCN-unit SZW per categorie van gevallen of zij reeds vastgestelde uitkeringen herziet en zo ja, met welke terugwerkende kracht. Belanghebbende moet zelf een verzoek indienen voor herziening op basis van nieuw beleid. De RCN-unit SZW herziet een rechtens onaantastbaar geworden besluit met terugwerkende kracht van ten hoogste één jaar vanaf het moment van ontvangst van het verzoek om herziening, tot uiterlijk de ingangsdatum van het nieuwe beleid. In bijzondere gevallen waarin het van hardheid zou getuigen om de terugwerkende kracht tot een jaar te beperken, wordt de uitkering met een langere terugwerkende kracht tot ten hoogste de ingangsdatum van het nieuwe beleid of de datum van de rechterlijke uitspraak herzien.
d. In geval van overige omstandigheden, zoals een fout van de belanghebbende of een derde, past de RCN-unit SZW de uitkering aan met terugwerkende kracht van een jaar vanaf het moment waarop zij het herzieningsverzoek heeft ontvangen. De RCN-unit SZW past echter volledige terugwerkende kracht toe, tot een maximum van vijf jaar, als zich een bijzonder geval voordoet waarin het van hardheid zou getuigen om de terugwerkende kracht tot een jaar te beperken.
[Artikel 12, eerste en tweede lid Wet algemene ouderdomsverzekering BES]
Voor de toepassing van artikel 11, derde lid, van de AWW wordt een kind in beginsel verondersteld ten laste van de belanghebbende weduwe of weduwnaar te komen. Slechts indien uit bij de RCN-unit SZW bekende informatie blijkt dat dit niet het geval is, kan de RCN-unit SZW anders concluderen. Dit is in elk geval aan de orde indien is gebleken dat het kind ten minste 70% van het leeftijdsgerelateerde wettelijk minimumloon, vastgesteld op grond van artikel 8, tweede lid, van de Wet minimumlonen BES verdient. Eventueel recht op studiefinanciering wordt buiten beschouwing gelaten. Vertrekpunt is dat een bijdrage van derden niet zondermeer een ontzegging van de aanspraak op het hogere uitkeringsbedrag tot gevolg zal hebben.
[Artikel 11, derde lid, Wet algemene weduwen- wezenverzekering BES]
De persoon die tussen 1 juli 2015 en 1 juli 2022 uitsluitend om studieredenen in het Europees deel van Nederland heeft gewoond en direct daaraan voorafgaand in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woonde, wordt over die periode als verzekerde voor de AOV aangemerkt, behoudens tijdvakken waarin die persoon vanwege het verrichten van werk verzekerd is voor de Algemene Ouderdomswet (AOW).
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2020.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel RCN-unit SZW toepassing AOV en AWW BES.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 7 februari 2020
C.A. Herstel
De directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Beleidsregel RCN-unit SZW toepassing AOV en AWW BES", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.