De archiefbescheiden omvatten foto’s, negatieven, tekeningen en glazen lantaarnplaten,
die door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gebruikt zijn
als voorlichtings- en documentatiemateriaal uit de jaren ’40, ’50 en ’60 voor de herinrichting
of modernisatie van oude boerderijen en voor nieuw te bouwen boerderijen, schuren
en stallen.
Het gaat hierbij om
-
– 1 doos met contactafdrukken op systeemkaartjes met beschrijvingen.
-
– 2 dozen met negatieven van de contactafdrukken.
-
– 20 houten kistjes met lantaarnplaatjes
-
– 2466 foto’s
-
– 2000 kleurendia’s van het Consulentschap voor de Bedrijfsuitrusting in de Veehouderij
te Wageningen.
In 1985 zijn met toestemming van de toenmalige directeur van het Instituut voor Mechanisatie
en Arbeid en Gebouwen (IMAG) archiefbescheiden van de Directie Akker- en Weidebouw,
afdeling Voedselvoorziening aan de Stichting Historisch Boerderij Onderzoek (SHBO)
geschonken. De afweging bij deze schenking was in 1985 dat het materieel niet meer
door het IMAG werd gebruikt en dat deze collectie een goede aanvulling vormde voor
de kenniscollectie van de SHBO.
De SHBO fungeerde tussen 1960 en 2007 als kenniscentrum voor Nederlandse plattelandscultuur
en landelijke bouwkunst, met name historische boerderijen. Na opheffing zijn de kenniscollectie
en een deel van de werkzaamheden van de SHBO overgenomen door de RCE. Er is geen overdrachtsverklaring
of verklaring van vervreemding terug te vinden, dus LNV is nog steeds zorgdrager van
dit materiaal.
Het Ministerie van LNV wil het zorgdragerschap van het genoemde voorlichtings- en
documentatiemateriaal formeel overdragen aan de RCE met daarbij inbegrepen de auteurs-
reproductie- beeld- en copyrightrechten.
De belangen, genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Archiefbesluit, worden op onderstaande wijze gewaarborgd: De oorsprong van het voorlichtingsmateriaal
en documentatiemateriaal van LNV wordt vermeld bij de ontsluiting. Na ontsluiting
en openbaarmaking van deze archiefbescheiden door RCE zijn deze ook door LNV te raadplegen.
-Met de taak van het Ministerie van LNV wordt op de volgende wijze rekening gehouden:
het Ministerie van LNV heeft nu geen rol meer in de voorlichtingsactiviteiten met
betrekking tot herinrichting of modernisatie van oude boerderijen en voor nieuw te
bouwen boerderijen, schuren en stallen. De historische rol van het Ministerie van
LNV is door de overbrenging van het archief van Directie Akker- en Weidebouw naar
het Nationaal Archief terug vindbaar.
Met de verhouding tot andere overheidsorganen wordt op de volgende wijze rekening
gehouden: niet van toepassing.
Met de waarde van archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed wordt
als volgt rekening gehouden: de neerslag van het handelen is gewaardeerd in selectielijst
092 overheidsinformatievoorziening LNV. Handeling 20 het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten
op het terrein van informatievoorziening voor het eigen departement. Cultuurhistorisch
gezien vormt het voorlichtings- en documentatiemateriaal van de LNV Directie Akker
en Weidebouw een geheel met de overige archiefbescheiden van de SHBO.
Met het belang van de recht- of bewijszoekenden en voor het historisch onderzoek wordt
als volgt rekening gehouden: De RCE neemt verantwoordelijkheid voor een duurzame bewaring
van deze archiefbescheiden en draagt op termijn zorg voor digitale ontsluiting voor
iedereen van de collectie met behulp van een website.
De deskundigen als bedoeld in artikel 3, eerste lid van het Archiefbesluit 1995 die zijn betrokken bij de voorbereiding van het besluit:
dhr. T. van Druten medewerker verwerven bij het Nationaal Archief, als vertegenwoordiger
van de algemene rijksarchivaris;
dhr. J.J.J. van Schendelen teammanager directie Bedrijfsvoering EZK/LNV
dhr. S. Tolido senior-adviseur directie Bedrijfsvoering EZK/LNV;
mw. Ir. J.M. Toebast specialist landelijke bouwkunst Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed;
mw. L.N. Peters senior-adviseur Bibliotheek en Collectiemanagement Rijksdienst voor
het Cultureel Erfgoed;
Het met hen gevoerde overleg had de volgende inhoud:
-
• het bepalen van de aard, de omvang, en de looptijd van de te vervreemden archiefbescheiden;
-
• het bepalen van de te volgen procedure met betrekking tot de aanvraag van de machtiging
tot vervreemding, het besluit tot vervreemding en de verklaring tot vervreemding;
-
• de toegankelijkheid van de te vervreemden bestanden.