Regeling houdende tijdelijke maatregelen Plantenziektenwet

[Regeling vervallen per 01-03-2021.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 14-11-2020 t/m 28-02-2021.

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 november 2019, nr. WJZ/ 19213402, houdende tijdelijke maatregelen Plantenziektenwet

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/213, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PbEU 2016, L 317);

Verordening (EU) 2017/625 van het Europees parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PbEU 2017, L 95); en artikel 3, eerste en tweede lid, van de Plantenziektenwet,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Onze Minister wordt aangewezen als bevoegde autoriteit, bedoeld in:

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

De BKD wordt aangewezen als bevoegde autoriteit met betrekking tot bloembollen voor:

  • a. de officiële controles en andere officiële activiteiten ten aanzien van de bij of krachtens artikel 37 van verordening 2016/2031 bedoelde voorschriften;

  • b. het verlenen van een erkenning aan marktdeelnemers voor de afgifte van plantenpaspoorten, bedoeld in artikel 89, eerste lid, van verordening 2016/2031;

  • c. de afgifte, de vervanging, het ongeldig maken en het verwijderen van plantenpaspoorten als bedoeld in de artikelen 84, tweede lid, 93, eerste en tweede lid en 95, tweede lid, van verordening 2016/2031;

  • d. het onderzoek voor de afgifte van een plantenpaspoort als bedoeld in artikel 87, tweede lid en derde lid, onderdeel c, van verordening 2016/2031;

  • e. inspecties en maatregelen met betrekking tot de erkende marktdeelnemers als bedoeld in artikel 92 van verordening 2016/2031;

  • f. het beslissen over zendingen als bedoeld in artikel 55 van verordening 2017/625, voor zover de zending betrekking heeft op planten, plantaardige producten en ander materiaal;

  • g. het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, van de wet;

  • h. het doen van mededelingen, aanzeggingen, toestemmingen en aanwijzingen op grond van het Besluit bestrijding schadelijke organismen, indien de BKD de vondst zelf mag afhandelen;

  • i. het nemen van het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bestrijding schadelijke organismen, indien de BKD de vondst zelf mag afhandelen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

De NAK wordt aangewezen als bevoegde autoriteit met betrekking tot landbouwgewassen voor:

  • a. de officiële controles en andere officiële activiteiten ten aanzien van de bij of krachtens artikel 37 van verordening 2016/2031 bedoelde voorschriften;

  • b. het verlenen van een erkenning aan marktdeelnemers voor de afgifte van plantenpaspoorten, bedoeld in de artikel 89, eerste lid, van verordening 2016/2031;

  • c. de afgifte, de vervanging, het ongeldig maken en het verwijderen van plantenpaspoorten als bedoeld in de artikelen 84, tweede lid, 93, eerste en tweede lid en 95, tweede lid, van verordening 2016/2031;

  • d. het onderzoek voor de afgifte van een plantenpaspoort als bedoeld in artikel 87, tweede lid en derde lid, onderdeel c, van verordening 2016/2031;

  • e. inspecties en maatregelen met betrekking tot de erkende marktdeelnemers als bedoeld in artikel 92 van verordening 2016/2031;

  • f. het beslissen over zendingen als bedoeld in artikel 55 van verordening 2017/625, voor zover de zending betrekking heeft op planten, plantaardige producten en ander materiaal;

  • g. het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, van de wet;

  • h. het doen van mededelingen, aanzeggingen, toestemmingen en aanwijzingen op grond van het Besluit bestrijding schadelijke organismen, indien de NAK de vondst zelf mag afhandelen;

  • i. het nemen van het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bestrijding schadelijke organismen, indien de NAK de vondst zelf mag afhandelen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

De Naktuinbouw wordt aangewezen als bevoegde autoriteit met betrekking tot tuinbouw- en bosbouwgewassen voor:

  • a. de officiële controles en andere officiële activiteiten ten aanzien van de bij of krachtens artikel 37 van verordening 2016/2031 bedoelde voorschriften;

  • b. het verlenen van een erkenning aan marktdeelnemers voor de afgifte van plantenpaspoorten, bedoeld in artikel 89, eerste lid, van verordening 2016/2031;

  • c. de afgifte, de vervanging, het ongeldig maken en het verwijderen van plantenpaspoorten als bedoeld in de artikelen 84, tweede lid, 93, eerste en tweede lid en 95, tweede lid, van verordening 2016/2031;

  • d. het onderzoek voor de afgifte van een plantenpaspoort als bedoeld in artikel 87, tweede lid en derde lid, onderdeel c, van verordening 2016/2031;

  • e. inspecties en maatregelen met betrekking tot de erkende marktdeelnemers als bedoeld in artikel 92 van verordening 2016/2031;

  • f. het beslissen over zendingen als bedoeld in artikel 55 van verordening 2017/625, voor zover de zending betrekking heeft op planten, plantaardige producten en ander materiaal;

  • g. het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, van de wet;

  • h. het doen van mededelingen, aanzeggingen, toestemmingen en aanwijzingen op grond van het Besluit bestrijding schadelijke organismen, indien de Naktuinbouw de vondst zelf mag afhandelen;

  • i. het nemen van het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bestrijding schadelijke organismen, indien de Naktuinbouw de vondst zelf mag afhandelen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

De KCB wordt aangewezen als bevoegde autoriteit met betrekking tot planten, plantaardige producten, voor opplant bestemde planten en ander materiaal voor:

  • a. de officiële controles en andere officiële activiteiten ten aanzien van de bij of krachtens artikel 37 van verordening 2016/2031 bedoelde voorschriften;

  • b. het verlenen van een erkenning aan marktdeelnemers voor de afgifte van plantenpaspoorten, bedoeld in artikel 89, eerste lid, van verordening 2016/2031;

  • c. de afgifte, de vervanging, het ongeldig maken en verwijderen van plantenpaspoorten als bedoeld in de artikelen 84, tweede lid, 93, eerste en tweede lid en 95, tweede lid, van verordening 2016/2031;

  • d. het onderzoek voor de afgifte van een plantenpaspoort als bedoeld in artikel 87, tweede lid en derde lid, onderdeel c, van verordening 2016/2031;

  • e. inspecties en maatregelen met betrekking tot de erkende marktdeelnemers als bedoeld in artikel 92 van verordening 2016/2031;

  • f. het beslissen over zendingen als bedoeld in artikel 55 van verordening 2017/625, voor zover de zending betrekking heeft op planten, plantaardige producten en ander materiaal;

  • g. het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid, van de wet;

  • h. het doen van mededelingen, aanzeggingen, toestemmingen en aanwijzingen op grond van het Besluit bestrijding schadelijke organismen, indien de KCB de vondst zelf mag afhandelen;

  • i. het nemen van het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bestrijding schadelijke organismen, indien de KCB de vondst zelf mag afhandelen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Ter voorkoming van het optreden en de verbreiding van schadelijke organismen en ter bestrijding daarvan worden de voorschriften vastgesteld bij of krachtens de artikelen 5, eerste lid, 9, derde lid, 14, eerste, derde, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, 32, tweede lid, 33, eerste lid, 37, eerste lid, 40, eerste lid, 41, eerste lid, 42, tweede lid, 43, eerste lid, 47, eerste lid, 53, eerste lid, 54, eerste lid, 55, 57, 59, 61, eerste lid, 62, 63, derde lid, 64, eerste lid, 66, eerste en vijfde lid, 69, eerste, tweede, derde, vierde en zesde lid, 70, 74, eerste lid, 79, eerste lid, 80, eerste lid, 83, vijfde lid, 84, eerste lid, 87, eerste lid, 88, 90, 93, vijfde lid, 95, eerste, derde en vierde lid, 96, eerste lid, en 97, eerste lid, van verordening 2016/2031 en de artikelen 15, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 47, vijfde lid, 50, eerste en derde lid, 56, eerste en vierde lid, 57, eerste lid en 69, eerste lid, van verordening 2017/625 nageleefd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Ter voorkoming van het optreden en de verbreiding van schadelijke organismen en ter bestrijding daarvan kan de bevoegde autoriteit ook fytosanitaire maatregelen als bedoeld in artikel 2, onder 22, van verordening 2016/2031 treffen met inachtneming van bijlage II van verordening 2016/2031.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

De erkenningen als bedoeld in artikel 12 van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten en de ontheffingen als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten, die verleend waren voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, worden geacht te zijn verleend op basis van verordening 2016/2031 en verordening 2017/625.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-03-2021]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 14 december 2019 en vervalt met ingang van 14 april 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 november 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.J. Schouten