Mandaatbesluit individuele verzoeken VI op de BES 2019

Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 18-10-2019 t/m heden.

Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 8 oktober 2019 (kenmerk: 2703930/19/DP&O), houdende verlening van mandaat met betrekking tot de bevoegdheid om te besluiten op individuele verzoeken tot voorwaardelijke invrijheidstelling op de BES (Mandaatbesluit individuele verzoeken VI op de BES 2019)

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 19, eerste lid, van Wetboek van Strafrecht BES;

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijk gesteld de verlening van:

  • a. volmacht om in naam van de Minister voor de Staat privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • b. machtiging om in naam van de Minister handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2

  • 1 Aan de hoofddirecteur van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot de verantwoordelijkheid van de Minister behorende aangelegenheden op het terrein van verzoeken tot voorwaardelijke invrijheidstelling op de BES, met uitzondering van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten die zijn neergelegd in een document, gericht tot:

    • a. de Koning;

    • b. de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daartoe gevormde onderraad of commissie;

    • c. de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;

    • d. de vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk of de vice-president van de Raad van State;

    • e. de president van de Algemene Rekenkamer; of

    • f. de Nationale ombudsman, indien de strekking daarvan is dat aan een aanbeveling van de Nationale ombudsman geen gevolg wordt gegeven.

Artikel 3

De hoofddirecteur wordt voor bij diens afwezigheid of ontstentenis toegestaan het krachtens het in artikel 2 verleende in ondermandaat door te geven aan de plaatsvervangend hoofddirecteur van de Dienst Justitiële Inrichtingen.

Artikel 4

Ondertekening van besluiten en stukken door de hoofddirecteur met betrekking tot aangelegenheden op het terrein van verzoeken tot voorwaardelijke invrijheidstelling op de BES vindt plaats op de volgende wijze:

De Minister voor Rechtsbescherming,

namens deze,

(handtekening)

(naam)

hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen

Artikel 5

Ondertekening van besluiten en stukken door de plaatsvervangend hoofddirecteur met betrekking tot aangelegenheden op het terrein van verzoeken tot voorwaardelijke invrijheidstelling op de BES vindt plaats op de volgende wijze:

De Minister voor Rechtsbescherming,

namens deze,

(handtekening)

(naam)

plaatsvervangend hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming,

S. Dekker