Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 juli 2019, nr. 2019-0000364482, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;
Gelet op de artikelen 44, eerste lid, 72, en 89 van de Grondwet, de artikelen 9, eerste lid, en 22 van de Archiefwet 1995, artikel 4.20, vierde lid, aanhef en onderdeel a, van de Comptabiliteitswet 2016, artikel 8 van de Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië, de artikelen 44, eerste en tweede lid, 66, eerste en tweede lid, 79 en 95, vierde lid, van de Gemeentewet, artikel 5 van de Instellingswet W.R.R., de artikelen 16 en 17 van de Intrekkingswet BB, de artikelen 12, onder o, en 12quater, eerste lid, onderdelen e en f, van de Militaire Ambtenarenwet 1931, artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012, de artikelen 43, eerste en tweede lid, 65, eerste en tweede lid, 77 en 94, derde lid, van de Provinciewet, de artikelen 9, 15 en 16 van de Uitvoeringswet grondkamers, artikel 44, eerste lid, van de Waterschapswet, de artikelen 12 en 12o van de Wet ambtenaren defensie, de artikelen 34 en 37 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP, de artikelen 2, derde lid, en 3, tweede lid, van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, de artikelen 23 en 24 van de Wet gemeentelijke herindeling van Noordwest-Overijssel, artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wet Huis voor klokkenluiders, de artikelen 4, vijfde lid, 5, tweede lid, en 12 van de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement, de artikelen 33, vierde lid, en 102 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, artikel 46d, onderdeel g, van de Wet op de ondernemingsraden, artikel 48b, tweede en derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, artikel 193, eerste lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, artikel 2 van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen, de artikelen 2, eerste lid, en 3, tweede lid, van de Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman, artikel 2, vierde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, artikel II van de Wet van 19 mei 1994, tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (onder andere ter zake van inhoudingen op het inkomen en gelijke franchise voor de pensioenberekening), de artikelen 6, vijfde lid, en 7, derde lid van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, de artikelen 51i, vierde lid, 51k, eerste lid, 126h, vierde lid, 142, vierde lid en 462, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 17, derde lid, Wet op de economische delicten, de artikelen 9, eerste lid, 47, eerste en vierde lid en 81, eerste lid, van de Politiewet 2012, de artikelen 3 en 16, vierde lid, van de Wet beëdigde tolken en vertalers, de artikelen 14, vierde lid, 25, derde lid, 67, zesde lid, 73, derde lid en 89, vierde lid van de Wet op de rechterlijke organisatie, artikel 16d van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 90, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, artikel 18, eerste lid, van de Wet politiegegevens, de artikelen 17, vijfde lid, 18, vierde lid, en 19 van de Wet College voor de rechten van de mens, de artikelen 16, eerste en zesde lid, 25, tweede lid, 67, vijfde en zesde lid, en 86, eerste, zesde, zevende en achtste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, artikel 3 van de Beroepswet, artikel 4 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, de artikelen 50, vierde lid, 51, derde lid en 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de artikelen 6 en 7 van de Wet tarieven in strafzaken, artikel 33e, derde lid en artikel 37, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, artikel 8 van de Instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming 2015, artikel 37, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand, de artikelen 7, vierde lid, en 41, vierde lid van de Penitentiaire beginselenwet, de artikelen 7, vijfde lid, en 46, vierde lid, Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de artikelen 10, vijfde lid en 40, vierde lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 4 september 2019, no. W04.19.0224/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 september 2019, nr. 2019-0000503917;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Ministerie van Algemene Zaken
[Red: Wijzigt het Rechtspositiebesluit WRR 2004.]
[Red: Wijzigt het Rechtspositiebesluit toetsingscommissie inzet bevoegdheden en commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.]
Hoofdstuk 2. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
[Red: Wijzigt het Besluit ex artikel 8 Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië.]
[Red: Wijzigt het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.]
[Red: Wijzigt het Besluit heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden bij de overheid.]
[Red: Wijzigt het Besluit houdende regels non-activiteitswedde rijksambtenaren lid van de Staten-Generaal of het Europees Parlement.]
[Red: Wijzigt het Besluit rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman.]
[Red: Wijzigt het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies.]
[Red: Wijzigt het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.]
[Red: Wijzigt het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES.]
[Red: Wijzigt het Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen.]
Hoofdstuk 3. Ministerie van Defensie
[Red: Wijzigt het Algemeen militair ambtenarenreglement.]
[Red: Wijzigt het Besluit aanvulling arbeidsongeschiktheidsuitkering burgerlijke ambtenaren defensie.]
[Red: Wijzigt het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie.]
[Red: Wijzigt het Besluit dienstreizen Defensie.]
[Red: Wijzigt het Besluit georganiseerd overleg sector Defensie.]
[Red: Wijzigt het Besluit medezeggenschap Defensie 2008.]
[Red: Wijzigt het Besluit personenchauffeurs defensie.]
[Red: Wijzigt het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie.]
[Red: Wijzigt het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie.]
[Red: Wijzigt het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie.]
[Red: Wijzigt het Inkomstenbesluit militairen.]
[Red: Wijzigt de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Defensie.]
Hoofdstuk 4. Ministerie van Financiën
[Red: Wijzigt het Besluit FEZ van het Rijk.]
Hoofdstuk 5. Ministerie van Justitie en Veiligheid
[Red: Wijzigt de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en andere opsporingsambtenaren.]
[Red: Wijzigt het Besluit adviescommissie afgesloten strafzaken.]
[Red: Wijzigt het Besluit algemene rechtspositie politie.]
[Red: Wijzigt het Besluit beëdigde tolken en vertalers.]
[Red: Wijzigt het Besluit beëdiging en vergoeding buitengriffiers en waarnemend griffiers.]
[Red: Wijzigt het Besluit bekwaamheid en betrouwbaarheid opsporingsambtenaren bijzondere opsporingsdiensten 2010.]
[Red: Wijzigt het Besluit bezoldiging politie.]
[Red: Wijzigt het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.]
[Red: Wijzigt het Besluit burgerlijke stand 1994.]
[Red: Wijzigt het Besluit College van afgevaardigden.]
[Red: Wijzigt het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994.]
[Red: Wijzigt het Besluit politiegegevens.]
[Red: Wijzigt het Besluit rechtspositie College voor de rechten van de mens.]
[Red: Wijzigt het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak.]
[Red: Wijzigt het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.]
[Red: Wijzigt het Besluit rechtspositie vrijwillige politie.]
[Red: Wijzigt het Besluit register deskundige in strafzaken.]
[Red: Wijzigt het Besluit tarieven in strafzaken 2003.]
[Red: Wijzigt het Besluit toevoeging mediation.]
[Red: Wijzigt het Besluit uitoefening rechtspositionele bevoegdheden gerechtsambtenaren en ambtenaren bureau Raad voor de rechtspraak.]
[Red: Wijzigt het Besluit vergoedingen Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming.]
[Red: Wijzigt het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000.]
[Red: Wijzigt het Besluit werkwijze onderzoek gelijke behandeling.]
[Red: Wijzigt de Penitentiaire maatregel.]
[Red: Wijzigt het Reglement justitiële jeugdinrichtingen.]
[Red: Wijzigt het Reglement verpleging ter beschikking gestelden.]
[Red: Wijzigt het Reglement voor de bijzondere kamer bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.]
[Red: Wijzigt het Samenwerkingsbesluit bijzondere opsporingsbevoegdheden 2019.]
Hoofdstuk 6. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
[Red: Wijzigt het Uitvoeringsbesluit pacht.]
Hoofdstuk 7. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
[Red: Wijzigt het Archiefbesluit 1995.]
Hoofdstuk 8. Slotbepalingen
Artikel 8.2. Overgangsrecht
Artikel 8.3. Intrekking van besluiten
De volgende besluiten worden ingetrokken:
a. het Besluit beschikbaarstelling ambtenaren aan het Caribisch deel van het Koninkrijk;
b. het Besluit maaltijdvergoeding bij overwerk;
c. het Besluit van 30 juli 1993, houdende toekenning van een eenmalige uitkering van 11,3% in 1992 aan (gewezen) burgerlijk rijkspersoneel en anderen (Stb. 1993, 443);
d. het Besluit van 1 september 1995, houdende in hoofdzaak wijziging van de salarissen van het personeel van de sector Rijk en de regeling van een distorsietoeslag voor dit personeel (Stb. 1995, 449);
e. het Besluit van 3 februari 2006 tot wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit rechtspositie vrijwillige politie, het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie, het Algemeen Militair Ambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken in verband met het opnemen van bepalingen met betrekking tot het openbaar maken van nevenwerkzaamheden, het melden van financiële belangen en effectentransacties en het omgaan met vermoedens van misstanden (Stb. 2006, 129);
f. het Besluit van 5 juli 1993, houdende in hoofdzaak wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 in verband met algemene salarismaatregelen per 1 april 1992 en 1 januari 1993 en de toekenning van een eenmalige uitkering in 1992 (Stb. 1993, 417);
g. het Besluit van 28 mei 1991, houdende wijziging van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 en andere uitkeringsregelingen (Stb. 1991, 331);
h. het Besluit van 30 september 1993, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere regelingen voortvloeiende uit de maatregelen gericht op de terugdringing van het beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen (Stb. 1993, 575);
i. het Besluit van 14 oktober 1991, houdende 1e wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en enige andere rechtspositionele regelingen in verband met een algemene salarismaatregel en een maatregel tot herziening van een aantal salarisschalen; 2e toekenning van een eenmalige uitkering in 1990 aan burgerlijk rijkspersoneel en ander personeel; 3e wijziging van de Bezoldigingsregeling leerling-verpleegkundigen en leerling-ziekenverzorgenden 1978 in samenhang met een onderdeel van de cao-ziekenhuiswezen 1 april 1990-1 april 1992 (Stb. 1991, 538);
j. de Interne klokkenluidersregeling Rijk, Politie en Defensie, en;
k. het Reisbesluit buitenland.
Artikel 8.4. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Dit besluit wordt aangehaald als: Aanpassingsbesluit Wnra.