Instellingsregeling Commissie evaluatie Wet veiligheidsregio’s

[Regeling vervallen per 01-01-2021.]
Geraadpleegd op 25-12-2025.
Geldend van 18-07-2019 t/m 31-12-2020.

Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 juli 2019, nr. 2641601, houdende instelling van de Commissie evaluatie Wet veiligheidsregio’s (Instellingsregeling Commissie evaluatie Wet veiligheidsregio’s)

De Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;

BESLUITEN:

Artikel 1. (Begripsbepalingen)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

In deze regeling wordt verstaan onder

  • a. commissie: de commissie, bedoeld in artikel 2;

  • b. de Minister: de Minister van Justitie en Veiligheid.

Artikel 2. (Instelling en taak)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

  • 1 Er is een Commissie evaluatie Wet veiligheidsregio’s.

  • 2 De commissie heeft tot taak de doeltreffendheid en de effecten van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) en onderliggende regelgeving in de praktijk te onderzoeken en te bezien of de huidige wet bruikbaar is in het licht van actuele en toekomstige dreigingen, maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in de crisisbeheersing in het algemeen.

    De commissie besteedt in dit onderzoek in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen:

    • de vormgeving van (het stelsel van) de veiligheidsregio’s, mede in het licht van het gehele stelsel van de rampenbestrijding en crisisbeheersing;

    • de wijze waarop de taken, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de verschillende actoren in het stelsel zich tot elkaar verhouden;

    • de samenwerking tussen de bedoelde actoren;

    • brandweer, GHOR en bevolkingszorg;

    • informatievoorziening;

    • Instituut Fysieke Veiligheid.

  • 3 De commissie informeert de bij de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing betrokken partijen periodiek over de voortgang en de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van haar taak.

  • 4 De commissie informeert de Minister, op eigen initiatief of op verzoek van de Minister, periodiek over de voortgang en de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van haar taak.

Artikel 3. (Samenstelling, benoeming, ontslag)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en vijf andere leden.

  • 2 De voorzitter en de andere leden worden door de Minister benoemd.

  • 3 De benoeming geschiedt voor de duur van het onderzoek door de commissie.

  • 4 Bij tussentijds vertrek van een lid kan de Minister een ander lid benoemen.

  • 5 De voorzitter en de andere leden kunnen worden geschorst en ontslagen door de Minister.

Artikel 4. (Instellingsduur en rapportageverplichting)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

  • 1 De commissie zendt haar onderzoeksrapport voor 1 december 2020 aan de Minister.

  • 2 Na het uitbrengen van het onderzoeksrapport, bedoeld in het eerste lid, is de commissie opgeheven.

Artikel 5. (Werkwijze)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

  • 1 De commissie stelt haar werkwijze vast.

  • 2 De commissie maakt verslag op van gesprekken met derden.

Artikel 6. (Inwinnen van inlichtingen)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

  • 1 De leden van de commissie zijn bevoegd zich voor het inwinnen van inlichtingen te wenden tot personen en instellingen en hen te verzoeken die medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onderzoek.

  • 2 Ambtenaren werkzaam onder verantwoordelijkheid van de Minister verlenen de leden van de commissie de verlangde medewerking, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak en redelijkerwijs van hen verlangd kan worden.

Artikel 7. (Kosten van de commissie)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

  • 1 De kosten van de commissie komen, voor zover door de Minister goedgekeurd, voor rekening van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning,

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek, en

    • c. de kosten voor publicatie van de verslagen, bedoeld in artikel 4, eerste lid.

  • 2 De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting en een planning ter goedkeuring aan de Minister aan.

Artikel 8. (Archiefbescheiden)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden, waaronder gespreksverslagen, over aan het archief van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 9. (Inwerkingtreding en vervallen Regeling)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en vervalt met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 10. (Citeertitel)

[Regeling vervallen per 01-01-2021]

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling Commissie evaluatie Wet veiligheidsregio’s.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.W. Knops