Circulaire verhoging toelagen voor volksvertegenwoordigers per 1 juli 2019 en 1 januari 2020

Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 01-07-2019 t/m heden

Origineel opschrift en aanhef

Circulaire verhoging toelagen voor volksvertegenwoordigers per 1 juli 2019 en 1 januari 2020

Inleiding

Door middel van deze circulaire wordt u geïnformeerd over de verhoging van een viertal vergoedingen voor volksvertegenwoordigers in de provincies, gemeenten en waterschappen per 1 juli 2019 en 1 januari 2020. De formele wijziging van deze bedragen heeft reeds plaatsgevonden door middel van een ministeriële regeling van 6 februari 2019.1

Het betreft een verhoging van de toelage van een lid van een vertrouwenscommissie en rekenkamerfunctie, de toelage van een lid van een bijzondere commissie en de toelage van een fractievoorzitter. Daarnaast is er de verhoging van de vergoeding voor de verzekering voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden voor de tijdelijke vervanger van een lid van het dagelijks bestuur van een waterschap.

De verhoging van de bedragen houdt verband met de totstandkoming van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018-2020. Als gevolg hiervan vindt er een verhoging van de salarissen van de medewerkers in de sector Rijk plaats per 1 juli 2018, 1 juli 2019 en 1 januari 2020. Hiermee verhogen ook de bedragen van bepaalde vergoedingen van bestuurders en volksvertegenwoordigers in de provincies, gemeenten en waterschappen. Over de verhoging van de bedragen voor de bestuurders bent u eerder, door middel van de circulaires van 9 augustus 2018 en 29 november 2018, geïnformeerd. De in de voorliggende circulaire genoemde toelagen voor volksvertegenwoordigers worden nu, na de inwerkingtreding van het nieuwe Rechtspositiebesluit voor decentrale politieke ambtsdragers, eveneens geïndexeerd overeenkomstig de salarisverhoging in de sector Rijk. Omdat het nieuwe rechtspositiebesluit voor de gemeenten per 1 januari 2019 en voor de provincies en de waterschappen per 28 maart 2019 in werking trad, heeft de verhoging van de salarissen in de sector Rijk per 1 juli 2018 geen effect gehad op deze toelagen. Alleen de verhogingen per 1 juli 2019 en 1 januari 2020 hebben gevolgen.

1. Toelage lid vertrouwenscommissie en rekenkamerfunctie

Op grond van artikel 2.1.2, artikel 3.1.2 en artikel 4.1.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt respectievelijk aan een statenlid, raadslid en lid van het algemeen bestuur van een waterschap dat lid is van een vertrouwenscommissie of rekenkamerfunctie, voor de duur van de activiteiten van de commissie of de duur van de uitoefening van de rekenkamerfunctie een toelage verleend van € 120,00 per maand.

Met ingang van 1 juli 2019 wordt dit bedrag verhoogd naar € 122,40 per maand. Per 1 januari 2020 wordt het bedrag verhoogd naar € 124,85.

2. Toelage lid bijzondere commissie

In artikel 2.1.4, artikel 3.1.4 en artikel 4.1.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is bepaald dat provinciale staten, de gemeenteraad of het algemeen bestuur van een waterschap die besluiten of besluit een bijzondere commissie in te stellen, bij verordening besluit(en) aan de statenleden, raadsleden respectievelijk leden van het algemeen bestuur die lid zijn van die commissie, een toelage toe te kennen van maximaal € 120,00 per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie.

Met ingang van 1 juli 2019 wordt dit maximumbedrag verhoogd naar € 122,40 per maand. Per 1 januari 2020 wordt het bedrag verhoogd naar € 124,85.

3. Toelage fractievoorzitter

In artikel 2.1.5, artikel 3.1.5 en artikel 4.1.5 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is bepaald dat de vergoeding voor de werkzaamheden van de fractievoorzitters voor de duur van de uitoefening van het voorzitterschap wordt verhoogd met een toelage van € 70,00 per maand, vermeerderd met € 10,00 voor respectievelijk elk statenlid, raadslid respectievelijk lid van het algemeen bestuur dat de fractie telt, de fractievoorzitter zelf niet meegerekend. De toelage bedraagt ten hoogste € 150,00 per maand.

Met ingang van 1 juli 2019 wordt het bedrag van € 70,00 per maand verhoogd naar € 71,40. Per 1 januari 2020 wordt het bedrag verhoogd naar € 72,83.

Het bedrag bedoeld voor de vermeerdering van de toelage wordt per 1 juli 2019 verhoogd van € 10,00 naar € 10,20. Met ingang van 1 januari 2020 wordt het bedrag verhoogd naar € 10,40.

Het maximumbedrag voor de vergoeding van € 150,00 is abusievelijk niet verhoogd in de ministeriële regeling van 6 februari 2019. Deze verhoging zal alsnog, bij een eerstvolgende gelegenheid, met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2019 worden doorgevoerd. Daarop vooruitlopend, kunt u daar nu al rekening mee houden. Met ingang van 1 juli 2019 wordt het maximumbedrag verhoogd naar € 153,00. Per 1 januari 2020 wordt dit bedrag verhoogd naar € 156,06.

4. Verzekering voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden tijdelijke vervanger lid van het dagelijks bestuur van een waterschap

In artikel 4.2.15 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is bepaald dat de tijdelijke vervanger van het lid van het dagelijks bestuur dat verlof heeft wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, voor zijn verzekering voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden een bedrag ontvangt van € 590,00 per maand naar evenredigheid van de vastgestelde deeltijdfactor.

Met ingang van 1 juli 2019 wordt dit bedrag verhoogd naar € 601,80 per maand. Per 1 januari 2020 wordt het bedrag verhoogd naar € 613,84.

Over de vergelijkbare vergoeding voor de tijdelijke vervangers van wethouders en gedeputeerden bent u reeds eerder, door middel van de circulaire van 29 november 2018, geïnformeerd.

5. Vragen en informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers kunt u vinden op de volgende internetsite: www.politiekeambtsdragers.nl. Op deze site vindt u alle actuele wet- en regelgeving, circulaires en brochures over politieke ambtsdragers voor het Rijk, de provincie, de gemeente, de waterschappen en ook voor het Koninkrijk en de BES-eilanden voor zover deze afkomstig is van het Ministerie van BZK. U vindt hier dus niet de modelverordeningen van de VNG of de gemeentelijke of provinciale verordeningen.

1. Stc. 2019 nr. 7580, 14 februari 2019. ^ [1]