Besluit Vergoeding Bemiddelaar en adviseurs Wet Bpf 2000, 15 februari 2019

Geraadpleegd op 24-12-2025.
Geldend van 18-05-2019 t/m heden.

Besluit van het Dagelijks Bestuur tot vaststelling van de vergoeding van de Bemiddelaar en adviseurs Vrijstellingsregeling Wet Bpf 2000, 15 februari 2019 (Besluit Vergoeding Bemiddelaar en adviseurs Wet Bpf 2000, 15 februari 2019)

De Sociaal-Economische Raad,

Gelet op artikel 7 lid 1 van het Besluit Bemiddelaar Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000, 15 februari 2019

Besluit de vergoedingsbedragen voor de Bemiddelaar en de adviseurs als volgt vast te stellen:

Artikel 1. Definitie

Met de Geldende Verordening in dit besluit wordt bedoeld de betreffende Verordening vergoedingen van leden van de Raad, het dagelijks bestuur en de commissies die geldt op het moment dat de bemiddelaar en/of adviseurs deelneemt/deelnemen aan een bespreking en/of hoorzitting en dientengevolge recht heeft op een vergoeding op grond van dit besluit.

Artikel 2. Vacatievergoeding

De Bemiddelaar en de adviseurs ontvangen voor het bijwonen van besprekingen en hoorzittingen een vacatievergoeding. De vacatievergoeding is gelijk aan de vacatievergoeding genoemd in de Geldende Verordening, inclusief de volgens de daarbij gehanteerde systematiek, met dien verstande dat voor de bemiddelaar een hoorzitting wordt aangemerkt als drie afzonderlijke dagdelen.

Artikel 3. Reis- en verblijfkostenvergoeding

De Bemiddelaar en de adviseurs ontvangen per dag waarop zij een of meer besprekingen of hoorzittingen hebben bijgewoond, een vergoeding voor reis- en verblijfkosten conform de Geldende Verordening.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Dit Besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6. Citeertitel

Dit Besluit wordt aangehaald als Besluit Vergoeding Bemiddelaar en adviseurs Wet Bpf 2000, 15 februari 2019.

Den Haag, 15 februari 2019

M.I. Hamer

Voorzitter

V.C.M. Timmerhuis

Algemeen Secretaris