U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 25-12-2025. Geldend van 19-04-2019 t/m heden.
Regeling werkwijze en bevoegdheden Inspectie Veiligheid Defensie
De Minister van Defensie,
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. minister: Minister van Defensie;
b. inspectie: Inspectie Veiligheid Defensie;
c. Inspecteur-Generaal: Inspecteur-Generaal Veiligheid;
d. voorval:
• een onveilige situatie: een situatie die, wanneer er geen actie wordt ondernomen, zou kunnen leiden tot een incident of ongeval;
• een incident: een gebeurtenis die het potentieel heeft de dood van of letsel aan een persoon dan wel schade aan een zaak of het milieu te veroorzaken;
• een ongeval: een gebeurtenis die de dood van of letsel aan een persoon dan wel schade aan een zaak of het milieu veroorzaakt.
De inspectie is belast met:
a. het toezicht op de taakuitvoering op het gebied van veiligheid – waaronder de naleving van wet- en regelgeving – bij Defensie in binnen- en buitenland, met inbegrip van oefeningen en operaties in missiegebieden;
b. het instellen en leiden van onderzoeken naar ernstige voorvallen en overige voorvallen, ter beoordeling van de Inspecteur-Generaal;
c. het voorafgaand toetsen van de uitvoerbaarheid van beleid en de handhaafbaarheid van uitvoeringsregels op het gebied van veiligheid;
d. het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Minister ten aanzien van alle vraagstukken op het gebied van de veiligheid.
1 De dagelijkse leiding van de inspectie berust bij de Inspecteur-Generaal.
2 De Inspecteur-Generaal stelt een protocol vast over de wijze waarop de inspectie haar onderzoeken uitvoert en maakt dit protocol bekend in de Staatscourant.
De Inspecteur-Generaal wijst inspecteurs aan, belast met toezichtactiviteiten en onderzoeken op het gebied van veiligheid.
1 Bij de uitoefening van zijn taak draagt een inspecteur een legitimatiebewijs bij zich, dat is uitgegeven door de Inspecteur-Generaal.
2 Het legitimatiebewijs bevat een foto van de inspecteur en vermeldt in ieder geval naam en functie.
3 Een inspecteur toont het legitimatiebewijs desgevraagd
De Inspecteur-Generaal en de door hem als inspecteur aangewezen ambtenaren hebben in het kader van hun taak en op vertoon van hun in artikel 5 genoemde legitimatiebewijs onbelemmerd toegang tot alle locaties in beheer bij het Ministerie van Defensie. Zij zijn in het kader van hun taak bevoegd om:
a. inlichtingen en inzage in gegevens en bescheiden te vorderen en daarvan kopieën te maken, voor zover nodig in het kader van de in artikel 2 genoemde taken;
b. te vorderen dat bij het voorval betrokken materieel ter beschikking van de inspectie blijft voor de duur van het onderzoek of zolang als de inspectie dit noodzakelijk acht;
c. zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen; genomen monsters worden waar mogelijk op verzoek teruggegeven;
d. verpakkingen te openen;
e. vervoermiddelen en hun lading te onderzoeken; indien noodzakelijk kunnen zij vorderen dat een vervoermiddel eerst naar een aangewezen plaats wordt overgebracht alvorens onderzoek plaatsvindt;
f. vergaderingen of andere bijeenkomsten binnen Defensie bij te wonen;
g. zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hen zijn aangewezen.
1 Medewerkers van het Ministerie van Defensie zijn verplicht de door de inspectie verlangde medewerking te verlenen, voor zover deze samenhangt met hun ambtelijke taak.
2 Zij die uit hoofde van hun ambt of een wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit.
De Minister stelt de inspectie in een vroegtijdig stadium in de gelegenheid een toets op de uitvoerbaarheid van toekomstig beleid en de handhaafbaarheid van ontwerp-regelgeving op het gebied van veiligheid uit te voeren.
1 De Minister kan algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan de Inspecteur-Generaal.
2 Een aanwijzing wordt uitsluitend in schriftelijke vorm gegeven.
3 Een algemene aanwijzing wordt in de Staatscourant geplaatst.
4 Een bijzondere aanwijzing wordt door de Minister onverwijld aan de Staten-Generaal gezonden.
5 Een bijzondere aanwijzing ziet niet op:
a. het weerhouden van de inspectie om een specifiek onderzoek te verrichten of te voltooien;
b. de wijze waarop de inspectie een specifiek onderzoek verricht, of
c. de bevindingen, oordelen en aanbevelingen van de inspectie.
6 Een aanwijzingsbevoegdheid wordt niet gemandateerd.
1 Bij de uitoefening van de taken van de inspectie kan de Inspecteur-Generaal vorderen dat overige medewerkers van het Ministerie van Defensie tijdelijk aan een onderzoeksteam van de inspectie worden toegevoegd.
2 Tevens kan de Inspecteur-Generaal andere inspectiediensten binnen het Rijk verzoeken om medewerking en personele ondersteuning. De Inspecteur-Generaal behoudt in die gevallen de leiding van het onderzoek.
3 In gevallen waarin de Onderzoeksraad voor Veiligheid een onderzoek instelt naar een voorval als bedoeld in artikel 2, onder b, doet de Inspecteur-Generaal, indien hij onderzoek instelt naar dit zelfde voorval, voorafgaand aan zijn onderzoek hiervan mededeling aan de voorzitter van de onderzoeksraad.
4 In geval van een onderzoek naar een voorval waarbij tevens sprake is van betrokkenheid van materieel, personeel of voorzieningen van één of meer andere staten, aangesloten bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, stelt de inspectie vertegenwoordigers van die staat of staten in de gelegenheid aan het onderzoek deel te nemen.
Indien bij de uitoefening van hun taken medewerkers van de inspectie de beschikking krijgen over gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, zijn zij verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens in gevallen waarbij zij bij of krachtens enig wettelijk voorschrift tot mededeling zijn verplicht. De geheimhoudingsplicht geldt evenzeer voor personen die in het kader van toezicht of onderzoek aan medewerkingsplicht zijn onderworpen of uit anderen hoofde kennis dragen van feiten of gegevens betreffende toezicht of onderzoek door de inspectie.
1 Na afloop van ieder onderzoek maakt de inspectie een rapport op waarin haar bevindingen worden vastgelegd en conclusies en aanbevelingen worden geformuleerd. Het rapport wordt door de Inspecteur-Generaal vastgesteld en aangeboden aan de Minister.
2 De Inspecteur-Generaal maakt het rapport, bedoeld in het eerste lid, openbaar, tenzij een wettelijke grond of een volkenrechtelijke overeenkomst hieraan in de weg staat; in die gevallen wordt het rapport niet of slechts gedeeltelijk openbaar gemaakt.
3 Persoonsgegevens worden niet openbaar gemaakt, tenzij openbaarmaking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt.
4 Alvorens het rapport openbaar wordt gemaakt, geeft de Inspecteur-Generaal de Minister de gelegenheid tot het formuleren van een beleidsreactie. Indien de Minister besluit om een beleidsreactie op te stellen, wordt deze tegelijk met het rapport openbaar gemaakt. De openbaarmaking wordt hiertoe ten hoogste zes weken aangehouden.
5 Bij langdurige onderzoeken kan de Inspecteur-Generaal een tussenrapportage vaststellen.
Onverminderd het bepaalde in artikel 12 informeert de Inspecteur-Generaal zo nodig de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke ministers rechtstreeks over zijn bevindingen, oordelen, adviezen en andere relevante gegevens.
Op verzoek van de Inspecteur-Generaal informeren de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Defensie, de Commandant der Strijdkrachten of de onder hen ressorterende dienstonderdelen hem over de wijze waarop de aanbevelingen en maatregelen die uit de onderzoeken voortvloeien, worden uitgevoerd en geïmplementeerd.
1 De Inspecteur-Generaal stelt jaarlijks een concept-werkprogramma op, waarin de geplande activiteiten respectievelijk onderzoeken voor het volgende kalenderjaar worden vastgelegd.
2 De Inspecteur-Generaal stelt het werkprogramma jaarlijks vóór 1 december vast en zendt het toe aan de Minister en aan andere beleidsinhoudelijk verantwoordelijke ministers. Het programma behoeft hun goedkeuring, of gedeeltelijke goedkeuring voor zover het hun verantwoordelijkheid betreft. Na goedkeuring biedt de Minister het programma aan de Staten-Generaal aan.
3 Bij tussentijdse wijziging van het werkprogramma is het tweede lid van overeenkomstige toepassing, tenzij het een wijziging betreft van ondergeschikte aard.
1 De Inspecteur-Generaal stelt jaarlijks een verslag op van de activiteiten van de inspectie in het voorgaande jaar. Ook legt hij verantwoording af over de werkzaamheden, zo nodig met aanbevelingen ter verbetering.
2 De Inspecteur-Generaal biedt het verslag jaarlijks vóór 1 mei aan de Minister en, indien van toepassing, aan de andere beleidsinhoudelijk verantwoordelijke ministers aan. De Minister zendt het verslag, mede namens de andere beleidsinhoudelijk verantwoordelijke ministers, door aan de Staten-Generaal. De Minister en de andere beleidsinhoudelijke verantwoordelijke ministers kunnen het verslag zo nodig voorzien van een reactie, die gelijktijdig wordt meegezonden.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 oktober 2018.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling werkwijze en bevoegdheden Inspectie Veiligheid Defensie.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 3 april 2019
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling werkwijze en bevoegdheden Inspectie Veiligheid Defensie", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.