Besluit van 6 februari 2019, houdende bepalingen inzake de overeenkomstige toepassing
van de Wet politiegegevens op de verwerking van persoonsgegevens door personen die
als buitengewoon opsporingsambtenaar zijn belast met de opsporing van strafbare feiten
(Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming, gedaan mede namens Onze
Minister van Defensie, van 10 oktober 2018, nr. 2382477, directie Wetgeving en Juridische
Zaken;
Gelet op de artikelen 6, zesde lid, 11, derde lid, 15, tweede lid, 18, eerste lid, en 46, eerste lid, van de Wet politiegegevens;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 19 december 2018,
nr. W16.18.0311/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming, mede namens Onze
Minister van Defensie, van 1 februari 2019, nr.2473765, directie Wetgeving en Juridische
Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: