Beleidsregel verlenging inburgeringstermijnen bij geen verwijt

[Regeling vervallen per 01-01-2022.]
Geraadpleegd op 10-10-2024.
Geldend van 13-02-2019 t/m 31-12-2019

Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 februari 2019, 2019-0000012235, over de verlenging van de termijnen bij niet-verwijtbare overschrijdingen (Beleidsregel verlenging inburgeringstermijnen bij geen verwijt)

Artikel 1. Verlenging bij geen verwijt

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

De inburgeringsplichtige heeft aannemelijk gemaakt dat hem geen verwijt treft ter zake van het niet tijdig afronden van het participatieverklaringstraject of het niet tijdig afronden van de overige onderdelen van het inburgeringsexamen, als bedoeld in artikel 7a, derde lid, en 7b, derde lid, onderdeel a, van de Wet inburgering, indien een of meer van de in deze beleidsregel beschreven omstandigheden zich voordoen.

Artikel 2. Langdurige ziekte

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Bij langdurige ziekte van de inburgeringsplichtige, zijn partner of gezinslid in de eerste graad van ten minste drie aaneengesloten maanden wordt de termijn van het participatieverklaringstraject of de termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen verlengd met een periode die gelijk is aan de duur van die ziekteperiode.

Om in aanmerking te komen voor de verlenging dient de inburgeringsplichtige een verzoek in bij, en verstrekt een gerichte medische machtiging aan, DUO. Op deze machtiging geeft de inburgeringsplichtige aan op wie de machtiging betrekking heeft en voor welk doel DUO wordt gemachtigd om bij de behandelende arts of specialist informatie op te vragen. Het beoordelen daarvan gebeurt door een door DUO aangewezen medisch adviseur.

Artikel 3. Bevalling

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Bij bevalling van de inburgeringsplichtige wordt de termijn van het participatieverklaringstraject of de termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen verlengd met een periode van 16 weken.

Om in aanmerking te komen voor de verlenging verstrekt de inburgeringsplichtige een afschrift van de geboorteakte uit de basisregistratie personen aan DUO.

Artikel 4. Verblijf in Blijf van mijn lijf huis

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Bij verblijf in een Blijf van mijn lijf huis door de inburgeringsplichtige voor een periode van ten minste drie aaneengesloten maanden wordt de termijn van het participatieverklaringstraject of de termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen verlengd met een periode die gelijk is aan de duur van dat verblijf.

Om in aanmerking te komen voor de verlenging verstrekt de inburgeringsplichtige aan het college respectievelijk DUO een door het Blijf van mijn lijf huis afgegeven verklaring van verblijf.

Artikel 5. Langdurig verblijf in AZC

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Indien asielmigranten langer dan acht weken hebben moeten wachten op uitplaatsing naar een gemeente wordt de termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen verlengd met een periode die gelijk is aan de duur van de periode gelegen tussen de datum van bekendmaking van het verblijfsrecht en de datum van ingang van het adres in de basisregistratie personen.

Artikel 6. Late kennisgeving inburgeringsplicht

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Door vertragingen in de aanlevering door de IND of in de verwerking van de door de IND aangeleverde nieuwkomers komt het voor dat de inburgeringsplichtige de kennisgeving inburgeringsplicht meer dan vier weken na het aanvang van de inburgeringstermijn ontvangt. Het aantal weken waarmee de termijn voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen dan wordt verlengd wordt vastgesteld in blokken van vier weken. Een ieder die de kennisgeving binnen de redelijke termijn van vier weken ontvangt komt niet in aanmerking voor verlenging wegens te late kennisgeving inburgeringsplicht.

Artikel 7. Geen tijdig aanbod door of namens het college van participatieverklaringstraject

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Indien het college niet binnen het jaar waarbinnen het participatieverklaringstraject moet zijn afgelegd een aanbod aan de inburgeringsplichtige voor een inleiding in de kernwaarden en de ondertekening van de participatieverklaring heeft gedaan, wordt de termijn voor het participatieverklaringstraject verlengd met een periode van ten hoogste één jaar. Indien de gemeente ook in de verlengde termijn geen aanbod doet wordt de termijn telkens verlengd met een periode van ten hoogste één jaar.

Artikel 8. Overige bijzondere omstandigheden waardoor het participatieverklaringstraject niet tijdig kon worden afgerond

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Indien de inburgeringsplichtige door een overige niet aan hem toe te rekenen omstandigheid niet in staat is geweest om het participatieverklaringstraject af te ronden binnen het jaar waarbinnen het participatieverklaringstraject moet zijn afgelegd heeft hij recht op verlenging van de termijn van het participatieverklaringstraject met een periode van maximaal één jaar.

Om in aanmerking te komen voor de verlenging verstrekt de inburgeringsplichtige een verklaring aan het college. Deze verklaring is in het bezit van het college en is opvraagbaar door DUO.

Artikel 9. Samenloop omstandigheden

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Binnen de inburgeringstermijn kunnen op verschillende gronden verlengingen worden toegekend. In het geval dat er sprake is van samenloop van verlengingsgronden wordt de langstdurende verlenging verleend.

Artikel 10. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Artikel 11. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verlenging inburgeringstermijnen bij geen verwijt.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 februari 2019

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

W. Koolmees