Leeswijzer
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
In Hoofdstuk 5 van deze regeling zijn de regels met betrekking tot de diagnose-behandelcombinaties
(dbc’s) weergegeven.
Meer uitgebreide informatie over het hele dbc-registratieproces (registreren-valideren-afleiden)
en voorbeelden, nadere toelichting en stroomschema’s staan vermeld in Toelichting
op de nadere regel.
Sinds 2017 wordt voor nieuwe zorgtrajecten de diagnose geclassificeerd in DSM-5. De
DSM-5 diagnose wordt geconverteerd naar een bijbehorende DSM-IV diagnose. De registratie
en bekostiging vinden nog conform DSM-IV plaats.
De bijlagen maken integraal deel uit van deze regeling.
Gelet op artikel 27, 36, 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels
op het gebied van gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg (ggz).
1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
a.
afwezigheidsdagen: dagen waarop een patiënt, die op basis van dbc of zzp-ggz verblijft bij een instelling,
afwezig is;
-
b.
AGB-code: unieke code die aan een zorgaanbieder is toegekend. Met deze code kan de zorgaanbieder
en de praktijk of de instelling worden geïdentificeerd;
-
c.
algemeen indirecte tijd: patiëntgebonden tijd, niet zijnde 24-uurscontinuïteitszorg, en niet zijnde direct
patiëntgebonden tijd, indirect patiëntgebonden tijd of indirect patiëntgebonden reistijd.
Algemeen indirecte tijd wordt geregistreerd bij een multidisciplinair overleg of bij
de eindverslaglegging van een behandeltraject;
-
d.
audit-trail: zodanige vastlegging van gegevens dat het spoor van basisgegeven naar eindgegeven
en omgekeerd achteraf door een externe accountant of, afhankelijk van de aard van
de gegevens, door de medisch adviseur kan worden gevolgd en gecontroleerd;
-
e.
basispakket: de zorg behorend tot het verplicht verzekerd pakket op grond van de Zvw;
-
f.
behandelaar dbc: behandelaar die op de dbc-beroepentabel voorkomt en activiteiten, verrichtingen en
deelprestaties verblijf kan registreren. Een behandelaar kan tevens een regiebehandelaar
zijn;
-
g.
crisis-dbc: een crisis-dbc wordt geopend in een crisissituatie. Een crisissituatie is een acute
situatie die direct ingrijpen nodig maakt om direct gevaar voor de persoon of de omgeving
af te wenden, dan wel om ernstige overlast te beëindigen. De crisissituatie kan het
gevolg zijn van een geestesstoornis d.w.z. een ernstige stoornis van het oordeelsvermogen,
in het bijzonder een psychotische toestand waarbij het handelen voortkomt uit hallucinaties
of waanvoorstellingen, acute dreiging van suïcide of ernstige verwardheid als gevolg
van een organische hersenaandoening;
-
h.
dagbesteding: Er kunnen vijf vormen van dagbesteding geregistreerd worden in de gespecialiseerde
ggz. Doel is het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid van de
patiënt. Dagbesteding vindt altijd plaats in het kader van de (psychiatrische) behandeling
en is terug te vinden in het behandelplan van de patiënt;
-
i.
dbc: diagnose-behandelcombinatie: een dbc omvat het traject dat een patiënt doorloopt
als hij zorg nodig heeft voor een specifieke diagnose, vanaf het eerste contact bij
een gespecialiseerde ggz-aanbieder tot en met de behandeling die hier eventueel uit
volgt. De dbc vormt de basis voor de declaratie van deze geleverde zorg;
-
j.
dbc-dataset: de gegevens die verzameld en aangeleverd moeten worden conform de nadere regel ‘Verplichte aanlevering minimale dataset gespecialiseerde ggz’;
-
k.
dbc-tarief: het bedrag dat per dbc in rekening wordt gebracht conform de algemene tariefbeschikking
dbc ggz;
-
l.
dbc-traject: de gehele periode waarin alle activiteiten (openen/typeren/registreren/sluiten van
één dbc) in het kader van de behandeling van een patiënt worden uitgevoerd;
-
m.
direct patiëntgebonden tijd: de tijd waarin een behandelaar, in het kader van diagnostiek en/of activiteiten uit
het behandelplan en niet zijnde 24-uurscontinuïteitszorg, contact heeft met de patiënt
of met familieleden, gezinsleden, ouders, partner of andere naasten (het systeem)
van de patiënt.
-
n.
hoofdgroepen: DSM-IV diagnosetyperingen zijn ingedeeld in hoofdgroepen. Er zijn in totaal 14 hoofdgroepen;
-
o.
indirect patiëntgebonden reistijd: de tijd die de behandelaar, in het kader van diagnostiek en/of activiteiten uit het
behandelplan en niet zijnde 24-uurscontinuïteitszorg, besteedt aan het reizen van
en naar de patiënt die buiten de instelling behandeling, begeleiding of verpleging
ontvangt;
-
p.
indirect patiëntgebonden tijd: de tijd die de behandelaar, in het kader van diagnostiek en/of activiteiten uit het
behandelplan en niet zijnde 24-uurscontinuïteitszorg, besteedt aan zaken rondom een
contactmoment (de direct patiëntgebonden tijd in het kader van de diagnostiek of behandeling),
maar waarbij de patiënt (of het systeem van de patiënt) zelf niet aanwezig is. Onder
indirect patiëntgebonden tijd valt bijvoorbeeld: het voorbereiden van een activiteit,
verslaglegging in het kader van een activiteit of hersteltijd na een intensieve behandelsessie.
Puur administratieve taken (zoals het maken van een afspraak) vallen niet onder indirect
patiëntgebonden tijd;
-
q.
initiële dbc: een dbc die wordt geopend voor een eerste of nieuwe primaire zorgvraag van een patiënt.
De initiële dbc is altijd de eerste dbc in een zorgtraject;
-
r.
lekenomschrijving: voor patiënten in niet-medische terminologie verklarende omschrijving van het in
rekening gebrachte dbc-tarief;
-
s.
minimale dataset (mds): via de minimale dataset leveren zorgaanbieders gegevens uit de basisregistratie aan,
die inzicht geven in de geleverde en gedeclareerde zorg. In de mds staan data die
verplicht moeten worden aangeleverd. De mds wordt vastgesteld door de NZa;
-
t.
nevendiagnose: als overige stoornissen zorgverzwarend werken, kunnen deze worden geregistreerd als
nevendiagnosen;
-
u.
niet-patiëntgebonden activiteiten: activiteiten zoals scholing, algemene vergaderingen, intervisies over het functioneren
van collega’s, productontwikkeling en het lezen van vakliteratuur;
-
v.
onderlinge dienstverlening: een (deel)prestatie die een zorgaanbieder levert als onderdeel van door een andere
zorgaanbieder te verlenen zorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wmg op het gebied van gespecialiseerde ggz. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit
kader aangeduid als ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt
in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’;
-
w.
opeenvolgende zorgtrajecten: er is sprake van verschillende diagnoses waarvan één diagnose het meest dringend
is. Er is dan sprake van één primaire diagnose en meerdere nevendiagnoses in een opeenvolgend
zorgtraject;
-
x.
overige deelprestatie: een deelprestatie binnen de dbc-systematiek, niet zijnde een deelprestatie verblijf.
Een overige deelprestatie is niet hetzelfde als een overig product;
-
y.
overig zorgproduct (ozp): vormen van zorg die onder de reikwijdte van de Wmg vallen, maar die zich (nog) niet lenen voor onderbrenging in de reguliere dbc-productstructuur
of de zzp’s ggz. Een overig zorgproduct is niet hetzelfde als een overige deelprestatie.
Zie voor een overzicht van de ozp’s die door de ggz te declareren bijlage 4 van de
nadere regel medisch specialistische zorg (msz): overige zorgproducten per segment;
-
z.
parallelle dbc-zorgtrajecten: hiervan is sprake als er verschillende diagnoses zijn met een gelijkwaardig belang,
waarbij de regiebehandelaar(s) substantieel verschillende behandelingen in moet zetten.
Als het geen parallel dbc-zorgtraject is, betreft het een regulier zorgtraject.
-
aa.
patiëntgebonden activiteiten: activiteiten die een behandelaar uitvoert in het kader van de diagnostiek en behandeling
van een patiënt;
-
bb.
prestatiebeschrijving: een gedetailleerde beschrijving van de prestatie die geleverd wordt. De prestatiebeschrijvingen
van de dbc’s, zzp’s ggz en ozp’s zijn opgenomen in de bijlage van de beleidsregel
‘Prestaties en tarieven gespecialiseerde ggz’;
-
cc.
primaire diagnose: de regiebehandelaar geeft per zorgtraject aan welke van de geregistreerde stoornissen
op as I en/of as II de reden voor behandeling is. Dit wordt de primaire diagnose genoemd;
-
dd.
regiebehandelaar: de regiebehandelaars in de gespecialiseerde ggz zijn BIG-geregistreerd en hebben
een ggz-specifieke opleiding gevolgd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen vrijgevestigden
en instellingen.
Vrijgevestigden
De volgende beroepen kunnen als vrijgevestigde voorkomen als regiebehandelaar:
Instellingen
De volgende beroepen kunnen binnen een instelling voorkomen als regiebehandelaar:
-
– psychiater
-
– klinisch psycholoog
-
– klinisch neuropsycholoog
-
– psychotherapeut
-
– specialist ouderengeneeskunde
-
– verslavingsarts in profielregister KNMG
-
– gz-psycholoog
-
– klinisch geriater
-
– verpleegkundig specialist ggz
Deze beroepen zijn aangewezen als regiebehandelaar in het model-kwaliteitsstatuut
ggz. Het model-kwaliteitsstatuut ggz is een veldnorm die ingeschreven is als professionele
standaard in het register van het Zorginstituut Nederland (ZIN) en is in werking getreden
per 1 januari 2017;
-
ee.
toeslagen: een toeslag die in combinatie met een zzp-ggz afgesproken kan worden, dan wel een
toeslag voor de tolk gebarentaal/communicatiespecialist, dan wel een toeslag voor
oorlogsgerelateerd psychotrauma;
-
ff.
verblijfsdag dbc: hierbij gaat het om een ‘kale verblijfsdag’. In het tarief van de verblijfprestatie
is wel de verpleging en verzorging meegenomen, maar niet de behandeling;
-
gg.
vervolg-dbc: een dbc die volgt op een initiële dbc of een voorgaande vervolg-dbc. Een vervolg-dbc
heeft altijd dezelfde primaire diagnose als de eerder afgesloten initiële dbc of vervolg-dbc;
-
hh.
Wtzi-zorgaanbieder: zorgaanbieder die op basis van de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi) een toelating heeft om zorg te leveren binnen de Zvw;
-
ii.
zorgtraject: een zorgtraject omvat de totale zorg die wordt geleverd in het kader van de behandeling
van één primaire diagnose. Een initiële dbc, met eventueel één of meerdere vervolg-dbc’s,
vormen het zorgtraject;
-
jj.
zorgtype: het zorgtype beschrijft de reden van het (eerste) contact tussen de zorgaanbieder
en de patiënt;
-
kk.
zorgvraagzwaarte (dbc): de patiëntkenmerken die bij aanmelding/intake voorspellend zijn voor wat betreft
de zorgzwaarte in termen van behandelinzet (duur, setting, behandelminuten) en zorgkosten;
-
ll.
zorgvraagzwaarte-indicator (dbc): indicator van de zorgvraagzwaarte van een patiënt. Deze indicator bestaat uit zeven
items van 001 tot en met 007. Daarbij is 000 de code als er geen zorgvraagzwaarte
afgeleid kan worden, bijvoorbeeld wanneer de diagnose niet is ingevuld. De laagste
zorgvraagzwaarte wordt aangegeven met code 001.
-
mm.
zzp: zorgzwaartepakket;
-
nn.
zzp-ggz: Een zzp-ggz is een volledig pakket van intramurale geestelijke gezondheidszorg met
behandeling dat aansluit op de kenmerken van de patiënt en de soort zorg die de patiënt
nodig heeft. Een zzp-ggz bestaat uit een beschrijving van het type patiënt (een patiëntprofiel),
het aantal uren zorg dat bij dit patiëntprofiel beschikbaar wordt gesteld en een beschrijving
van die zorg. Het betreft de volgende prestaties: zzp’s ggz b3 t/m b7 inclusief en
exclusief dagbesteding, zzp-ggz b vmr inclusief dagbesteding, zzp-ggz b vmr exclusief
dagbesteding en zzp-ggz klinische intensieve behandeling (kib).
-
oo.
tijd die niet afleidt naar een dbc: direct patiëntgebonden tijd, indirect patiëntgebonden reistijd, indirect patiëntgebonden
tijd of algemeen indirecte tijd, die geschreven wordt door beroepen die in de beroepentabel
staan, waarvan conform de kolom ‘tijd leidt af’ de geschreven tijd niet afleidt naar
een prestatie.
-
pp.
Behandelplan: een plan waarin een beschrijving en het doel van de behandeling staan.
-
qq.
24-uurscontinuïteitszorg: de 24-uurscontinuïteitszorg is de basiszorg die op klinische afdelingen van een instelling
24 uur per dag voor de patiënt beschikbaar is.
-
rr.
vov-personeel: verzorgend, opvoedkundig en verplegend personeel.
2. Doel van de regeling
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Het doel van deze regeling is het stellen van voorschriften voor de gespecialiseerde
ggz op het gebied van registratie, declaratie, informatie en validatie, die zorgaanbieders
in acht moeten nemen bij én voorafgaand aan het declareren van dbc’s, zzp’s ggz en
ozp’s.
3. Reikwijdte
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Deze regeling is van toepassing op geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (ggz)
als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw), niet zijnde generalistische basis-ggz, hierna verder aangeduid als gespecialiseerde
ggz.
Voorzover geen sprake is van zorg als omschreven in de vorige zin, is deze beleidsregel
van toepassing op handelingen of werkzaamheden op het terrein van de gespecialiseerde ggz, uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid
van personen, ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) of door personen als bedoeld in artikel 34 van de Wet BIG.
3.1. Opbouw nadere regel
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Er bestaan vier typen zorgprestaties in de gespecialiseerde ggz:
diagnose-behandelcombinaties (dbc’s), zorgzwaartepakketten ggz (zzp’s ggz), overige
zorgproducten (ozp’s) en onderlinge dienstverlening (odv).
Deze regeling beschrijft per type zorgprestatie welke voorschriften gelden. In hoofdstuk 4: Algemene bepalingen wordt beschreven hoe de samenloop en afbakening tussen de verschillende
typen prestaties is. Verder staan hier alle voorschriften die voor alle zorgprestaties
gelden. In de daarop volgende hoofdstukken staan per type zorgproduct specifieke voorschriften.
4. Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
4.1. Afbakening
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Gespecialiseerde ggz omvat geneeskundige ggz als omschreven bij of krachtens de Zvw, behalve de generalistische basis-ggz. Dit omvat behandeling al dan niet gepaard
met verblijf.
De gespecialiseerde ggz die geleverd wordt en valt binnen de kaders van het basispakket
wordt in beginsel bekostigd door een dbc of zzp-ggz. In enkele specifieke gevallen,
en op het moment dat ggz wordt geleverd die niet binnen het basispakket valt, moet
een ozp voor de geleverde zorg in rekening worden gebracht.
Overgang Zvw naar Wlz
Verblijf gericht op behandeling valt onder de Zvw totdat sprake is van in totaal 1095 dagen aaneengesloten verblijf met behandeling. Voor de berekening of sprake is van 1.095 dagen gaat het zowel om verblijf gericht
op ggz (onder de Zvw) als om verblijf in het kader van een somatische behandeling.
Na deze 1.095 dagen intramurale behandeling met verblijf wordt de zorg niet verder
bekostigd onder het regime van de Zvw.
Bij de telling van aaneengesloten verblijf wordt een onderbreking van ten hoogste
30 dagen niet als onderbreking beschouwd, maar deze dagen tellen niet mee voor de
berekening van de 1.095 dagen. In afwijking van het voorgaande geldt dat onderbrekingen
wegens weekend- en vakantieverlof wel mee tellen voor de berekening van de 1.095 dagen.
Voor enkele specifieke bepalingen over de telling, in het bijzonder ten aanzien van
het registreren en in rekening brengen van deze dagen, wordt verwezen naar artikel 6.1 Algemene registratiebepalingen en artikel 6.2 Declaratiebepalingen zzp’s ggz van deze regeling.
Samenloop Zvw en Wlz
Als een patiënt zorg ontvangt op basis een Wlz-indicatie en hiervoor in een Wlz-instelling
verblijft, is het mogelijk dat daarnaast zorg geleverd en betaald wordt vanuit de
Zvw. Als de psychische stoornis van de patiënt niet samenhangt met de beperking waarvoor
de Wlz-indicatie is afgegeven en integrale behandeling niet nodig is, wordt de zorg
voor de psychische stoornis geleverd en betaald uit de Zvw.
Samenloop gespecialiseerde ggz en forensische zorg
Het is mogelijk om een dbc voor de gespecialiseerde ggz te declareren naast een dbbc
voor forensische zorg. Voorwaarde is dat aan de afzonderlijke regelgeving voor dbc-
en dbbc-registratie wordt voldaan. Geestelijke gezondheidszorg die geen onderdeel
uitmaakt van het door de rechter opgelegde vonnis, komt ten laste van de Zvw als de patiënt op de openingsdatum van de dbc een geldige zorgverzekering heeft.
4.2. Bekostigingsonderscheid dbc versus zzp-ggz
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Op het moment dat een patiënt wordt doorverwezen naar de gespecialiseerde ggz en hier
in behandeling wordt genomen, wordt een dbc ggz geopend. Op het moment dat er sprake
is van 365 aaneengesloten dagen verblijf gericht op behandeling, wordt vanaf de 366e
dag tot en met de 1095e dag de langdurige intramurale op behandeling gerichte ggz
bekostigd met een zzp-ggz.
4.3. Samenloop dbc, zzp-ggz en ozp binnen Zvw
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Intramurale patiënt (verblijf)
Voor een individuele patiënt mag niet over eenzelfde dag een zzp-ggz b en een dbc
ggz worden geregistreerd.
Na 365 dagen aaneengesloten verblijf met behandeling wordt de intramurale dbc ggz
afgesloten. Daarnaast moeten alle eventuele ambulante dbc’s ggz afgesloten worden.
Het is wel mogelijk voor een zorgaanbieder om een ggz dbc of een zzp-ggz b geopend
te hebben naast een dbc in het kader van medisch specialistische zorg.
Bij een intramurale patiënt is het niet mogelijk om beeldvormend onderzoek/klinisch-chemische
en microbiologische laboratoriumonderzoeken als ozp’s te declareren. De kosten van
deze onderzoeken maken onderdeel uit van de verblijfsprestatie(s). De overige ozp’s
bij een intramurale patiënt zijn wel los declarabel.
Extramurale patiënt (ambulant)
Alle ozp’s die binnen de gespecialiseerde ggz te declareren zijn, mogen naast een
extramurale dbc ggz worden gedeclareerd. Het overzicht van de ozp’s die door de ggz
te declareren zijn kunt u vinden in het overzicht overige zorgproducten per segment.
Het betreft hier bijlage 4 van de nadere regel voor de medisch-specialistische zorg
(msz).
Onderlinge dienstverlening
Als een zorgaanbieder een deel van de zorg uitbesteedt voor een patiënt met een lopend
zorgtraject, blijft de opdrachtgevende zorgaanbieder verantwoordelijk voor de verlening
van deze zorg. Dit is ook van toepassing op zorg die valt onder overige zorgproducten
(ozp). De uitvoerende zorgaanbieder kan de ozp in rekening brengen bij de ggz-instelling
die hier opdracht voor heeft gegeven. Daarnaast is het voor een ozp toegestaan dat
een uitvoerende zorgaanbieder een ozp zelfstandig in rekening brengt bij de patiënt/zorgverzekeraar.
4.4. Regiebehandelaarschap
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Zoals vermeld in de begripsbepalingen wordt voor het regiebehandelaarschap (conform
de wens van partijen zoals vastgelegd in het model-kwaliteitsstatuut ggz) onderscheid
gemaakt tussen ‘instellingen’ en ‘vrijgevestigden’.
Instelling: De zorgaanbieder die declareert met één van onderstaande AGB-classificatiecodes. Andere
zorgaanbieders worden gelijkgesteld met een vrijgevestigde.
Classificatiecode
|
Omschrijving
|
06
|
Groep 06 Ziekenhuizen
|
06-29
|
Groep 06-29 Psychiatrisch Ziekenhuis
|
19
|
Audiologische Centra
|
22
|
Zelfstandige Behandelcentra Extramurale praktijken medisch specialisten
|
25
|
Inrichting voor Psychiatrische Deeltijdbehandeling
|
30
|
Instelling voor Verstandelijk Gehandicapten
|
35
|
Instelling voor Visueel Gehandicapten
|
45
|
Verpleeginrichtingen
|
47
|
Verpleeginrichtingen
|
53
|
Diverse samenwerkingsverbanden
|
54
|
GGZ instellingen (puk/paaz)
|
60
|
Instellingen voor Dagverpleging voor Ouderen
|
70
|
Kinderdagverblijven
|
72
|
RIBW
|
73
|
Wlz Gecombineerd
|
75
|
Thuiszorginstellingen
|
79
|
RIAGG
|
Ontheffingsregeling regiebehandelaarschap bij overgang vanuit Jeugdwet
Er geldt een ontheffing op de lijst met beroepen voor het regiebehandelaarschap voor
patiënten die gedurende de behandeling (gestart onder de Jeugdwet) de 18-jarige leeftijd bereiken (zorgtype 147). In dit geval mogen, in afwijking
op wat hierboven is weergegeven, ook de onderstaande beroepen voorkomen als regiebehandelaar:
Deze ontheffing geldt uitsluitend voor de behandeling die afgerond moet worden zodra
een patiënt de 18 jarige leeftijd heeft bereikt. Deze wordt als initiële dbc onder
de Zvw geregistreerd (zorgtype 147). Bij vervolg-dbc’s geldt deze uitzondering niet.
Ontheffingsregeling regiebehandelaarschap bij toegekende experimenteerruimte
Er geldt een ontheffing op de lijst met beroepen voor het regiebehandelaarschap als
een zoals in het model-kwaliteitsstatuut benoemde derde (onafhankelijke) partij een
tweezijdig verzoek ontvangt tot uitbreiding van het regiebehandelaarschap en goedkeurt.
Het betreffende initiatief kan gebruik maken van een keuzemogelijkheid op dbc-niveau,
die mogelijk maakt andere beroepen te selecteren dan genoemd in 1. Begripsbepalingen onder dd.
Alleen BIG-geregistreerde beroepen kunnen in aanmerking komen voor deze ontheffingsmogelijkheid.
5. Diagnose-behandelcombinaties (dbc’s)
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
5.1. Registratieproces
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de algemene registratiebepalingen, het openen
van een dbc, het typeren van een dbc, het registreren op een dbc en het sluiten van
een dbc besproken. Meer uitgebreide informatie over het hele proces (registreren-valideren-afleiden)
en voorbeelden, nadere toelichting en stroomschema’s staan vermeld in Toelichting
op de nadere regel.
5.1.1. Algemene registratiebepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
1. De registratie van de geleverde zorg in de administratie van de zorgaanbieder is volledig,
juist en actueel.
-
2. De regiebehandelaar is verantwoordelijk voor het vastleggen van de daadwerkelijk verleende
zorg in de door de NZa vastgestelde activiteiten en voor de juistheid van het gehele
dbc-traject.
-
3. Voordat er een dbc geregistreerd kan worden moet er eerst een zorgtraject geopend
worden. De registratie van het zorgtraject start op het moment dat een patiënt zich
(met een nieuwe zorgvraag) aanmeldt. Het zorgtraject bestaat altijd uit één initiële
dbc, en mogelijke vervolg-dbc’s. Zie ook artikel 5.1.2 Openen dbc’s.
-
4. Onder voorwaarden kunnen bij één zorgaanbieder (instelling of vrijgevestigde) maximaal
drie reguliere zorgtrajecten per patiënt open staan. Dit kan als er sprake is van meerdere
primaire diagnoses waarvoor gelijktijdig substantieel verschillende behandelingen
moeten worden ingezet. Zie ook artikel 5.1.3 Typeren van dbc’s.
Daarnaast is het mogelijk om een vierde parallel zorgtraject te openen, wanneer dit een crisis-dbc is.
5.1.2. Openen dbc’s
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
1. Het openen van een dbc is een administratieve handeling. Iedereen onder verantwoordelijkheid
van de regiebehandelaar kan een dbc openen.
-
2. De openingsdatum van een initiële dbc is gelijk aan de datum waarop de eerste directe
of indirecte patiëntgebonden activiteit, uitgevoerd door een beroep waarvan de tijd
afleidt naar een prestatie, door de behandelaar plaatsvindt. De openingsdatum van
een vervolg-dbc is gelijk aan de dag na sluiting van de voorgaande dbc. Uitzondering
hierop is een vervolg-dbc met zorgtype exacerbatie/recidive (zorgtype 204). De openingsdatum
van een vervolg-dbc met zorgtype 204 is gelijk aan de datum dat de eerste directe
of indirecte patiëntgebonden activiteit, uitgevoerd door een beroep waarvan de tijd
afleidt naar een prestatie, door de behandelaar plaatsvindt.
-
3. Openen initiële dbc
De regiebehandelaar moet een initiële dbc openen als:
-
– een nieuwe patiënt zich aanmeldt;
-
– een bekende patiënt voor een andere primaire diagnose in zorg komt;
-
– een bekende patiënt zich aanmeldt met dezelfde primaire diagnose, maar 365 dagen verstreken
zijn sinds het sluiten van de vorige dbc;
-
– bekostiging van de zorg vanuit een andere bekostigingssystematiek overgaat naar de
Zvw.
In artikel 5.1.2 Openen dbc’s in staat een verdere uitwerking van de situaties waarin
een initiële dbc geopend moet worden.
-
4. Heropenen (initiële of vervolg) dbc
Als de patiënt binnen 35 dagen na het afsluiten van de dbc terugkomt in zorg voor
dezelfde diagnose, moet de voorafgaande dbc heropend worden, tenzij de doorlooptijd
van de dbc meer dan 365 dagen wordt.
-
5. Openen vervolg-dbc
De regiebehandelaar opent een vervolg-dbc als:
-
– een (initiële of vervolg-)dbc 365 dagen openstaat en de behandeling nog niet afgerond
is;
-
– een patiënt weer terug in zorg komt voor dezelfde diagnose binnen 365 dagen na afsluiting
van de voorgaande dbc. Echter, als een patiënt binnen 35 dagen terug komt met dezelfde
diagnose móet, tenzij de doorlooptijd van de dbc meer dan 365 dagen wordt, de voorgaande
dbc heropend worden.
-
– als een zorgaanbieder de behandeling van een patiënt overneemt van een andere zorgaanbieder,
nadat deze behandelaar een second opinion heeft uitgevoerd.
In het artikel 5.1.2 Openen dbc’s in de toelichting staat een meer uitgebreid overzicht
van de situaties waarin een vervolg-dbc geopend moet worden.
-
6. Er wordt géén vervolg-dbc geopend als de patiënt in aanmerking komt voor de generalistische
basis-ggz, en voldoet aan één van de patiëntprofielen daarvan. In dat geval wordt
de patiënt verwezen naar de generalistische basis-ggz.
5.1.3. Typeren van dbc’s
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Het gaat hier om vastleggen van de identificatiegegevens van de patiënt, het zorgtype
en het vastleggen van de classificatie van de (primaire) diagnose van de patiënt.
Onderdeel I – Vastleggen identificatiegegevens van de patiënt
Onderdeel II – Vastleggen van het zorgtype
Onderdeel III – Classificeren en vastleggen van de diagnose van de patiënt
-
4. De regiebehandelaar voert de diagnoseclassificatie uit conform DSM-5. Voor de registratie
en bekostiging moet de DSM-5 diagnose vertaald worden naar een DSM-IV-TR diagnose.
De regiebehandelaar registreert de geclassificeerde DSM-5 diagnose en de diagnose
van de patiënt conform DSM-IV-TR. De diagnose moet geregistreerd worden op vijf assen.
Zie voor uitgebreide toelichting het artikel 5.1.3.4 Vastleggen diagnose.
Registreren primaire diagnose
-
5. Nadat de diagnose op alle assen is geregistreerd kan de regiebehandelaar aangeven
wat de primaire diagnose is die hoort bij het zorgtraject. De primaire diagnose is
de belangrijkste reden voor behandeling, en kan alleen uit een diagnose op As 1 of
As 2 worden geselecteerd. Niet alle diagnoses op die assen kunnen gekozen worden als
primaire diagnose:
-
– De primaire diagnose kan niet een van de volgende codes zijn: ‘799.9 Diagnose/aandoening
uitgesteld’ of ‘V71.09 Geen diagnose of aandoening op As 2 aanwezig’.
-
– Als er bij een diagnose op As 2 ‘Trekken van.’ wordt gescoord, kan deze wel dienen
als primaire diagnose.
-
– De code op As 2 voor zwakzinnigheid of zwakbegaafdheid kan niet als primaire diagnose
geregistreerd worden (hieronder vallen ook de codes voor stoornissen in de kindertijd
op As 2).
Zie ook het artikel 5.1.3.5 Registreren primaire diagnose in de toelichting.
Meerdere (primaire) diagnoses
Er kan sprake zijn van meerdere primaire diagnoses. Dit kan leiden tot:
-
6.
-
a. Parallelle zorgtrajecten – een aanbieder mag parallelle zorgtrajecten open hebben
staan als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-
1. De verschillende diagnoses moeten apart benoemd zijn in de tabel (in de toelichting
op dit artikel) met mogelijke parallelle diagnoses (hierop zijn drie uitzonderingen
die hieronder worden benoemd);
-
2. Er dient sprake te zijn van substantieel verschillende behandelingen. Dit moet de
regiebehandelaar kunnen verantwoorden;
-
3. Een patiënt kan maximaal 3 openstaande zorgtrajecten hebben. Er is een uitzondering
voor crisis-dbc’s. Daarvoor is het mogelijk een vierde zorgtraject te openen. Dit
kan alleen wanneer dit een dbc is met zorgtype ‘crisisinterventie zonder opname’ of
‘crisisinterventie met opname’. Er kunnen geen twee crisis-dbc’s parallel lopen.
Voor parallelle zorgtrajecten gelden dezelfde verplichtingen als voor de reguliere
zorgtrajecten.
Er zijn 3 uitzonderingen waarbij parallelliteit met dezelfde diagnosehoofdgroep (zoals
opgenomen in tabel 7) tussen instellingen wel is toegestaan:
Bij deze uitzonderingen registreert de aanbieder die het parallelle zorgtraject uitvoert
het zorgtype ‘Uitzondering parallelliteit ECT’, respectievelijk het zorgtype ‘Uitzondering
parallelliteit farmacotherapie’, respectievelijk het zorgtype ‘Uitzondering parallelliteit
tijdelijk verblijf’
Specifiek is bij behandeling bij tijdelijk verblijf nog de voorwaarde van toepassing
dat het niet is toegestaan een vervolg-dbc te openen
-
b. Seriële zorgtrajecten:
De primaire diagnoses van de opeenvolgende zorgtrajecten moeten van elkaar verschillen.
5.1.4. Registreren
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Zodra een dbc geopend is kunnen activiteiten en verrichtingen op verschillende categorieën
geregistreerd worden: diagnostiek en behandeling, dagbesteding, verblijf en verrichtingen.
De codelijst die hiervoor gebruikt moet worden is te vinden in Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen. Daarin zijn ook de meer uitgebreide definities van
de activiteiten en verrichtingen beschreven.
-
1. Alleen behandelaren van wie het beroep op de openingsdatum van de dbc is opgenomen
in de dbc-beroepentabel (Bijlage 1: Dbc-beroepentabel) mogen tijd registreren. Alleen van beroepen die in deze tabel
onder ‘Tijd leidt af’ een ‘ja’ hebben staan, leidt de tijd af naar een prestatie.
-
2. Tijd die niet direct samenhangt met activiteiten uit het behandelplan en/of niet voldoet
aan artikel 1.c, 1.m, 1.o en 1.p van deze regeling, mag niet worden geschreven.
-
3. Een initiële dbc moet directe tijd van een regiebehandelaar bevatten. Daarop zijn
enkele uitzonderingen, zie Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen.
-
4. Behandelaren moeten bij het registreren gebruik maken van de codes die op de registratiedatum
in de activiteiten- en verrichtingenlijst staan. Bij het registreren van patiëntgebonden
activiteiten moet worden aangeven of het om directe of indirecte (reis)tijd gaat.
In de codelijst in Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen staat per activiteit aangegeven welke vormen van tijd
geregistreerd mogen worden.
-
5. Een behandelaar mag alleen de patiëntgebonden tijd, in het kader van de diagnostiek
of behandeling, registreren die hij daadwerkelijk heeft besteed aan die activiteit.
Niet-patiëntgebonden activiteiten, zoals scholing, het lezen van vakliteratuur, algemene
vergaderingen en intervisiebijeenkomsten, mag de (regie)behandelaar niet op een dbc
registreren.
-
6. De behandelaar mag alleen reistijd registreren als de reistijd in het teken staat
van direct patiëntgebonden activiteiten. Als de patiënt niet verschijnt (no-show),
dan mag de behandelaar de reistijd alsnog registreren. De tijd van het ingepland contact
mag in geval van een no-show niet worden geregistreerd. Er mag géén reistijd geregistreerd
worden als er gereisd moet worden naar een andere locatie binnen de eigen organisatie
(Wtzi instelling).
-
7. Wanneer de behandelaar in het kader van diagnostiek of behandeling van de patiënt
tijd besteedt aan het ‘systeem van de patiënt’ (familieleden, gezinsleden, ouders,
partner of andere naasten), moet hij deze tijd registreren op de dbc van de betreffende
patiënt.
-
8. De behandelaar verdeelt, in geval van meerdere behandelvormen tijdens één sessie met
een patiënt, de bestede tijd naar verhouding over deze behandelvormen.
-
9. Wanneer een patiënt groepstherapie krijgt waarbij meerdere mensen tegelijkertijd behandeld
worden, deelt de behandelaar zijn bestede tijd door het aantal deelnemers. Het maakt
daarbij niet uit op grond van welke bekostiging (forensische zorg (fz), Zvw, Wet langdurige zorg (Wlz), Jeugdwet etc.) de behandelingen van die patiënten gefinancierd worden.
-
10. In het geval van een open inloopspreekuur verdeelt de behandelaar de tijd die hij
in totaal besteedt aan de patiënten evenredig over het aantal patiënten dat hij tijdens
het spreekuur heeft gezien.
-
11. Zorgaanbieders mogen op hun eigen manier invulling geven aan het registreren van de
werkelijk bestede tijd. Het is ook toegestaan om standaardtijden of normtijden per activiteit vast te stellen.
-
12. In het geval van onderlinge dienstverlening registreert de opdrachtgevende zorgaanbieder
de activiteiten die de uitvoerende zorgaanbieder heeft uitgevoerd als onderdeel van
de prestatie van de opdrachtgever, op de bestaande dbc. De registratievereisten uit
deze regeling zijn voor de opdrachtgevende zorgaanbieder onverkort van toepassing
op activiteiten in het kader van onderlinge dienst-verlening.
Categorie I – Diagnostiek en behandeling
-
13. Alleen behandelaren van wie het beroep op de openingsdatum van de dbc is opgenomen
in de dbc-beroepentabel, mogen op de dbc diagnostiek en behandeling registreren.
-
14. In het kader van een behandeling moeten beroepen die onder het beroepencluster ‘somatische
beroepen’ vallen (Bijlage 3: Dbc-beroepentabel), hun tijd ook verantwoorden via activiteiten die het best passen
bij de behandelingen die opgenomen zijn in Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen.
-
15. Als behandelaren nog bezig zijn met een vervolgopleiding, registreren zij onder het
beroep van de opleiding die zij op het moment van behandelen hebben afgerond (als
dat beroep voorkomt in de dbc-beroepentabel). Er mag niet geregistreerd worden op
het beroep waarvoor iemand nog in opleiding is.
-
16. Beroepen die 24-uurscontinuïteitszorg leveren, registreren hun bestede tijd tijdens
het verblijf van een patiënt niet, omdat deze tijd is verwerkt in het tarief voor
verblijf.
Categorie II – Dagbesteding
-
17. Iedereen, onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar, kan binnen de dbc dagbesteding
registreren.
-
18. Er zijn vijf vormen van dagbesteding te onderscheiden. Deze staan beschreven in artikel
5.1.4.18 Vormen van dagbesteding in de toelichting. Zie voor de te gebruiken codes
Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen.
-
19. Er geldt een aantal voorwaarden voor het registreren van dagbesteding:
-
– Dagbesteding is in het kader van de (psychiatrische) behandeling.
-
– Dagbesteding is terug te vinden in het behandelplan opgesteld door de behandelaar.
-
– De patiënt is daadwerkelijk aanwezig.
-
20. Tijdens dagbesteding kan de behandelaar géén direct patiëntgebonden behandelactiviteiten
registreren.
-
21. Dagbesteding mag niet geregistreerd worden met verblijf zónder overnachting.
Categorie III – Verblijf
Bij de registratie van verblijf wordt onderscheid gemaakt tussen verblijf met overnachting
(vmo) en verblijf zonder overnachting (vzo). Verblijf wordt altijd geregistreerd op
basis van dagen aanwezigheid door middel van deelprestaties verblijf. Daarnaast bestaan
er deelprestaties verblijf fz in beveiligde setting, waarbij sprake is van beveiligingsniveau
2 of 3. De codes die bij registratie gebruikt moeten worden staan in Bijlage 2: Activiteiten en verrichtingen, een uitgebreide beschrijving van de verschillende
verblijfscategorieën staat in onderdeel Bijlage 4: Deelprestaties verblijf.
Verblijf met medische noodzaak
-
23. De aanbieder moet in het behandeldossier vastleggen welke keuzes er gemaakt zijn rondom
het inschalen van de patiënt op één van de prestaties van verblijf, rondom het herbeoordelen
van de patiënt bij een gewijzigde zorgvraag en rondom het al dan niet beëindigen van
het verblijf van de patiënt. Het herbeoordelen van de patiënt gaat over het mogelijk
op- en afschalen van de zorg voor de patiënt, wijzigen van afspraken over verlof en
wijzigen van afspraken over beveiliging.
-
24. Voor de keuze van de deelprestatie verblijf is de zorgvraag van de patiënt leidend.
Hiervoor geldt dat op basis van de initiële zorgvraag van de patiënt één van de acht
prestaties van verblijf van toepassing is welke het meest overeenkomt met de beschreven
verblijfszorg.
-
25. Voor verblijf in een beveiligde setting worden deelprestaties verblijf met beveiligingsniveau
2 of beveiligingsniveau 3 geregistreerd. Deze beveiligingsniveaus komen overeen met
de beveiligingsniveaus uit de forensische zorg. De voorwaarde voor registratie van
deze toeslag is dat de beveiligde zorg wordt geleverd door een zorgaanbieder die een
gesloten gespecialiseerde voorziening voor geestelijke gezondheidszorg exploiteert
en zorg levert aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Verblijf met rechtvaardigingsgrond (VMR)
-
26. Voor verblijf zonder medische noodzaak, waarvoor er wel een rechtvaardigingsgrond
conform de duiding van Zorginstituut Nederland bestaat, is de prestatie VMR (Verblijf met rechtvaardigingsgrond)
van toepassing.
Verblijfsdag met overnachting
Toeslag op nhc voor verblijf
Voor de PMU geldt een specifieke nhc. Declaratie van deze bijzondere nhc is alleen
mogelijk op basis van een overeenkomst tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar.
Verblijfsdag zonder overnachting
Categorie IV – Verrichtingen (overige deelprestaties)
Binnen de zorgcategorie verrichtingen wordt een onderscheid gemaakt tussen electroconvulsietherapie
(ect), ambulante methadonverstrekking (amv), beschikbaarheidscomponent crisis (bcc),
de toeslag tolk gebarentaal / communicatiespecialist en de toeslag oorlogsgerelateerd
psychotrauma.
-
29. Verrichtingen mogen alleen geregistreerd worden door behandelaren van wie het beroep
op de openingsdatum van de dbc is opgenomen in de dbc-beroepentabel.
-
30. Bij ect moet de behandelaar de tijd én het aantal behandelingen ect registreren. Zie
artikel 5.1.4.30 Electroconvulsietherapie in de toelichting.
-
31. Bij de verstrekking van methadon aan ambulante patiënten moet de behandelaar de tijd
én het aantal verstrekkingen van methadon per kalendermaand registreren. Zie artikel
5.1.4.31 Ambulante verstrekking van methadon in de toelichting.
-
32. Voor de beschikbaarheidscomponent crisis geldt de voorwaarde dat deze alleen geregistreerd
mag worden door instellingen met een 24x7 crisisdienst met regionale functie op een
crisis-dbc die directe tijd bevat.
-
33. Voor de registratie van de toeslag tolk gebarentaal / communicatiespecialist geldt
als vereiste dat deze toeslag alleen mag worden gedeclareerd als er zorg geleverd
wordt aan patiënten met een auditieve beperking en waarvoor de inzet van een tolk
gebarentaal / communicatiespecialist noodzakelijk is. De verrichting mag maar één
keer per dbc geregistreerd worden. Het gaat hierbij om vroegdoven, plots- en laatdoven,
slechthorenden, doofblinden en patiënten met een gehoorstoornis tinnitus, hypoacousis,
ménière of auditieve verwerkingsproblemen. Deze toeslag wordt altijd in combinatie
met een dbc-zorgproduct voor behandeling in rekening gebracht.
-
34. Voor de registratie van de toeslag oorlogsgerelateerd psychotrauma geldt als vereiste
dat deze toeslag alleen mag worden geregistreerd als er zorg geleverd wordt aan patiënten
met een ernstige verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld, veroorzaakt door oorlog,
vervolging en geweld, waarvoor bovengemiddeld weekendverlof voor het succesvol afronden
van de behandeling noodzakelijk is. Deze toeslag wordt altijd in combinatie met een
verblijfsprestatie D gedeclareerd.
5.1.5. Sluiten
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
1. De regiebehandelaar is verantwoordelijk voor het sluiten van de dbc. De regiebehandelaar
(of degene die onder zijn of haar verantwoordelijkheid valt) controleert daarbij de
volgende punten:
-
– de dbc is ingevuld conform deze regeling;
-
– de dbc bevat de juiste informatie;
-
– de typering is juist en volledig ingevuld;
-
– de diagnose is juist ingevuld;
-
– de GAF-score is ingevuld.
-
2. Als één van de onderdelen onder punt 1. niet, of niet juist is ingevoerd, mag de dbc
niet afgesloten worden.
-
3. Bij het sluiten van een dbc moet één van de hieronder vermelde redenen voor afsluiten
worden geregistreerd.
Sluitredenen
|
Code
|
Beschrijving
|
1
|
Reden voor afsluiten bij patiënt / niet bij behandelaar
|
2
|
Reden voor afsluiten bij behandelaar / om inhoudelijke redenen
|
3
|
In onderling overleg beëindigd zorgtraject / patiënt uitbehandeld
|
5
|
Afsluiting na alleen pre-intake / intake / diagnostiek / crisisopvang
|
9
|
Afsluiten vanwege openen vervolg-dbc
|
10
|
Afsluiten vanwege overgang naar andere bekostiging
|
19
|
Afsluiten vanwege overgang naar zzp-systematiek (binnen de Zvw)
|
5.1.6. Crisis-dbc
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
1. De geleverde crisiszorg heeft als doel de crisissituatie van de patiënt zo spoedig
mogelijk te stabiliseren.
-
2. Alle behandelaren van wie het beroep op de openingsdatum van de dbc is opgenomen in
de dbc-beroepentabel mogen op de dbc crisisactiviteiten registreren. Zie Bijlage 3: Dbc-beroepentabel.
-
3. Een crisis-dbc heeft een maximale duur van 28 dagen.
-
4. Er mag per patiënt per zorgaanbieder maar één crisis-dbc tegelijk openstaan.
Openen
In het geval van een crisiscontact wordt een (nieuwe) crisis-dbc geopend of – als
er nog korter dan 28 dagen geleden een crisis-dbc is geopend – in de al geopende crisis-dbc
geregistreerd.
-
5. Er mag pas een nieuwe crisis-dbc geopend worden, als bij de zorgaanbieder in de periode
van 28 dagen vóór die datum geen crisis-dbc geopend is. Als een crisis-dbc (voortijdig)
gesloten is, kan deze heropend worden.
-
6. Na een crisis-dbc met 28 dagen opname mag niet aansluitend een nieuwe crisis-dbc met
opname worden geopend. Als opname nog noodzakelijk is, moet aansluitend een reguliere
dbc geopend worden.
-
7. Er moet een nieuwe crisis-dbc geopend worden als:
-
– er sprake is van een nieuwe (crisis)patiënt;
-
– bij een bekende patiënt na 28 dagen de crisisinterventie nog niet is afgerond;
-
– een bekende patiënt terugkomt in crisiszorg, en er meer dan 28 dagen verstreken zijn
sinds het openen van de vorige crisis-dbc.
Typeren
-
8. In het geval van een crisisinterventie, heeft een behandelaar de keuze uit twee zorgtypen
namelijk Crisisinterventie zonder opname en Crisisinterventie met opname.
-
9. Gedurende de looptijd van de dbc mag het zorgtype gewijzigd worden. Het zorgtype moet
echter bij het sluiten van de dbc volledig en juist geregistreerd zijn.
-
10. De diagnose van de crisis-dbc en een gelijktijdig regulier zorgtraject mag overeenkomen.
-
11. Eén crisis-dbc per crisissituatie. In onderstaande situaties mag er maar één crisis-dbc
geopend worden:
-
– Als een crisisdienst een patiënt van een andere instelling opvangt en opneemt, een
crisis-dbc opent en dezelfde of één van de volgende dagen de patiënt overdraagt aan
die ggz-instelling.
Registratie: één crisis-dbc, door de ambulante crisisdienst.
Na overdracht registratie in een reguliere dbc als dat van toepassing is.
Uitzondering: als overdracht plaatsvindt van de ene regionale crisisdienst naar een andere regionale
crisisdienst.
-
– Als een ambulante crisisdienst face-to-face beoordeelt dat er sprake is van crisis
conform definitie, een crisis-dbc opent en de patiënt bij dezelfde instelling in zorg
komt.
Registratie: alles wordt geregistreerd in één crisis-dbc.
-
– Als de ambulante crisisdienst telefonische triage doet, er sprake is van crisis conform
de definitie en de ambulante crisisdienst doorverwijst door naar een andere instelling
met 24x7 beschikbaarheidsfunctie.
Registratie: andere instelling opent de crisis-dbc. Alles wordt geregistreerd in één crisis-dbc.
De ambulante crisisdienst opent géén crisis-dbc.
-
– Als de politie een patiënt overdraagt aan een ggz-instelling/paaz/puk met regionale
24x7 crisisdienst:
Registratie: als er sprake is van crisis conform de definitie: ggz-instelling/paaz/puk opent crisis-dbc.
-
– Eén zorgaanbieder kan voor één patiënt maar één crisis-dbc per 28 dagen openen.
-
12. Het is niet verplicht om bij een crisis-dbc een diagnose te registreren. Als er bij
het openen van een crisis-dbc wél een diagnose wordt geregistreerd, kan dat in de
vorm van een zo goed mogelijk passende (werk)diagnose. Als de patiënt opnieuw in crisis
raakt hoeft deze diagnose niet te worden aangepast en kan de opvolgende crisis-dbc
geregistreerd worden in hetzelfde zorgtraject.
Registreren
-
13. Behandelaren mogen binnen de dbc-systematiek crisiszorg leveren.
-
14. Er mogen alleen activiteiten geregistreerd worden op een crisis-dbc die in verband
staan met crisiszorg. Er kunnen dan twee zaken geregistreerd worden, namelijk de beschikbaarheidscomponent
en de uitgevoerde crisisactiviteiten.
-
15. Er mogen geen verblijfsdagen (met of zonder overnachting) geregistreerd worden op
een crisis-dbc met het zorgtype ‘crisisinterventie zonder opname’.
-
16. Als er sprake is van parallelle zorgtrajecten, moet de behandelaar de geboden zorg
registreren op de dbc waarop deze betrekking heeft. Het is toegestaan dat de reguliere
dbc en de crisis-dbc tegelijk open staan, en dat op dezelfde kalenderdag een activiteit
wordt geregistreerd op zowel de crisis- als de reguliere dbc, als dat in het belang
is van de continuïteit van de zorg.
Sluiten
5.2. Validatiebepalingen dbc’s
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
1. De administratieve organisatie is zodanig ingericht dat een audit-trail mogelijk is.
De NZa en de zorgverzekeraar moeten altijd de mogelijkheid hebben om de dbc-registratie
op juistheid te controleren.
-
2. De zorgaanbieder neemt voor de dbc-registratie en declaratie van dbc's in hun registratie-
en declaratiesoftware een validatiemodule op. Het document ‘Toelichting validatieregels
ggz’, dat integraal onderdeel uitmaakt van deze regeling, bevat de specificaties waaraan
de validatiemodule moet voldoen. Dit document is te downloaden van de website van
de NZa (www.nza.nl). De validatiemodule moet zodanig zijn ingericht dat uitsluitend
dbc’s in rekening kunnen worden gebracht die niet strijdig zijn met de inhoud van
deze regeling.
-
3. De zorgaanbieder hanteert de validatiemodule als hulpmiddel om de betrouwbaarheid
van dbc's te toetsen en de juistheid van de registratie te verifiëren. Verificatie
gebeurt op basis van gegevens in bronbestanden.
5.3. Declaratiebepalingen dbc’s
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Deze regeling stelt voorschriften, voorwaarden of beperkingen met betrekking tot het
declaratieproces in de gespecialiseerde ggz.
Te declareren dbc-tarief
-
1. Voor het leveren van zorg aan een patiënt kan de zorgaanbieder een bij deze zorg behorend
dbc-tarief declareren als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
-
– Het gehele dbc-traject is afgesloten overeenkomstig deze regeling.
-
– De stappen die het dbc-traject omvat, te weten: openen, typeren, registreren, sluiten
en valideren, zijn volledig doorlopen.
-
– De hierboven genoemde stappen, met uitzondering van valideren, vinden plaats door
of onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar.
-
– De regiebehandelaar heeft direct patiëntgebonden tijd die afleidt naar een prestatie
besteed aan de patiënt voor wie wordt gedeclareerd. Als er sprake is van een vervolg-dbc,
of van een patiënt afkomstig uit de Jeugdwet (zorgtype 147), dan geldt de eis van verplichte directe tijd die afleidt naar een
prestatie van de regiebehandelaar niet. Voor crisis-dbc’s zonder verblijf geldt een
uitzondering op deze bepaling: de directe tijd die afleidt naar een prestatie hoeft
niet door de regiebehandelaar besteed te zijn.
-
– Er zijn geen verblijfsdagen in rekening gebracht voor dagen waarop de patiënt afwezig
was.
-
– Het aantal geregistreerde minuten direct patiëntgebonden tijd dat heeft afgeleid naar
een prestatie is zodanig geregistreerd dat effectieve controle door de zorgverzekeraar
en de NZa mogelijk is.
-
2. De zorgaanbieder kan het dbc-tarief in rekening brengen voor alle afgesloten dbc's
die zijn gevalideerd door middel van de validatiemodule. Het dbc-tarief dat wordt
gedeclareerd is het tarief dat van toepassing was op de datum van openen van de dbc.
-
3. Het dbc-tarief wordt gedeclareerd aan de patiënt of aan de zorgverzekeraar. Als de
patiënt gedurende het dbc-traject is veranderd van zorgverzekeraar, moet het dbc-tarief
worden gedeclareerd bij de zorgverzekeraar bij wie de patiënt verzekerd was op de
datum van het openen van de dbc.
Onderlinge dienstverlening
Transparantie
5.4. Informatiebepalingen dbc’s
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Dbc-traject startdatum
Dbc-traject einddatum
Declaratiecode
Gedeclareerd tarief
AGB-code
-
5. Voor zelfstandig gevestigde zorgaanbieders: de AGB-zorgverlenerscode en – als dat
van toepassing is – de AGB-praktijkcode.
Voor instellingen: de AGB-instellingscode en – als dat van toepassing is – de AGB-zorgverlenerscode.
De AGB-code en het beroep van de regiebehandelaar
-
6. Naast bovenstaande AGB-code moet ook de AGB-code en het beroep van de regiebehandelaar
op de factuur vermeld worden. Als de regiebehandelaar in de fase van behandeling een
andere regiebehandelaar is dan in de fase van de diagnose, dan moet ook de AGB-code
van de tweede regiebehandelaar en diens beroep op de factuur vermeld worden.
Directe en indirecte tijd
Het type verwijzer
AGB-code van de verwijzer
Dagbesteding
Dbc-prestatiecode
-
11. De specificatie van het geleverde zorgproduct. De dbc-prestatiecode wordt afgeleid
van de gevalideerde dbc-dataset. Deze code bestaat uit 12 alfanumerieke posities,
gevuld volgens vier 3-cijferige dbc-componenten en in onderstaande volgorde:
De diagnose-informatie op de factuur moet zich beperken tot de 14 diagnosehoofdgroepen
in uitsluitend de langdurende of intensieve behandelgroepen overeenkomstig de productstructuur.
Voor de behandelgroepen ‘diagnostiek’, ‘crisis’ en ‘kortdurend’ is vermelding van
diagnose-informatie en de zorgvraagzwaarte op de factuur niet toegestaan. Evenmin
is het toegestaan dat uit de factuur blijkt of er ten aanzien van het zorgtype sprake
is van een rechterlijke uitspraak.
Zorgvraagzwaarte-indicator
Deelprestaties
-
13. De volgende deelprestaties worden onderscheiden:
-
– verblijf met overnachting (vmo): in totaal worden acht deelprestaties verblijf onderscheiden
(deelprestatie verblijf A t/m H en VMR). Deze deelprestaties worden per dag geregistreerd;
-
– verblijf zonder overnachting (vzo);
-
– electroconvulsietherapie (ect);
-
– ambulante methadon verstrekking (amv);
-
– beschikbaarheidscomponent crisis (bcc);
-
– toeslag tolk gebarentaal / communicatiespecialist (ttgc)
-
– toeslag oorlogsgerelateerd psychotrauma (togp).
Alle deelprestaties worden altijd in combinatie met een productgroep voor behandeling
in rekening gebracht. Op de factuur wordt vermeld welke deelprestaties op welke datum
geleverd zijn.
Lekenomschrijving
-
14. Als een zorgaanbieder aan de patiënt factureert, voegt hij op de factuur een lekenomschrijving
met betrekking tot de geleverde zorg toe. Vermelding van de lekenomschrijving blijft
achterwege, als de zorgaanbieder de factuur rechtstreeks aan de zorgverzekeraar zendt.
5.5. Uitzonderingen in geval van privacybezwaren
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Privacyverklaring
-
1. De artikelen 5.4.3, 5.4.11, 5.4.12 en 5.4.14, voor zover betrekking hebbend op tot
de diagnose herleidbare gegevens, blijven buiten toepassing indien de patiënt en de
zorgaanbieder gezamenlijk een verklaring hebben ondertekend overeenkomstig Bijlage 5: Privacyverklaring.
Inzenden verklaring
Bewaren afschrift
Aanpassen tarief
-
4. In aanvulling op de uitzonderingsbepaling van artikel 5.5.1 en zo nodig in afwijking
van artikel 5.4.4 zijn patiënt en zorgaanbieder gerechtigd om een tarief, niet hoger
dan het geldende maximumtarief, te declareren zodanig dat dit afwijkende tarief niet
herleidbaar is naar de diagnose. De zorgaanbieder, al dan niet in gezamenlijkheid
met de patiënt, dient in dit geval in overleg met de zorgverzekeraar tot een afwijkende,
doch voor beide partijen aanvaardbare betalingsprocedure te komen. De zorgverzekeraar
is gehouden om binnen redelijke grenzen medewerking te verlenen aan de totstandkoming
van zo’n betalingsprocedure.
Controle door medisch adviseur
-
5. Controle door de zorgverzekeraar op de rechtmatigheid van facturen, die op grond van
artikel 5.5.1 door een zorgaanbieder, dan wel een patiënt, ter betaling aan die zorgverzekeraar
zijn aangeboden, vindt plaats door of onder verantwoordelijkheid van een medisch adviseur.
Uitzondering voor zelfbetalers
-
6. De artikelen 5.4.3, 5.4.11, 5.4.12 en 5.4.14, voor zover betrekking hebbend op tot
de diagnose herleidbare gegevens, blijven buiten toepassing indien een patiënt aan
de zorgaanbieder te kennen geeft de factuur, resp. facturen, met betrekking tot de
door hem genoten behandeling(en) zelf te zullen betalen, althans niet ter betaling
bij zijn zorgverzekeraar aan te bieden.
Factuur alsnog ter betaling indienen
-
7. Indien een patiënt bedoeld in artikel 5.5.6 zich bedenkt en de factuur op een later
moment alsnog ter betaling wil indienen bij zijn zorgverzekeraar, dan dient alsnog
een verklaring als bedoeld in artikel 5.5.1 te worden ingevuld en ondertekend. De
artikelen 5.5.2 tot en met 5.5.5 zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing.
6. Zzp’s ggz
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
In dit hoofdstuk worden de registratie-, declaratie- en informatiebepalingen van de
prestaties en toeslagen in het kader van de langdurige ggz met behandeling beschreven.
Met prestaties wordt in dit hoofdstuk bedoeld:
-
– zzp-ggz b 3 t/m 7 inclusief dagbesteding
-
– zzp-ggz b 3 t/m 7 exclusief dagbesteding
-
– zzp-ggz b vmr inclusief dagbesteding
-
– zzp-ggz b vmr exclusief dagbesteding
-
– zzp-ggz Klinisch Intensieve Behandeling
Met toeslagen wordt in dit hoofdstuk bedoeld:
-
– toeslag niet-strafrechtelijke forensische psychiatrie
-
– toeslag Vervoer dagbesteding
-
– toeslag Woonzorg jong volwassenen ggz
6.1. Algemene registratiebepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
1. De registratie van de prestaties en toeslagen in de administratie van de zorgaanbieder
is volledig, juist en actueel.
-
2. De registratie van de prestaties en toeslagen start als de patiënt langer dan 365
aaneengesloten dagen behandeling inclusief verblijf heeft ontvangen. Voor patiënten
met behandeling en verblijf wordt vanaf dag 366 een zzp-ggz geregistreerd in plaats
van een dbc.
-
3. De registratie van de prestaties en toeslagen eindigt wanneer de patiënt niet langer
verblijft in de instelling.
-
4. In uitzondering op artikel 6.1.3 geldt dat de zorgaanbieder, in verband met het beschikbaar
houden van de verblijfsplaats, gedurende de tijdelijke afwezigheid van de patiënt
de zzp-ggz mag blijven registreren die ook geregistreerd wordt bij aanwezigheid. Voor
registratie bij tijdelijke afwezigheid geldt een maximum van veertien dagen afwezigheid
per keer, tellend vanaf de eerste dag na vertrek van de instelling. Dit maximum geldt
niet in het geval van ziekenhuisopname.
In aanvulling op het gestelde in de vorige alinea geldt het volgende:
Voor de registratie bij tijdelijke afwezigheid van patiënten die als leerling voor
dagonderwijs staan ingeschreven en die dit onderwijs ook daadwerkelijk volgen, wordt
per keer een maximum afwezigheid berekend. Deze loopt vanaf de eerste dag van afwezigheid
van de patiënt tot de maximale wettelijke vakantieduur.
-
5. De uitzondering als bedoeld in artikel 6.1.4 is niet van toepassing op de toeslagen.
-
6. Er kunnen niet meerdere zzp’s ggz voor één patiënt voor dezelfde datum worden geregistreerd.
-
7. De administratieve organisatie is zodanig ingericht dat een audit-trail mogelijk is.
De NZa en de zorgverzekeraar moeten altijd de mogelijkheid hebben om vastlegging van
de uitgevoerde behandeltrajecten op juistheid te controleren.
6.2. Declaratiebepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
1. De zorgaanbieder declareert de prestatie met het profiel dat overeenkomt met het profiel
van de patiënt (zie Bijlage 6: profielen zorgzwaartepaketten ggz). De declaratie vindt plaats op patiëntniveau.
De normatieve huisvestingscomponent (nhc) en normatieve inventariscomponent (nic)
maken integraal onderdeel uit van de zzp.
-
2. Er kunnen niet meerdere zzp’s ggz voor één patiënt voor dezelfde datum worden gedeclareerd.
-
3. De toeslagen worden altijd in combinatie met een zzp-ggz in rekening gebracht.
-
4. De declaratieperiode voor de prestaties en toeslagen is een kalendermaand.
-
5. Als er een verandering in de zorgvraag van de patiënt optreedt, kan een andere (hoger
of lager) zzp-ggz worden gedeclareerd. Wanneer er tijdens een zzp-ggz b vmr toch weer
sprake wordt van medische noodzaak voor verblijf, registreert de zorgaanbieder de
eerst volgende dag de zzp-ggz b die het best passend is bij de zorgvraag van de patiënt
op dat moment. De zzp-ggz b vmr wordt dan niet langer geregistreerd.
-
6. De prestaties en toeslagen worden na afloop van de declaratieperiode in rekening gebracht.
-
7. De declaratie bestaat uit het aan de patiënt geleverde aantal zzp dagen en eventuele
toeslagen binnen de declaratieperiode, met inbegrip van het gestelde in artikel 6.1.4.
-
8. Een zorgaanbieder heeft bepaalde verplichtingen als het gaat om transparantie richting
de patiënt. Voor wat betreft deze verplichtingen verwijzen we naar de beleidsregel
‘Transparantie zorgaanbieders’.
6.3. Informatiebepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Elke factuur bevat in ieder geval de volgende gegevens:
Begindatum declaratieperiode
Einddatum declaratieperiode
Gedeclareerde prestatie(s)
Toeslagen
-
4. De volgende toeslagen worden onderscheiden:
Alle toeslagen worden altijd in combinatie met een zzp-ggz in rekening gebracht. Op
de factuur wordt vermeld welke toeslagen op welke datum geleverd zijn en tegen welk
tarief.
Gedeclareerde tarief
AGB-code
Lekenomschrijving
7. Overige zorgproducten (ozp’s)
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
De categorie ‘overige zorgproducten’ (ozp’s) heeft geen relatie met het dbc- of zzp-ggz-traject
van een patiënt. De registratieprocessen voor de dbc’s en zzp’s ggz gelden dus ook
niet voor de ozp’s. De integrale tarieven voor de overige zorgproducten kunnen daarom
afzonderlijk gedeclareerd worden aan de patiënt, zorgverzekeraar of aan de opdrachtgever.
Voor meer informatie over overige zorgproducten wordt verwezen naar de beleidsregel
‘Prestaties en tarieven gespecialiseerde ggz’.
Als er aan een patiënt zowel basispakketzorg als niet basispakketzorg wordt geleverd,
dan declareert de zorgaanbieder zowel een dbc/zzp-ggz als een ozp.
Zorg die tot het basispakket behoort
Bij consultaties door een psychiater bij een euthanasieverzoek op grond van psychisch
lijden kan het specifiek ozp in rekening worden gebracht. De werkzaamheden die met
dit ozp in rekening kunnen worden gebracht betreffen het dossieronderzoek, gesprek
met patiënt en naasten, verslaglegging en afsluiting. Hierbij geldt een maximum van
12 uur per patiënt.
Zorg die niet tot het basispakket behoort
-
1. Het is zorgaanbieders niet toegestaan om zorg die niet tot het basispakket behoort,
in rekening te brengen als zorg die tot het basispakket behoort.
-
2. Voor het declareren van zorg die niet onder het basispakket valt, maar wel zorg is
zoals omschreven in de Wmg, brengt de zorgaanbieder één van de voor deze zorg vastgestelde ozp’s in rekening.
Als er geen aparte prestatie bestaat voor de niet-basispakketzorg, dan kunnen de volgende
algemene prestaties gebruikt worden:
-
3. Activiteiten en verrichtingen die niet onder de reikwijdte van het begrip ‘zorg’ als
omschreven in artikel 1, eerste lid, onder b, Wmg behoren, worden niet via prestaties of ozp’s gedeclareerd.
-
4. Bij keuringen, rapporten en informatieverstrekkingen kunnen aanbieders bij levering
van specifieke prestaties een prestatie (‘toeslag’) in rekening brengen voor additionele
directe of indirecte tijd. De zorgverlener moet de patiënt vooraf informeren wanneer
hij verwacht gebruik te maken van deze toeslag bovenop de standaardprestatie.
8. Intrekking oude regeling
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
9. overgangsbepaling
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
De Nadere regel ‘Gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg’ met kenmerk NR/REG-1803a blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten)
van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn
aangevangen – en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold. Dit
betekent dat voor overlopende dbc’s (dbc’s gestart vóór 2019 en doorlopend in 2019)
de op het moment van opening van de dbc geldende nadere regel van toepassing is.
10. Inwerkingtreding en citeerregel
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Artikel I. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Indien de
Staatscourant, waarin deze regeling wordt bekendgemaakt, wordt uitgegeven na 31 december
2018, treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt zij terug tot en
met 1 januari 2019.
Deze regeling wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant op grond van
artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg.
Bijlage 1. Zorgtypen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Tabel 1: Zorgtypen initiële dbc’s
Initiële dbc
|
Code
|
Zorgtype
|
101
|
Reguliere zorg
|
106
|
Second opinion-dbc
|
107
|
Zorg op basis van een tertiaire verwijzing
|
108
|
Langdurig periodieke controle (bij overname)
|
109
|
Bemoeizorg
|
110
|
Rechterlijke machtiging (rm)
|
111
|
Inbewaringstelling (ibs)
|
116
|
Rechterlijke machtiging met voorwaarden
|
147
|
Overgang vanuit de Jeugdwet
|
152
|
Uitzondering paralleliteit ECT
|
153
|
Uitzondering parallelliteit farmacotherapie
|
154
|
Uitzondering parallelliteit tijdelijk verblijf
|
Reguliere zorg – 101
Het zorgtype reguliere zorg wordt gebruikt voor patiënten met een nieuwe zorgvraag
die vanuit de eerste lijn, door bijvoorbeeld de huisarts of een collega-specialist,
zijn doorverwezen.
Second opinion – 106
Een ‘second opinion’ is de herbeoordeling van een zorgvraag en het bijbehorend advies
van een andere zorgaanbieder. Er is doorgaans sprake van een beperkt aantal contacten
en er is géén sprake van een overname van de behandeling. Als de dbc het zorgtype
‘Second opinion’ (106) heeft, moet de behandelaar minimaal één diagnostische activiteit
registreren. Een dbc met dit zorgtype mag daarnaast niet meer dan 250 minuten directe
tijd bevatten.
Zorg op basis van tertiaire verwijzing – 107
Het betreft een patiënt met een nieuwe zorgvraag, die wordt gezien op basis van een
erkende doorverwijzing door een andere zorgaanbieder omdat daar de benodigde expertise,
kennis, ervaring en/of behandelfaciliteiten voor die zorgvraag niet aanwezig zijn.
Langdurig periodieke controle (bij overname) – 108
Er is sprake van een meerjarig zorgtraject waarbij de patiënt tenminste eenmaal per
jaar ter controle wordt gezien nadat de initiële behandelingsfase is afgerond. Dit
zorgtype kan alleen bij een initiële dbc worden geregistreerd wanneer de patiënt wordt
overgenomen vanuit een andere zorginstelling/organisatie en waarbij er sprake is van
een langdurig periodieke controle.
Bemoeizorg – 109
Dit zorgtype wordt geregistreerd als bemoeizorg de aanleiding is voor het starten
van de dbc in de gespecialiseerde ggz. Er is geen sprake van een juridische maatregel
ten aanzien van de zorg. Activiteiten die gerekend kunnen worden tot bemoeizorg (voortraject;
aanleiding van zorg; nog geen zorgvraag en zorgvrager) behoren niet tot de geneeskundige
ggz en vallen daarmee niet onder de dbc-systematiek.
Rechterlijke machtiging (rm) – 110
Bij het zorgtype rm is er sprake van gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis
in het kader van de wet Bijzondere Opname Psychiatrische in Ziekenhuizen (Bopz). dbc’s met zorgtype rm moeten verblijfsdagen met overnachting bevatten en
een activiteit uitgevoerd door een beroep uit het beroepencluster ‘medische beroepen’.
Niet alle gevallen van rechterlijke machtiging vallen onder de Zvw/dbc-systematiek voor de ggz. Een rechterlijke machtiging die wordt
afgegeven voor iemand in detentie die tijdelijk moet worden opgenomen in een ggz-instelling,
valt onder het strafrecht en daarmee onder de systematiek voor forensische zorg in
strafrechtelijk kader (dbbc-systematiek).
Inbewaringstelling (ibs) – 111
Bij het zorgtype ibs is er sprake van een gedwongen spoedopname in een psychiatrisch
ziekenhuis in het kader van de wet Bopz. dbc’s met zorgtype ibs moeten verblijfsdagen met overnachting bevatten en een activiteit
geregistreerd door een beroep uit de beroepencluster ‘medische beroepen’. Er mogen
geen activiteiten worden geregistreerd door het instellingstype ‘Zelfstandig gevestigde
praktijken’.
Rechterlijke machtiging met voorwaarden – 116
Dit zorgtype is een variant op het zorgtype rm waarbij de patiënt een gedwongen opname
kan voorkomen als deze zich aan de door de rechter gestelde voorwaarden houdt. dbc’s
met zorgtype rm met voorwaarden hebben activiteiten geregistreerd door een beroep
uit het beroepencluster ‘medische beroepen’.
Overgang vanuit de jeugdwet – 147
Dit zorgtype moet gebruikt worden als een lopende behandeling, bekostigd onder de
Jeugdwet, wordt voortgezet en wordt bekostigd vanuit de Zvw.
Uitzondering parallelliteit ECT[152]
Dit zorgtype wordt geregistreerd indien er gebruik gemaakt wordt van de uitzonderingssituatie
waarbij parallelliteit is toegestaan bij behandeling bij ECT
Uitzondering parallelliteit farmacotherapie [153]
Dit zorgtype wordt geregistreerd indien er gebruik gemaakt wordt van de uitzonderingssituatie
waarbij parallelliteit is toegestaan bij behandeling bij farmacotherapie.
Uitzondering parallelliteit tijdelijk verblijf [154]
Dit zorgtype wordt geregistreerd indien er gebruik gemaakt wordt van de uitzonderingssituatie
waarbij parallelliteit is toegestaan bij behandeling bij tijdelijk verblijf.
Tabel 2: Zorgtypen vervolg-dbc’s
Vervolg-dbc
|
Code
|
Zorgtype
|
201
|
(Langdurig periodieke) controle
|
202
|
Voortgezette behandeling
|
203
|
Uitloop
|
204
|
Exacerbatie/recidive
|
205
|
Bemoeizorg
|
206
|
Rechterlijke machtiging (rm)
|
211
|
Rechterlijke machtiging met voorwaarden
|
252
|
Uitzondering paralleliteit ECT
|
253
|
Uitzondering parallelliteit farmacotherapie
|
(langdurig periodieke) Controle – 201
Registreer dit vervolg zorgtype als de patiënt ten minste eenmaal per jaar ter controle
wordt gezien nadat de initiële behandelingsfase is afgerond.
Voortgezette behandeling – 202
Kies voor het vervolg zorgtype voortgezette behandeling als een behandeling voor een
bepaalde diagnose langer dan 365 dagen duurt.
Uitloop – 203
Dit vervolg zorgtype wordt geregistreerd als een behandeling door omstandigheden (bijvoorbeeld
wachtlijsten) langer duurt dan 365 dagen. In feite zou de behandeling binnen 365 dagen
na openen van de dbc afgerond kunnen worden. Door omstandigheden die niet door de
behandeling zelf worden veroorzaakt, wordt deze periode echter overschreden.
Exacerbatie/recidive – 204
Het vervolg zorgtype exacerbatie/recidive mag worden geregistreerd als de patiënt
binnen 365 dagen na sluiten van de dbc voor dezelfde primaire diagnose weer in behandeling
komt bij dezelfde zorgaanbieder. Bij het openen van een vervolg-dbc met dit zorgtype
gaat het niet om het voorzetten van de vorige dbc, maar om een terugval.
Bemoeizorg – 205
Dit vervolg zorgtype wordt geregistreerd als bemoeizorg de aanleiding is voor het
starten van de dbc in de gespecialiseerde ggz. Er is geen sprake van een juridische
maatregel ten aanzien van de zorg. Activiteiten die gerekend kunnen worden tot bemoeizorg
(voortraject; toeleiding naar zorg; nog geen zorgvraag en zorgvrager) behoren niet
tot de geneeskundige ggz en vallen daarmee niet onder de dbc-systematiek.
Rechterlijke machtiging (rm) – 206
Bij het vervolg zorgtype rm is er sprake van gedwongen opname in een psychiatrisch
ziekenhuis in het kader van de wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen (Bopz). Dbc’s met zorgtype rm moeten verblijfsdagen met overnachting bevatten en
een activiteit geregistreerd door een beroep uit het beroepencluster ‘medische beroepen’.
Niet alle gevallen van rechterlijke machtiging vallen onder de Zvw/dbc ggz-systematiek. Een rechterlijke machtiging die wordt afgegeven voor iemand
in detentie die tijdelijk moet worden opgenomen in een ggz-instelling, valt onder
het strafrecht en daarmee onder de systematiek voor forensische zorg in strafrechtelijk
kader (dbbc-systematiek).
Rechterlijke machtiging met voorwaarden – 211
Dit vervolg zorgtype is een variant op het zorgtype rm waarbij de patiënt een gedwongen
opname kan voorkomen als deze zich aan de door de rechter gestelde voorwaarden houdt.
dbc’s met zorgtype rm met voorwaarden hebben activiteiten geregistreerd door een beroep
uit het beroepencluster ‘medische beroepen’.
Uitzondering parallelliteit ECT[252]
Dit zorgtype wordt geregistreerd indien er gebruik gemaakt wordt van de uitzonderingssituatie
waarbij parallelliteit is toegestaan bij behandeling bij ECT.
Uitzondering parallelliteit farmacotherapie [253]
Dit zorgtype wordt geregistreerd indien er gebruik gemaakt wordt van de uitzonderingssituatie
waarbij parallelliteit is toegestaan bij behandeling bij farmacotherapie.
Tabel 3: Zorgtypen crisis-dbc’s
Crisis-dbc
|
Code
|
Zorgtype
|
301
|
Crisisinterventie zonder opname
|
302
|
Crisisinterventie met opname
|
Crisisinterventie zonder opname – 301
De patiënt komt ambulant voor een crisisinterventie in zorg. De crisisinterventie
vindt plaats bij de zorgaanbieder. Het initiatief voor het contact ligt (vanaf een
leeftijd van 16 jaar) bij de patiënt zelf, bij familie of het sociale netwerk, bij
de politie, bij de gemeente of brandweer of bij de huisarts. Er is geen sprake van
opname van de patiënt. Bij een crisisinterventie zonder opname, vinden crisiscontacten
plaats voor de stabilisatie van de patiënt, zonder dat de patiënt bij de zorgaanbieder
overnacht. Als een patiënt uit crisiszorg gaat of overgaat naar een reguliere behandeling,
moet de dbc met dit zorgtype gesloten worden. dbc’s met het zorgtype ‘Crisisinterventie
zonder opname’ hebben een looptijd van maximaal 28 kalenderdagen en kunnen geen verblijfsdagen
(met of zonder overnachting) bevatten.
Crisisinterventie met opname – 302
Het gaat hier om een crisisinterventie met een klinische opname en is aan de orde
wanneer een patiënt crisiszorg nodig heeft. Een dbc met dit zorgtype zijn crisiscontacten
waarbij een patiënt, voor stabilisatie verblijft binnen de instelling. Als een patiënt
uit crisiszorg gaat of overgaat naar een reguliere behandeling, moet de dbc met dit
zorgtype gesloten worden. dbc’s met het zorgtype ‘Crisisinterventie met opname’ hebben
een looptijd van maximaal 28 kalenderdagen en de dbc moet minimaal 1 en maximaal 27
verblijfsdagen met overnachtingen bevatten.
Bijlage 2. Activiteiten en verrichtingen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Codelijst en omschrijvingen
Deze bijlage bevat achtereenvolgens de codelijst met alle te registreren activiteiten
en verrichtingen, en de meer uitgebreide definitie daarvan.
Activiteit
|
Soort
|
Selecteerbaar
|
Mag direct
|
Mag indirect
|
Mag reistijd
|
Mag groep?
|
1. Pré-intake
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
2. Diagnostiek
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
|
|
|
|
2.1
|
Intake & screening
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.2
|
Verwerven informatie van eerdere behandelaars
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.3
|
Anamnese / vragenlijsten
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.4
|
Hetero-anamnese
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.5
|
Psychiatrisch onderzoek
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.6
|
Psychodiagnostisch onderzoek
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
2.6.1
|
Intelligentie
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.6.2
|
Neuropsychologisch
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.6.3
|
Persoonlijkheid
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.7
|
Orthodidactisch onderzoek
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.8
|
Vaktherapeutisch onderzoek
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.9
|
Contextueel onderzoek (gezin, school, etc.)
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.10
|
Lichamelijk onderzoek
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.11
|
Aanvullend onderzoek: lab, rad, klin.neur.)
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.12
|
Advisering
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
2.13
|
Overige diagnostische activiteiten
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3. Behandeling
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
|
|
|
|
3.1
|
Communicatief behandelcontact
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
|
|
|
|
3.1.1
|
Follow up behandelcontact
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.1.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.1.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.1.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.1.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.1.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.1.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.1.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.2
|
Steunend en structurerend behandelcontact
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.2.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.2.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.2.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.2.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.2.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.2.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3
|
Psychotherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.3.1
|
Psychoanalyse
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.3.1.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.1.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.1.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.2
|
Psychodynamische psychotherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.3.2.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.2.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.2.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.2.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.2.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.2.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.3
|
Gedragstherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.3.3.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.3.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.3.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.3.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.3.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.3.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.4
|
Cognitieve gedragstherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.3.4.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.4.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.4.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.4.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.4.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.4.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.5
|
Interpersoonlijke therapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.3.5.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.5.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.5.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.5.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.5.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.5.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.6
|
Patiëntgerichte therapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.3.6.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.6.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.6.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.6.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.6.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.6.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.7
|
Systeemtherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.3.7.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.7.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.7.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.7.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.7.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.7.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.8
|
Overig psychotherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.3.8.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.8.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.8.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individu
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.8.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.3.8.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.3.8.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.4
|
Overige (communicatieve) behandeling
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.1.4.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.4.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.4.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.4.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.1.4.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.1.4.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.2
|
Farmacotherapie
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.3
|
Fysische therapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.3.1
|
Electroconvulsietherapie
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.3.2
|
Lichttherapie
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.3.3
|
Transcraniële magnetische stimulatie
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.3.4
|
Overig behandeling fysische technieken
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.3.5
|
Deep brain stimulation
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.3.6
|
Neurofeedback
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4
|
Vaktherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.4.4
|
Beeldende therapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.4.4.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.4.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.4.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.4.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.4.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.4.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.5
|
Danstherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.4.5.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.5.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.5.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.5.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.5.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.5.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.6
|
Dramatherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.4.6.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.6.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.6.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individu
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.6.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.6.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.6.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.7.
|
Muziektherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.4.7.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.7.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.7.4.
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.7.5.
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.7.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.7.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.8.
|
Psychomotorische therapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.4.8.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.8.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.8.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individu
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.8.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.4.8.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.4.8.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
ja
|
3.5
|
Fysiotherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.5.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.5.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.5.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.5.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.6
|
Ergotherapie
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
3.6.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.6.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
3.6.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
3.6.7
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
4. Begeleiding
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
|
|
|
|
4.6
|
Geneeskundig begeleidingscontact
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
4.6.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
4.6.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
4.6.3
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individu
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
4.6.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
4.6.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
4.6.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
4.7
|
Ondersteunend begeleidingscontact tijdens verblijf met overnachting
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
4.7.1
|
Patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
4.7.2
|
Patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
4.7.3
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt individu
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
4.7.4
|
Systeem (gezin/paar/ouders) zonder patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
4.7.5
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt individueel
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Nee
|
4.7.6
|
Systeem (gezin/paar/ouders) met patiënt in groep
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
5. Verpleging
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
|
|
|
|
5.1
|
Verpleging
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
6. Crisis
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
|
|
|
|
6.1
|
Crisiscontact binnen kantooruren
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
6.2
|
Crisiscontact buiten kantooruren
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
6.4
|
Intake en screening crisisinterventie
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
6.5
|
Psychiatrisch onderzoek crisisinterventie
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
6.6
|
Farmacotherapie crisisinterventie
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
6.7
|
Steunend en structurerend crisiscontact
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
Ja
|
7. Algemeen indirecte tijd
|
Tijdschrijven
|
Nee
|
|
|
|
|
7.1
|
Zorgcoördinatie
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
7.2
|
No show
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Ja
|
Nee
|
7.3
|
Interne patiëntbespreking (mdo)
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
7.4
|
Extern overleg met derden (buiten de instelling)
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
7.5
|
Verslaglegging algemeen (bijv. correspondentie, brief)
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
7.6
|
Activiteiten i.v.m. juridische procedures (bijv. ibs, Bopz)
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
7.7
|
Regelen tolken
|
Tijdschrijven
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
Nee
|
Ja
|
8. Verblijfsdag met overnachting (24-uurs verblijf)
|
Verblijfsdag
|
Nee
|
|
|
|
|
8.8
|
Verblijf met overnachting (24-uurs verblijf)
|
Verblijfsdag
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.8.01
|
Deelprestatie verblijf A (Lichte verzorgingsgraad)
|
Verblijfsdag
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.8.02
|
Deelprestatie verblijf B (Beperkte verzorgingsgraad)
|
Verblijfsdag
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.8.03
|
Deelprestatie verblijf C (Matige verzorgingsgraad)
|
Verblijfsdag
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.8.04
|
Deelprestatie verblijf D (Gemiddelde verzorgingsgraad)
|
Verblijfsdag
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.8.05
|
Deelprestatie verblijf E (Intensieve verzorgingsgraad)
|
Verblijfsdag
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.8.06
|
Deelprestatie verblijf F (Extra intensieve verzorgingsgraad)
|
Verblijfsdag
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.8.0.7
|
Deelprestatie verblijf G (zeer intensieve verzorgingsgraad)
|
Verblijfsdag
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.8.0.8
|
Deelprestatie verblijf H (HIC)
|
Verblijfsdag
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.9
|
Verblijf zonder overnachting
|
Verblijfsdag
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
8.9.01
|
Deelprestatie verblijf zonder overnachting
|
Verblijfsdag
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
1. Dagbesteding
|
Dagbesteding
|
Nee
|
|
|
|
|
9.1
|
Dagbesteding sociaal (ontmoeting)
|
Dagbesteding
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
9.2
|
Dagbesteding activering (dagactiviteiten)
|
Dagbesteding
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
9.3
|
Dagbesteding educatie
|
Dagbesteding
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
9.4
|
Dagbesteding arbeidsmatig
|
Dagbesteding
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
9.5
|
Dagbesteding overig
|
Dagbesteding
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
2. Verrichting
|
Verrichting
|
Nee
|
|
|
|
|
10.1
|
Electroconvulsietherapie
|
Verrichting
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
10.2
|
Ambulante methadon (medicijn, registratie per maand)
|
Verrichting
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
10.3
|
Beschikbaarheidscomponent 24-uurs crisiszorg
|
Verrichting
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
10.6
|
Toeslag tolk gebarentaal / communicatiespecialist
|
Verrichting
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
10.7
|
Toeslag oorlogsgerelateerd psychotrauma
|
Verrichting
|
Ja
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Nee
|
Crisisactiviteien tijdens de crisisdienst
Crisisinterventie zonder opname (301)
|
Crisisinterventie met opname (302)
|
Beschikbaarheidcomponent crisisdienst
|
Beschikbaarheidcomponent crisisdienst
|
Crisisactiviteiten
– Crisiscontact binnen kantooruren
– Crisiscontact buiten kantooruren
– Intake en screening crisisinterventie
– Psychiatrisch onderzoek crisisinterventie
– Farmacotherapie crisisinterventie
– Steunend en structurerend crisiscontact
|
Crisisactiviteiten
– Crisiscontact binnen kantooruren
– Crisiscontact buiten kantooruren
– Intake en screening crisisinterventie
– Psychiatrisch onderzoek crisisinterventie
– Farmacotherapie crisisinterventie
– Steunend en structurerend crisiscontact
|
Algemeen indirecte tijd
|
Algemeen indirecte tijd
|
|
Verblijfsdagen met overnachting
|
Definities van activiteiten en verrichtingen
Diagnostiek en behandeling
-
– Pré-intake
Op deze activiteit wordt de indirect patiëntgebonden tijdsbesteding geschreven die wordt besteed aan patiënten voorafgaand aan de intake. Het is mogelijk
dat een dbc met alleen pré-intake niet leidt tot een vervolgtraject en dus niet verder
getypeerd zal worden. De dbc kan dan worden afgesloten met reden van sluiten pré-intake,
intake of diagnostiek. Voorbeelden zijn: een patiënt proberen te bereiken voor een
eerste afspraak, overleg met de verwijzer over de geschiktheid voor verwijzing van
een potentiële patiënt. Onder pré-intake mogen geen activiteiten in het kader van
openbare ggz of preventie worden geschreven. Op pré-intake kan alleen indirect patiëntgebonden
tijd worden geregistreerd. Omdat er altijd directe tijd in een dbc geregistreerd moet
zijn, is het niet mogelijk een dbc te declareren met alleen pre-intake.
-
– Diagnostiek
Dit onderdeel omvat alle activiteiten gericht op verduidelijking van de klachten en
van de zorgvraag. Onder diagnostiek onderscheiden we de volgende activiteiten:
-
– Intake/screening: alle (gespreks)activiteiten gericht op verduidelijking van de klachten
en van de zorgvraag.
-
– Verwerven informatie van eerdere behandelaars.
-
– Anamnese: het verzamelen van alle noodzakelijke diagnostische informatie bij de patiënt
met behulp van gesprekken en vragenlijsten.
-
– Hetero-anamnese: het verzamelen van alle noodzakelijke diagnostische informatie bij
de partner, familie of andere relaties van de patiënt met behulp van gesprekken en
vragenlijsten.
-
– Psychiatrisch onderzoek.
-
– Psychodiagnostisch onderzoek (intelligentie, neuropsychologisch, persoonlijkheid).
-
– Orthodidactisch onderzoek.
-
– Vaktherapeutisch onderzoek.
-
– Contextueel onderzoek (gezin, school, et cetera): inschatten van de invloed/beperkingen/mogelijkheden
van gezin, school of andere voor het kind/de jeugdige betekenisvolle milieus.
-
– Lichamelijk onderzoek.
-
– Aanvullend onderzoek (laboratorium, radiologie, klinische neurofysiologie, nucleaire
geneeskunde). De behandelaar registreert de patiëntgebonden tijd die hij besteedt
aan het aanvragen en (laten) uitvoeren van aanvullend onderzoek.
-
– Advisering: diagnostische bevindingen en beleidsadvies bespreken met betrokkenen en
in gezamenlijkheid bepalen van het verdere beleid.
-
– Overige diagnostische activiteiten.
Op deze activiteiten wordt alle daarmee samenhangende direct en indirect patiëntgebonden
tijd geschreven.
-
– Behandeling
-
–
Communicatieve behandeling: hieronder wordt iedere vorm van behandeling verstaan waarbij communicatie op zichzelf
het belangrijkste instrument is om tot vermindering van klachten of symptomen te komen.
Het begrip omvat wat vroeger ook wel ‘gespreksbehandeling’ werd genoemd, maar biedt
tevens ruimte voor elektronische of schriftelijke communicatie en voor non-verbale
communicatietechnieken.
De categorie communicatieve behandeling is onderverdeeld in de volgende groepen:
-
– Follow-up behandelingscontact: hierbij wordt het beloop van de klachten en symptomen
vastgelegd in het vervolg op een eerder ingestelde behandeling van welke soort dan
ook. Zo nodig wordt de eerder ingestelde behandeling aangepast en worden adviezen
gegeven met betrekking tot het dagelijks functioneren van de patiënt.
-
– Steunend en structurerend behandelingscontact: ter vermindering van klachten en symptomen
en verandering van habituele gedragspatronen, wordt gericht gebruik gemaakt van empathie,
confrontatie, cognitieve herordening en gedragsveranderende technieken.
-
– Psychotherapie: is opgesplitst in een aantal mogelijke soorten psychotherapie. Met
name die vormen zijn genoemd die steunen op de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek
of op de professionele traditie. Daarnaast is een categorie ‘overig’ opgenomen (denk
bijvoorbeeld aan vormen van psychotherapie die niet in de registratielijst worden
genoemd zoals kinderpsychotherapie, familieopstellingen, milieutherapie et cetera).
-
– Overige (communicatieve) behandelcontacten betreffen alle activiteiten die vallen
onder communicatieve behandeling maar niet zijn te plaatsen onder de hierboven genoemde
groepen. Onder deze categorie kunnen we onder andere de volgende activiteiten rekenen:
psycho-educatie, training patiënten, ouder-groepstraining, videohometraining, instructies,
et cetera. Ook de somatische activiteiten en logopedie kunnen onder deze activiteit
worden weggeschreven.
Op deze activiteiten wordt alle daarmee samenhangende patiëntgebonden tijd geschreven.
Preventieve activiteiten die in het kader van het behandeltraject van de patiënt plaatsvinden,
kunnen worden weggeschreven als directe tijd onder overige (communicatieve) behandelcontacten
bijvoorbeeld leefstijltraining, educatieve behandeling et cetera.
-
–
Farmacotherapie: dit betreft de medicamenteuze behandeling van psychiatrische en somatische aandoeningen
bij patiënten (zowel klinisch als ambulant). Op deze activiteit wordt de directe en
indirect patiëntgebonden tijd geschreven met betrekking tot het voorschrijven en toepassen
van farmacotherapie (het consult).
-
–
Fysische therapie: dit betreft de behandeling met behulp van fysische technieken. Daarbij worden fysische
stimuli (zoals elektriciteit, magnetische golven et cetera) op (delen van) de hersenen
gericht. De toediening van de stimuli kan binnen de schedel plaatsvinden, door de
schedel heen of via afferente zenuwbanen. Deze vormen van behandeling zijn sterk in
ontwikkeling. De volgende vormen van fysische therapie zijn opgenomen:
-
– Electroconvulsietherapie
-
– Lichttherapie
-
– Transcraniële magnetische stimulatie
-
– Overig behandeling fysische technieken
-
– Deep brain stimulation.
De behandelaren registreren de door hen bestede patiëntgebonden tijd op deze activiteiten.
Voor electroconvulsietherapie geldt dat de materiële kosten en de inzet van beroepen
die niet voorkomen op de dbc-beroepentabel (bijvoorbeeld anesthesist, verkoeververpleegkundige)
in kaart worden gebracht via registratie van een verrichting/behandeling ect.
-
–
Vaktherapie: Dit is een behandelvorm voor mensen met psychiatrische stoornissen en psychosociale
en fysieke problematiek, waarbij methodisch gebruik gemaakt wordt van een ervaringsgerichte
werkwijze. De vakdisciplines zijn: beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie,
muziektherapie en psychomotorische therapie. Vaktherapie wordt uitgeoefend door beeldende,
dans-, drama-, muziek- en psychomotorische therapeuten die hiertoe een opleiding hebben
afgerond aan een erkende opleiding tot een vaktherapeutisch beroep. Systematische
inzet van werkvormen, materialen en technieken in de genoemde disciplines zijn het
voertuig voor de beroepsuitvoering. De problematiek van de cliënt komt ‘al doende’
naar voren en leidt tot ervaringen die effect hebben op de problematiek.
-
– Fysiotherapie: Het betreft hier fysiotherapie ter behandeling van de stoornis zoals
geregistreerd in de ggz-dbc. Het gaat om activiteiten zoals die ook terug te vinden
zijn in de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen voor fysiotherapie
-
– Ergotherapie: Het betreft hier ergotherapie ter behandeling van de stoornis zoals
geregistreerd in de ggz-dbc. Het gaat om activiteiten zoals die ook terug te vinden
zijn in de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen voor ergotherapie.
-
– Begeleiding
Er worden twee vormen van begeleiding onderscheiden: ‘Geneeskundig begeleidingscontact’ en ‘Ondersteunend begeleidingscontact tijdens
verblijf met overnachting’.
-
– Geneeskundig begeleidingscontact: Deze vorm van begeleiding omvat activiteiten die
gericht zijn op de beperkingen voortvloeiend uit de stoornis en die ingrijpen op deze
beperkingen. Dit begeleidingscontact dient te worden opgenomen in het behandelplan.
-
– Ondersteunend begeleidingscontact tijdens verblijf met overnachting: Bij ondersteunende
begeleiding gaat het om het handhaven van de zelfredzaamheid en integratie in de samenleving.
De begeleiding is niet gericht op de stoornis of aandoening zelf, maar op de beperkingen
van de verzekerde die veroorzaakt worden door de stoornis. Deze ondersteunende begeleiding
dient onderdeel te zijn van het zorgprogramma als integraal onderdeel van verblijf.
-
– Verpleging
Verpleging in het kader van de Zvw kan als onderdeel van geneeskundige zorg (artikel 2.4 Bzv) voorkomen. Werkzaamheden die verpleegkundigen verrichten in het kader van geneeskundige
zorg, behoren tot de prestatie geneeskundige zorg. In artikel 2.10 Bzv wordt er op gewezen dat verpleging een onderdeel kan zijn van verblijf. Tot slot
is verpleging als afzonderlijke prestatie mogelijk in verband met medisch-specialistische
zorg, maar zonder verblijf (artikel 2.11 Bzv).
6. Algemeen indirecte tijd
-
–
Zorgcoördinatie: zorgcoördinatie heeft ten doel om alle zorg die een individuele patiënt van de eigen
instelling met complexe problematiek op enig moment nodig zou kunnen hebben voor hem/haar
beschikbaar te kunnen maken en op elkaar af te stemmen. De tijdsbesteding aan alle
activiteiten die in dit kader voor deze individuele patiënt worden uitgevoerd, wordt
op deze activiteit geregistreerd. Behandelaren kunnen hun tijd op de activiteit zorgcoördinatie
verantwoorden als er sprake is van coördinerende activiteiten voor de patiënt ‘over
de muren van de afdeling of instelling heen’. Dit kan betrekking hebben op:
-
– ofwel coördineren van de zorg van verschillende behandelaren of afdelingen binnen
een instelling;
-
– ofwel coördineren van de zorg van de eigen zorginstelling en andere zorginstellingen
en instanties.
Alle overige coördinerende activiteiten die direct samenhangen met het uitvoeren van
de op deze lijst genoemde activiteiten en verrichtingen, vallen hier dus niet onder.
Tevens vallen hier niet onder de coördinerende activiteiten die voor groepen patiënten
of voor de gehele instelling worden uitgevoerd.
-
–
No show: het komt voor dat patiënten niet verschijnen op gemaakte afspraken zodat er ‘loze
ruimte’ ontstaat in de agenda van de behandelaar. Dit wordt ook wel aangeduid als
‘No show’. No show is een gepland patiëntcontact met een behandelaar, waarop de patiënt
niet verschijnt, terwijl de patiënt niet binnen een (werkdag) termijn van 24 uur voorafgaand
aan de afspraak heeft afgezegd. Voor het registreren van No show gelden volgende regels:
-
– Op de activiteit ‘No show’ mag geen (in)directe tijd geschreven worden.
-
– In geval van ‘No show’ mag alleen reistijd als indirecte tijd worden geschreven. In
dit geval gaat de behandelaar op huisbezoek en blijkt de patiënt om welke reden dan
ook niet thuis te zijn/open te doen. Deze ‘verloren’ reistijd kan geregistreerd worden.
-
–
Interne patiëntbespreking (mdo): onder een interne patiëntbespreking verstaan we de tijdsbesteding van een behandelaar
aan het voeren van overleg met collega-behandelaren (dus binnen de eigen instelling)
over de hulpverlening aan patiënten ter voorbereiding of naar aanleiding van de uitvoering
van een activiteit of verrichting. Ten aanzien van de interne patiëntenbespreking,
(het multidisciplinair overleg) geldt dat veelal sprake is van een groepsgewijze bespreking.
Meerdere behandelaren bespreken meerdere patiënten tijdens een overleg. Alle behandelaren
registreren de totale bestede tijd (totale duur van het mdo) op deze activiteit. Deze
tijd wordt verdeeld over de dbc’s van alle tijdens het mdo besproken patiënten.
Voorbeeld: er vindt een mdo plaats met drie behandelaren waar zes patiënten aan bod
komen. Het mdo duurt 60 minuten. De drie behandelaren verdelen nu elk het door hen
bestede uur mdo over alle zes besproken patiënten.
-
–
Extern overleg: de tijdsbesteding van een behandelaar die is gemoeid met het voeren van overleg met
derden (dus buiten de eigen instelling) over de hulpverlening of naar aanleiding daarvan
(bijvoorbeeld: een consult dat plaatsvindt tussen een behandelaar en een leraar over
een kind dat in behandeling is).
-
–
Verslaglegging algemeen: verslaglegging algemeen zoals correspondentie over of namens de patiënt of een ontslagbrief.
-
–
Activiteiten i.v.m. juridische procedures (ibs, Bopz): administratieve activiteiten, correspondentie, et cetera in verband met juridische
of gerechtelijke procedures van een patiënt.
-
–
Regelen tolken: de tijdsbesteding van een behandelaar die is gemoeid met het regelen van een tolk
voor een activiteit of verrichting die face-to-face wordt uitgevoerd. Met betrekking
tot het regelen van een tolk gebarentaal / communicatiespecialist kan er algemeen
indirecte tijd worden geregistreerd.
Crisis
Crisis-activiteiten kunnen geregistreerd worden als er sprake is van een crisissituatie
waarin een crisis-dbc geopend wordt.
‘Een crisissituatie ggz is een acute situatie van een patiënt die direct (medisch)
ingrijpen noodzakelijk maakt teneinde direct (of vermeend) fysiek of psychisch gevaar
voor de persoon of de omgeving af te wenden, dan wel om ernstige overlast te beëindigen.
De acute situatie kan het gevolg zijn van een geestesstoornis d.w.z. een ernstige
stoornis van het oordeelsvermogen, in het bijzonder, een psychotische toestand waarbij
het handelen voortkomt uit hallucinaties of waanvoorstellingen, acute dreiging van
suïcide of ernstige verwardheid als gevolg van een organische hersenaandoening’.
-
–
Crisiscontact binnen kantooruren: een patiëntgebonden contact bij acute en/of niet-geplande problematiek, dat plaatsvindt
op maandag tot en met vrijdag, niet zijnde een feestdag, waarbij de (indirect of direct)
patiëntgebonden tijd 50% of meer valt binnen de periode van 08.00–18.00 uur.
-
–
Crisiscontact buiten kantooruren: een patiëntgebonden contact bij acute en/of niet-geplande problematiek, dat plaatsvindt
op zaterdagen, zondagen en feestdagen en ieder patiëntgebonden contact bij acute problematiek
op werkdagen waarbij de (indirect of direct) patiëntgebonden tijd voor meer dan 50%
valt buiten de periode van 08.00-18.00 uur.
-
–
Intake en screening crisisinterventie: alle (gesprek)activiteiten gericht op verduidelijking van de klachten en van de crisisinterventie.
-
–
Psychiatrisch onderzoek crisisinterventie: alle activiteiten in het kader van een psychiatrisch onderzoek tijdens de intake van
de crisisinterventie, ter ondersteuning van de gegevensverzameling.Hieronder valt
ook onderzoek om een somatische oorzaak uit te sluiten.
-
–
Farmacotherapie crisisinterventie: dit betreft de medicamenteuze behandeling van psychiatrische en somatische aandoeningen
bij patiënten tijdens een crisisinterventie. Op deze activiteit wordt de directe en
indirect patiëntgebonden tijd geschreven met betrekking tot het voorschrijven en toepassen
van farmacotherapie.
-
–
Steunend en structurerend crisiscontact: dit contact is vooral gericht op de stabilisatie van de patiënt tijdens de crisisinterventie
en op het voorkomen van verergering van gedrag- of psychische problematiek.
Verblijf
-
–
Verblijf met overnachting (24-uurs verblijf)
Verblijf in een instelling wordt geregistreerd in verblijfsdagen. Een verblijfsdag
kan alleen geregistreerd worden wanneer een patiënt de dag en de daaropvolgende nacht
aanwezig is geweest in de instelling. De dag van opname en de daarop volgende nacht
gelden als één verblijfsdag. Alleen als de patiënt op zijn laatst om 20:00 uur is
opgenomen en ’s nachts in de instelling verblijft, mag voor die dag nog een verblijfsdag
worden geregistreerd. De dag waarop de patiënt ontslagen wordt en dus niet de daaropvolgende
nacht in de instelling verblijft, geldt niet als verblijfsdag.
Artikel 2.10 Bzv
-
1. Verblijf omvat verblijf gedurende een ononderbroken periode van ten hoogste 365 dagen,
dat medisch noodzakelijk is in verband met de geneeskundige zorg, bedoeld in artikel
2.4, al dan niet gepaard gaande met verpleging, verzorging of paramedische zorg.
-
2. Een onderbreking van ten hoogste dertig dagen wordt niet als onderbreking beschouwd,
maar deze dagen tellen niet mee voor de berekening van de 365 dagen.
-
3. In afwijking van het tweede lid tellen onderbrekingen wegens weekend- en vakantieverlof
wel mee voor de berekening van de 365 dagen.
-
–
Verblijf zonder overnachting
Deze deelprestatie is bedoeld voor patiënten bij wie ondersteuning door vov-personeel
nodig is voor een goed verloop van de diagnostiek en behandeling. De patiënt verblijft
’s nachts niet in de instelling.
Dagbesteding
Het doel van dagbesteding is het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid
van de patiënt. Binnen de gespecialiseerde ggz is het van belang dat de dagbesteding:
Dagbesteding wordt geregistreerd op basis van uren aanwezigheid.
-
–
Dagbesteding sociaal (ontmoeting)
De meest basale functie van een dagactiviteitencentrum is de ontmoetingsfunctie. De
inloopfunctie is de meest ‘laagdrempelige’ functie in het kader van dag- en arbeidsmatige
activiteiten. Het gaat dan ook vooral om de beschikbaarheidsfunctie. Dat betekent
dat aan deelnemers over het algemeen geen stringente eisen worden gesteld voor wat
betreft de deelname aan de inloop.
-
–
Dagbesteding activering
Dit gaat verder dan alleen anderen ontmoeten en betreft deelname aan recreatieve,
creatieve of sportieve activiteiten. Tekenen en schilderen bijvoorbeeld, maar ook
gipsgieten, kleding maken, tuinieren, voetballen, zwemmen of sjoelen. (Re)creatieve
activiteiten worden over het algemeen groepsgewijs aangeboden. De deelname is niet
verplicht, maar is minder vrijblijvend dan bij dagbesteding sociaal. Het aantal patiënten
varieert per type (re)creatieve activiteit van enkele patiënten tot wel twintig. Voor
incidentele activiteiten, zoals jaarlijkse uitstapjes, kan het aantal patiënten nog
groter zijn.
-
–
Dagbesteding educatie
Te denken valt aan een computercursus, een cursus boekbinden, lijsten maken, gitaarspelen,
tekenen, bloemschikken, drama en toneel enzovoorts. Ook bij de educatieve activiteiten
is er over het algemeen sprake van een vast weekprogramma en een groepsgewijs aanbod.
Deelname is niet verplicht, maar het is de bedoeling dat de patiënten er iets van
opsteken en daarom is deelname minder vrijblijvend dan bij de recreatieve activiteiten.
-
–
Dagbesteding arbeidsmatig
Arbeidsmatige activiteiten zijn gestructureerde activiteiten. Begeleiders en deelnemers
maken afspraken over de werkzaamheden die verricht zullen worden. De activiteiten
zijn gericht op het opdoen van arbeidsvaardigheden en -ervaring. De zorginstelling
kan een functie vervullen in de begeleiding van patiënten die aan het werk willen
in het reguliere arbeidsproces. Het gaat hierbij om onbetaalde werkzaamheden, soms
wordt een (beperkte) onkostenvergoeding verstrekt. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt
over het aantal dagdelen dat de patiënt werkzaam is en het tijdstip waarop de werkzaamheden
verricht worden. De volgende punten zijn hierbij van belang:
-
– arbeidsmatige activiteiten hebben betekenis in het kader van persoonlijke ontplooiing
en verkenning van individuele mogelijkheden (bijvoorbeeld gericht op het opdoen van
arbeidservaring of op het toeleiden naar een (on-)betaalde baan);
-
– arbeidsmatige activiteiten zijn gericht op het aanleren en/of onderhouden van arbeidsvaardigheden
(het DAC als stimulerend oefenmilieu);
-
– arbeidsmatige activiteiten zijn gericht op persoonlijk en maatschappelijk herstel
van mensen met psychiatrische en/of psychische problemen en dragen op die manier bij
aan de bevordering van maatschappelijke (her)integratie;
-
– arbeidsmatige activiteiten hebben een stabiliserend effect op het dagelijks leven
van de patiënten en dragen op die manier bij aan het voorkomen van isolement, terugval
en decompensatie.
Essentieel voor arbeidsmatige activiteiten is:
-
– dat er een overeenkomst (mondeling dan wel schriftelijk) bestaat tussen de individuele
patiënt en de organisatie waarin geregeld is wat er van elkaar wordt verwacht;
-
– dat er sprake is van activiteiten die gericht zijn op een toeleidingstraject naar
(betaalde of onbetaalde) arbeid in een andere setting of dat er sprake is van arbeidsmatige
activiteiten als dagbesteding die plaats blijven vinden in het activiteitencentrum.
-
–
Dagbesteding overig
Alle dagbesteding die niet onder dagbesteding sociaal, activering, educatie of arbeidsmatig
valt, maar wel wordt ingezet in het kader van de behandeling van een patiënt met een
bepaalde primaire diagnose, kan onder dagbesteding overig worden geregistreerd.
Pré-intake, intake en diagnostiek zijn onderdeel van de Zorgverzekeringswet. Deze activiteiten kunnen geregistreerd worden op een dbc. Mocht de diagnosestelling
leiden tot enkel dagbesteding (al dan niet met Ondersteunende begeleidingscontacten),
dan kan er geen aanspraak gemaakt worden op de Zvw en moet de dbc worden afgesloten met afsluitreden 5. Een dbc met uitsluitend dagbesteding
(al dan niet in combinatie met pré-intake, intake/diagnostiek, algemeen indirecte
tijd, ondersteunende begeleidingscontacten en/of verblijf zonder overnachting) wordt
afgekeurd in de validatie.
Verrichtingen
Verrichtingen worden geregistreerd in aantallen: ect per behandeling, methadon per
maand waarin de stof methadon ambulant is verstrekt, de beschikbaarheidcomponent per
crisis-dbc, de toeslag tolk gebarentaal/communicatiedeskundige per dbc en de toeslag
oorlogsgerelateerd psychotrauma per verblijf D. Deze verrichtingen kunnen alleen in
combinatie met de dbc worden gedeclareerd.
-
–
Ect
De materiële kosten en de inzet van behandelaren die niet voorkomen op de dbc-beroepentabel
(zoals de anesthesist) worden in kaart gebracht via de registratie van het aantal
behandelingen ect.
-
–
Methadon (ambulante verstrekking per maand)
Wanneer methadon aan een patiënt wordt verstrekt, wordt dit per maand geregistreerd
op de dbc van de patiënt. Ambulante verstrekking in een maand wordt gezien als één
verrichting. Dit is ongeacht de hoeveelheid en frequentie van de ambulante Methadonverstrekking
in die maand. Een dbc met een verrichting methadon (ambulante verstrekking per maand)
moet altijd de activiteit farmacotherapie bevatten. dbc’s met de verrichting methadon
(ambulante verstrekking per maand) zonder de activiteit farmacotherapie vallen uit
in de validatie.
-
–
Beschikbaarheidcomponent 24-uurs crisiszorg
Deze verrichting vergoedt de extra kosten voor de beschikbaarheidfunctie van de crisisdienst
en de salaristoeslagen voor het werk van behandelaar buiten kantooruren. De verrichting
mag maar één keer per crisis-dbc geregistreerd worden en alleen door instellingen
met een 24-uurs crisisdienst met een regionale functie. Een beschikbaarheidcomponent
voor 24-uurs crisiszorg kan enkel geregistreerd worden op een crisis-dbc die directe
tijd bevat.
-
–
Toeslag tolk gebarentaal / communicatiespecialist
Deze verrichting is bedoeld om de kosten te dekken die betrekking hebben op de inzet
van de tolk gebarentaal / communicatiespecialist. De verrichting mag maar één keer
per dbc geregistreerd worden.
Deze prestatie mag worden gedeclareerd indien er zorg geleverd wordt aan patiënten
met een auditieve beperking en waarvoor de inzet van een tolk gebarentaal / communicatiespecialist
noodzakelijk is. Het gaat hierbij om vroegdoven, plots-en laatdoven, slechthorenden,
doofblinden en patiënten met een gehoorstoornis als tinnitus, hyperacusis, ménière
of auditieve verwerkingsproblemen;
-
–
Toeslag oorlogsgerelateerd psychotrauma
Deze verrichting dekt de ontoereikende verdiscontering van afwezigheid bij verblijfsprestatie
D voor patiënten met een ernstige verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld, veroorzaakt
door oorlog, vervolging en geweld, waarvoor bovengemiddeld weekendverlof voor het
succesvol afronden van de behandeling noodzakelijk is. De verrichting mag voor elke
geregistreerde deelprestatie verblijf D één keer geregistreerd worden.
Bijlage 3. Dbc-beroepentabel
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
De dbc-beroepentabel
In de dbc-beroepentabel zijn die beroepen opgenomen, die bevoegd en bekwaam zijn om
een rol te vervullen in de (individuele diagnosegerichte) behandeling van patiënten
in de ggz.
De dbc-beroepentabel onderscheidt zeven beroepenclusters: de clusters medische, psychotherapeutische,
agogische, psychologische, vaktherapeutische, verpleegkundige beroepen en de ‘somatische
beroepen werkzaam in de ggz’. Hierbinnen vallen die beroepen, die vanuit hun somatische
beroep activiteiten in de ggz uitvoeren, maar niet primair (breder) opgeleid zijn
voor een rol in de ggz. Denk hierbij aan de huisarts, neuroloog, klinisch geriater,
fysiotherapeut en dergelijke. De complete dbc-beroepentabel is hieronder opgenomen.
In elk beroepencluster worden vier niveaus onderscheiden. In de Wet BIG wordt bepaald wanneer sprake is van een basisberoep en van een specialisme. Hieraan
zijn met instemming van de Minister van VWS en van de Tweede Kamer, ten tijde van
invoering van de dbc-systematiek het initiële niveau en het niveau specialisatie/functiedifferentiatie
toegevoegd.
Bij de indeling van de in de instelling of praktijk werkzame behandelaren volgens
de dbc-beroepentabel moet onderscheid gemaakt worden tussen:
-
–
Beroepen: die beroepen die worden onderscheiden in de beroepenstructuur en daarmee (individueel)
bevoegd/bekwaam zijn om een zelfstandige rol in het behandelproces van de patiënt
in de tweedelijns ggz te vervullen.
-
–
Taken: taken zijn de activiteiten en verrichtingen die in het primaire proces door beroepen
worden uitgevoerd. De uitgevoerde taken worden in het dbc-model geregistreerd via
de activiteiten- en verrichtingenlijst.
-
–
Functies: instellingen/praktijken maken via functies (en functieomschrijvingen) een vertaalslag
van beroepen naar taken: welke beroepen voeren welke taken uit? Hierbij zijn de instellingen
zelf verantwoordelijk dat dit plaatsvindt binnen de geldende wettelijke kaders (volgens
de Wet BIG/tuchtrecht etc.).
In de dbc-beroepentabel is de scheiding tussen beroepen en functies strikt doorgevoerd.
Vooruitlopend op de erkenning van bepaalde functies tot beroep is in categorie 3 (specialisatie/functiedifferentiatie
(SF)) een aantal voorbeelden van functies genoemd, die een specifieke ggz-specialisatie
vereisen én dus door partijen als beroep worden gezien. Een voorbeeld hiervan bij
het verpleegkundige beroepencluster is bijvoorbeeld de SPV. De tabel is op dit punt
niet uitputtend. De instelling of praktijk kan onder eigen verantwoordelijkheid vergelijkbare
beroepen laten registreren onder de noemer ‘overig [naam betreffend beroepencluster]
SF’.
Per 2018 is een grote wijziging doorgevoerd. De beroepen die tot en met 2017 geen
tijd mochten schrijven, mogen dat vanaf 2018 wel. Hun tijd leidt echter niet af naar
een prestatie en daarmee niet naar (de hoogte van) de dbc. Wij noemen dit beroepen
waarvan de tijd niet afleidt naar een prestatie. Voor de beroepen die al tijd mochten
schrijven verandert er niets. Deze beroepen noemen we beroepen waarvan de tijd wél
afleidt naar een prestatie.
Twee beroepen konden per 2017 al tijdschrijven zonder dat de tijd afleidt naar een
prestatie: de ervaringsdeskundige ggz en de hbo-pedagoog. Voor deze beroepen verandert
er niets.
Om dit mogelijk te maken, zijn de definities van algemeen indirecte tijd, direct patiëntgebonden
tijd, indirect patiëntgebonden tijd en indirect patiëntgebonden reistijd gewijzigd.
Hier wordt expliciet aangegeven dat het gaat om activiteiten in het kader van diagnostiek
en/of activiteiten uit het behandelplan, niet zijnde 24-uurscontinuïteitszorg. De
wijziging beoogt niet dat het vov-personeel of ander niet direct bij de behandeling
betrokken personeel tijd gaat schrijven.
Relatie beroepentabel en kostprijsberekening
De beroepen waarvan de tijd niet afleidt naar een prestatie in de ggz schrijven sinds
2018 tijd. Deze tijd leidt echter niet af naar een prestatie. In de kostprijsberekening,
die vooraf gaat aan de bepaling van de maximumtarieven, is rekening gehouden met deze
beroepen. De kosten hiervan zijn verdisconteerd in de kostprijs/uur van de beroepen
waarvan de tijd wél afleidt naar een prestatie. Deze beroepen konden altijd al tijdschrijven.
Zie voor een (fictief) voorbeeld de tabel hieronder.
Tabel 1: Fictief voorbeeld verdiscontering kosten
Instelling A (fictief voorbeeld)
|
|
Beroepen waarvan de tijd niet afleidt naar een behandelprestatie
|
Psychiater
|
Psycholoog
|
SPV
|
Kosten
|
450.000
|
250.000
|
213.000
|
205.000
|
|
|
|
|
|
Aantal tijd schrijvende behandelaren
|
10
|
|
|
|
Toegerekende bedragen per FTE
|
450.000
|
|
|
|
Aantal FTE per tijd schrijvend beroep
|
|
3
|
6
|
3
|
Toegerekende kosten ondersteuners per beroep
|
|
135.000
|
180.000
|
135.000
|
Indirecte kosten
|
|
300.000
|
400.000
|
300.000
|
Totale kosten
|
|
685.000
|
783.000
|
640.000
|
Uitleg hierover vindt u in de beleidsregel ‘kostprijsberekening curatieve ggz’ (op
dit moment BR/CU-5095). Na de dbc-beroepentabel vindt u de indeling van de ondersteunende
beroepen conform het kostprijsmodel.
Dbc-Beroepentabel
Tabel 2: dbc-beroepentabel
Beroepcode
|
Korte functiebeschrijving
|
Uitgebreide functiebeschrijving
|
Tijd leidt af
|
MB
|
Medische Beroepen
|
Medische beroepen
|
|
MB.BG
|
Basisberoep Gezondheidszorg (BG)
|
Basis beroep Gezondheidszorg (BG)
|
|
MB.BG.basis
|
MB – Arts
|
Arts (waaronder Agio/ Agnio)
|
Ja
|
MB.SF
|
Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF)
|
Specialisatie / functiedifferentiatie
|
|
MB.SF.vslarts
|
MB – Arts versl
|
Arts verslavingszorg
|
Ja
|
MB.SF.sger
|
MB – Soc. Geriater
|
Sociaal geriater
|
Ja
|
MB.SF.overig
|
MB – SF overig
|
Overig medisch SF
|
Ja
|
MB.SP
|
Specialisme (SP)
|
Specialisme (SP)
|
|
MB.Sp.Psych
|
MB – Psychiater
|
Psychiater
|
Ja
|
MB Sp. Oud
|
MB – Specialist Ouderengeneeskunde
|
Specialist Ouderengeneeskunde
|
Ja
|
MB.SP.kger
|
MB – Klinisch Geriater
|
Klinisch geriater
|
Ja
|
MB.OB
|
Overige Beroepen (OB)
|
Overige Beroepen (OB)
|
|
MB.OB.overig
|
MB – Overig
|
Overig1
|
Nee
|
PT
|
Psychotherapeutische beroepen
|
Psychotherapeutische beroepen
|
|
PT.BG
|
Basisberoep Gezondheidszorg (BG)
|
Basis beroep Gezondheidszorg (BG)
|
|
PT.BG.psth
|
PT – psychoth
|
Psychotherapeut
|
Ja
|
PT.OB
|
Overige Beroepen (OB)
|
Overige Beroepen (OB)
|
|
PT.OB.overig
|
PT – Overig
|
Overig
|
Nee
|
AG
|
Agogische beroepen
|
Agogische beroepen
|
|
AG.AO
|
Algemeen ondersteunende beroepen (AO)
|
Algemeen ondersteunende beroepen (AO)
|
|
AG.AO.grb
|
AG – groepsb.
|
Groepsbegeleider
|
Nee
|
AG.AO.couns
|
AG – couns.
|
Counselor
|
Nee
|
AG.AO.spfz
|
AG – spec.fz
|
Ondersteuner spec. forensische zorg2
|
Nee
|
AG.AO.amb
|
AG – amb.w.
|
Ambulant werkende
|
Nee
|
AG.AO.actb
|
AG – act.beg.
|
Activiteitenbegeleider
|
Nee
|
AG.AO.mreh
|
AG – medew. Rehab.
|
Medewerker rehabilitatie
|
Nee
|
AG.AO.trjb
|
AG – traject beg.
|
Trajectbegeleider
|
Nee
|
AG.AO.gezhlv
|
AG – gez.hulpverl.
|
Gezinshulpverlener
|
Nee
|
AG.AO.gezbeg
|
AG – gez. beg.
|
Gezinsbegeleider
|
Nee
|
AG.AO.gverz
|
AG – geest. verz.
|
Geestelijk verzorger
|
Nee
|
AG.AO.ev
|
AG – ervaringsdeskundige
|
Ervaringsdeskundige3
|
Nee
|
AG.AO.cam
|
AG – case man.
|
Casemanager
|
Nee
|
AG.BI
|
Basisberoep initieel (BI)
|
Basis beroep gezondheidszorg (BG)
|
|
AG.BI.mwd
|
AG – MWD
|
Maatschappelijk werkende met ggz-differentiatie (MWD)
|
Ja
|
AG.BI.mwdz
|
AG – MWDZ
|
Maatschappelijk werkende zonder ggz-differentiatie (MWDZ)
|
Nee
|
AG.BI.sph
|
AG – SPH
|
Sociaal Pedagogisch Hulpverlener (SPH)
|
Ja
|
AG.BI.hped
|
AG – HBO pedagoog
|
HBO-pedagoog
|
Nee
|
AG.BI.ev.mbo
|
AG – ervaringsdeskundige ggz MBO4
|
Ervaringsdeskundige ggz MBO4
|
Nee
|
AG.BI.ev.hbo
|
AG – ervaringsdeskundige ggz HBO5
|
Ervaringsdeskundige ggz HBO5
|
Nee
|
AG.BG
|
Basisberoep Gezondheidszorg (BG)
|
Basis beroep Gezondheidszorg (BG)
|
|
AG.BG.agoog
|
AG – agoog
|
Ggz-agoog
|
Ja
|
AG.SF
|
Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF)
|
SF Specialisatie / functiedifferentiatie
|
|
AG.SF.vrstgeh
|
AG – verst.gehand.
|
Ggz-agoog
|
Ja
|
AG.SF.kjpsych
|
AG.kj. psychiatrie
|
Agoog K&J psychiatrie
|
Ja
|
AG.SF.overig
|
AG – SF overig
|
Overig agogisch SF
|
Ja
|
AG.OB
|
Overige Beroepen (OB)
|
Overige Beroepen (OB)
|
|
AG.OB.overig
|
AG – Overig
|
Overig4
|
Nee
|
PB
|
Psychologische beroepen
|
Psychologische beroepen
|
|
PB.AO
|
Algemeen ondersteunende beroepen (AO)
|
Algemeen ondersteunende beroepen (AO)
|
|
PB.AO.psa
|
PB – psych. ass.
|
Psychologisch assistent
|
Nee
|
PB.AO.pdw
|
PB – pdw
|
Psychodiagnostisch werkende
|
Nee
|
PB.AO.testa
|
PB – testass.
|
Testassistent
|
Nee
|
PB.AO.geza
|
PB – gezinsth.
|
Gezinstherapeut
|
Nee
|
PB.AO.systh
|
PB – systeemth.
|
Systeemtherapeut
|
Nee
|
PB.AO.prevm
|
PB – Prev.med.
|
Preventiemedewerker
|
Nee
|
PB.BI
|
Basisberoep initieel (BI)
|
Basisberoep initieel (BI)
|
|
PB.BI.ped
|
PB – Pedagoog
|
Pedagoog (waaronder orthopedagoog)
|
Ja
|
OV.OR.gen
|
PB – Orthopedagoog-generalist
|
Orthopedagoog-generalist (NVO)
|
Ja
|
PB.BI.gzkd
|
PB – Gezondheidskundige
|
Ggz gezondheidskundige
|
Ja
|
PB.BI.psy
|
PB – Psycholoog
|
Psycholoog (geen verdere specialisatie)
|
Ja
|
OV.KJ.psych
|
PB – Kinder- en jeugdpsycholoog (NIP)
|
Kinder- en jeugdpsycholoog (NIP)
|
Ja
|
PB.BG
|
Basisgroep Gezondheidzorg (BG)
|
Basisgroep Gezondheidzorg (BG)
|
|
PB.BG.gzpsy
|
PB – Gz-psycholoog
|
Gz-psycholoog
|
Ja
|
PB.SF
|
Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF)
|
Specialisatie / functiedifferentiatie
|
|
PB.SF.gedrth
|
PB – gedragsth
|
Gedragstherapeut
|
Ja
|
PB.SF.kjth
|
PB – kj.therap
|
K&J therapeut
|
Ja
|
PB.SF.overig
|
PB – SF overig
|
Overige psychologische SF
|
Ja
|
PB.SP
|
Specialisme (SP)
|
Specialisme (SP)
|
|
PB.SP.klinps
|
PB – klinpsych
|
Klinisch psycholoog
|
Ja
|
PB.SP.klinneuropsych
|
PB – klin.neuropsych
|
Klinisch neuropsycholoog
|
Ja
|
PB.OB
|
Overige Beroepen (OB)
|
Overige Beroepen (OB)
|
|
PB.OB.overig
|
PB – Overig
|
Overig5
|
Nee
|
VK
|
Vaktherapeutische beroepen
|
Vaktherapeutische beroepen
|
|
VK.BI
|
Basisberoep initieel (BI)
|
Basisberoep initieel (BI)
|
|
VK.BI.pmt
|
VK – PMT
|
Vaktherapeut psychomotorisch met ggz-differentiatie (PMT)
|
Ja
|
VK.BI.pmtz
|
VK – PMTZ
|
Vaktherapeut psychomotorisch zonder ggz-differentiatie (PMTZ)
|
Nee
|
VK.BI.ct
|
VK – CT
|
Vaktherapeut creatief (CT)
|
Ja
|
VK.BG
|
Basisberoep Gezondheidszorg (BG)
|
Basis beroep Gezondheidszorg (BG)
|
|
VK.BG.vakth
|
VK – Gz-vakth
|
Gz-vaktherapeut
|
Ja
|
VK.SF
|
Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF)
|
Specialisatie / functiedifferentiatie
|
|
VK.SF.vakth
|
VK – Ggz vakth
|
Ggz-vaktherapeut
|
Ja
|
VK.SF.overig
|
VK – SF overig
|
Overig vaktherapeutisch SF
|
Ja
|
VB
|
Verpleegkundige beroepen
|
Verpleegkundige beroepen
|
|
VB.AO
|
Algemeen ondersteunende beroepen (AO)
|
Algemeen ondersteunende beroepen (AO)
|
|
VB.AO.verpl
|
VB – verpl.
|
Verpleger (verplegende, helper)
|
Nee
|
VB.AO.verz
|
VB – verzorg.
|
Verzorger
|
Nee
|
VB.AO.zass
|
VB – zorgass.
|
Zorgassistent
|
Nee
|
VB.AO.nupr
|
VB – nurse.pr.
|
Nurse Practitioner
|
Nee
|
VB.BG
|
Basisberoep Gezondheidszorg (BG)
|
Basisberoep Gezondheidszorg (BG)
|
|
VB.BG-vrplk
|
VB – verplk
|
Verpleegkundige (art.3)
|
Ja
|
VB.F
|
Specialisatie/ functiedifferentiatie (SF)
|
Specialisatie / functiedifferentiatie
|
|
VB.SF.spv
|
VB – SPV
|
Sociaal Psych. Verpleegkundige (SPV)
|
Ja
|
VB.SF.cpv
|
VB – CPV
|
Consultatief Psych. Verpleegkundige (CPV)
|
Ja
|
VB.SF.fvp
|
VB – FVP
|
Forensisch Psychiatrisch Verpleegkundige (FVP)
|
Ja
|
VB.SF.overig
|
VB – SF overig
|
Overig
|
Ja
|
VB.SP
|
Specialisme (SP)
|
Specialisatie / functiedifferentiatie
|
|
VB.SP.vrplsp
|
VB – verplk.spec
|
Ggz verpleegkundig specialist
|
Ja
|
VB.OB
|
Overige Beroepen (OB)
|
Overige Beroepen (OB)
|
|
VB.OB.overig
|
VB – Overig
|
Overig6
|
Nee
|
OV
|
Somatische beroepen
|
Somatische beroepen
|
|
OV.AO
|
Algemeen ondersteunende beroepen (AO)
|
Algemeen ondersteunende beroepen (AO)
|
|
OV.AO.spl
|
OV – Sp.leider
|
Sport(bege)leider
|
Nee
|
OV.AO.spt
|
OV – Sp.therap
|
Sport en speltherapeut
|
Nee
|
OV.BG
|
Basisberoep Gezondheidszorg (BG)
|
Basisberoep Gezondheidszorg (BG)
|
|
OV.BG.fysio
|
OV – Fysioth
|
Fysiotherapeut
|
Ja
|
OV.BG.ergo
|
OV – Ergoth
|
Ergotherapeut
|
Ja
|
OV.BG.diet
|
OV – Diëtist
|
Diëtist
|
Ja
|
OV.BG.logo
|
OV – Logopedist
|
Logopedist
|
Ja
|
OV.SP
|
Specialisme (SP)
|
Specialisatie / functiedifferentiatie
|
|
OV.SP.neur
|
OV – neuroloog
|
Neuroloog
|
Ja
|
OV.SP.harts
|
OV – huisarts
|
Huisarts
|
Ja
|
OV.SP.karts
|
OV – kinderarts
|
Kinderarts
|
Ja
|
OV.SP.artsmg
|
OV – Arts maatsch.gzh
|
Arts maatschappij en gezondheid
|
Ja
|
OV.OB
|
Overige Beroepen (OB)
|
Overige Beroepen (OB)
|
|
OV.OB.overig
|
OV – Overig
|
Overig
|
Nee
|
1 Dit betreft overige medische beroepen die niet via de categorie ‘MB.SF.overig’ tijd
schrijven.
2 Tot deze categorie behoren ondersteuners die ingezet worden bij niet-strafrechtelijke
zorg en niet bij een andere groep te plaatsen zijn.
3 Tot deze categorie behoren niet de ervaringsdeskundige ggz MBO 4 en HBO 5
4 Dit betreft overige agogische beroepen die niet via de categorie ‘AG.SF.overig’ tijd
schrijven.
5 Dit betreft overige psychologische beroepen die niet via de categorie ‘PB.SF.overig’
tijd schrijven.
6 Dit betreft overige agogische beroepen die niet via de categorie ‘VB.SF.overig’ tijd
schrijven.
Bijlage 4. Deelprestaties verblijf
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
DEELPRESTATIE VERBLIJF A (LICHTE VERZORGINGSGRAAD)
|
Verblijfszorg
|
Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een lichte verstoring
in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor
er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. De behoefte aan
begeleiding1 door het VOV-personeel is beperkt. De nadruk ligt op het zelfoplossend vermogen en
zelfregie van de patiënten.
VOV-personeel is op afstand oproepbaar.
Voor zover patiënten mobiliteitsproblemen hebben vergen deze geen extra verzorging
of toezicht.
Wat betreft de zelfstandigheid in de ADL2/BDL3 is er geen begeleiding noodzakelijk. De zelfredzaamheid van de patiënten is groot.
|
Inzet VOV personeel
|
Op deze setting wordt doorgaans niet meer dan 0,3 netto4 fte5 per bed/plaats ingezet.
|
Bedbezetting
|
Het merendeel van de patiënten gaat in het kader van het behandelplan regelmatig enkele
dagen (weekend of doordeweeks) naar het eigen huis en maakt dan geen gebruik van de
verblijfsfaciliteiten.
|
Toezicht/beveiliging
|
Patiënten kunnen zonder toestemming de setting verlaten, tenzij er vrijheidsbeperkende
maatregelen zijn opgelegd.
|
Fysieke setting /
Kenmerken huisvesting
|
Open setting voor basis verblijf zonder aanpassingen. Voor mobiliteit geldt een algemene
toeslag voor rolstoel gebruik.
|
1 Onder begeleiding is mede begrepen: verzorging en bescherming/structurering
2 ADL staat voor Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (bv. wassen, aankleden, eten,
toiletgang).
3 BDL staat voor Bijzondere Dagelijkse Levensverrichtingen (bv. huishoudelijk werk,
koken, administratie doen, gebruikmaken van het openbaar vervoer).
4 Netto staat voor: ingeroosterd zorgverlenend VOV-personeel.
5 Fte staat voor fulltime-equivalent en staat gelijk aan 1 volledige werkweek.
DEELPRESTATIE VERBLIJF B (BEPERKTE VERZORGINGSGRAAD)
|
Verblijfszorg
|
Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een beperkte verstoring
in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor
er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. De behoefte aan
begeleiding door het VOV-personeel is beperkt. De nadruk ligt op het zelfoplossend
vermogen en zelfregie van de patiënten.
VOV personeel is op afstand oproepbaar.
Wat betreft de zelfstandigheid in de ADL/BDL is er beperkte begeleiding noodzakelijk.
De zelfredzaamheid van de patiënten is groot. Wel zijn stimulatie en toezicht door
het VOV-personeel noodzakelijk.
|
Inzet VOV personeel
|
Op deze setting wordt doorgaans meer dan 0,3 netto fte tot en met 0,5 netto fte per
bed/plaats ingezet.
|
Bedbezetting
|
Het merendeel van de patiënten gaat in het kader van het behandelplan regelmatig enkele
dagen (weekend of doordeweeks) naar het eigen huis en maakt dan geen gebruik van de
verblijfsfaciliteiten.
|
Toezicht/beveiliging
|
Het betreft een overwegend open setting die licht beschermend is, waar het grootste
deel van de patiënten met toestemming de setting mag verlaten. Voor een deel van de
patiënten geldt dat vrijheidsbeperkende maatregelen zijn opgelegd.
|
Fysieke setting /
Kenmerken huisvesting
|
Open setting voor basis verblijf zonder aanpassingen. Voor mobiliteit geldt een algemene
toeslag voor rolstoel gebruik.
|
DEELPRESTATIE VERBLIJF C (MATIGE VERZORGINGSGRAAD)
|
Verblijfszorg
|
Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een matige verstoring
in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor
er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. De behoefte aan
begeleiding door het VOV-personeel is matig. De nadruk ligt op het zelfoplossend vermogen.
De begeleiding wordt in de nabijheid van/in het gebouw verstrekt.
Wat betreft de zelfstandigheid in de ADL/BDL is er begeleiding op aanvraag/behoefte
nodig. Wel zijn beperkte begeleiding/zorg en toezicht door het
VOV-personeel noodzakelijk.
|
Inzet VOV personeel
|
Op deze setting wordt doorgaans meer dan 0,5 netto fte tot en met 0,7 netto fte per
bed/plaats ingezet.
|
Bedbezetting
|
Het merendeel van de patiënten blijft doordeweeks dan wel in het weekend in de kliniek.
|
Toezicht/beveiliging
|
Het betreft hoofdzakelijk een open setting die matig beschermend is, waar het grootste
deel van de patiënten met toestemming de setting mag verlaten. Voor een deel van de
patiënten geldt dat vrijheid beperkende maatregelen zijn opgelegd.
|
Fysieke setting /
Kenmerken huisvesting
|
Hoofdzakelijk open setting met geringe aanpassingen. Voor mobiliteit geldt een algemene
toeslag voor rolstoel gebruik.
|
DEELPRESTATIE VERBLIJF D (GEMIDDELDE VERZORGINGSGRAAD)
|
Verblijfszorg
|
Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een gemiddelde verstoring
in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor
er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren.
VOV-personeel is direct beschikbaar. De nadruk ligt op het aanbieden van oplossingen.
Wat betreft de zelfstandigheid is er wisselende begeleiding op aanvraag/behoefte noodzakelijk.
De zelfredzaamheid van de patiënten is wisselend. Wat betreft de ADL/BDL zijn begeleidende
zorg en structureel toezicht noodzakelijk.
|
Inzet VOV personeel
|
Op deze setting wordt doorgaans meer dan 0,7 netto fte tot en met 1,0 netto fte per
bed/plaats ingezet.
|
Bedbezetting
|
Het merendeel van de patiënten blijft doorgaans doordeweeks dan wel in het weekend
in de kliniek.
|
Toezicht/beveiliging
|
Vrijheid beperkende maatregelen zijn op een groot gedeelte van de patiënten van toepassing.
Patiënten verblijven voornamelijk in een besloten setting die gemiddeld tot intensieve
bescherming biedt.
|
Fysieke setting /
Kenmerken huisvesting
|
In belangrijke mate gesloten setting met geringe aanpassingen. Voor mobiliteit geldt
een algemene toeslag voor rolstoel gebruik.
|
DEELPRESTATIE VERBLIJF E (INTENSIEVE VERZORGINGSGRAAD)
|
Verblijfszorg
|
Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een intensieve verstoring
in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor
er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren.
VOV-personeel is direct beschikbaar. Opschaling is mogelijk. De nadruk ligt op het
aanbieden van oplossingen. Wat betreft de zelfstandigheid in het ADL/BDL is er structureel
begeleiding op aanvraag/behoefte nodig. De zelfredzaamheid van de patiënten is wisselend.
Wel is er volledige begeleidende zorg en permanent (opvoedkundig) toezicht door het
VOV-personeel noodzakelijk.
|
Inzet VOV personeel
|
Op deze setting wordt doorgaans meer dan 1,0 netto fte tot en met 1,3 netto fte per
bed/plaats ingezet.
|
Bedbezetting
|
De patiënten blijven doorgaans tijdens de duur van de behandeling in de kliniek.
|
Toezicht/beveiliging
|
Vrijheid beperkende maatregelen zijn op een groot gedeelte van de patiënten van toepassing.
Patiënten verblijven veelal in een gesloten setting met matig intensieve bescherming,
waarbij het grootste deel van de patiënten de setting niet zonder toestemming mag
verlaten.
|
Fysieke setting /
Kenmerken huisvesting
|
Overwegend gesloten setting met geringe aanpassingen. Voor mobiliteit geldt een
algemene toeslag voor rolstoel gebruik.
|
DEELPRESTATIE VERBLIJF F (EXTRA INTENSIEVE VERZORGINGSGRAAD)
|
Verblijfszorg
|
Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een intensieve verstoring
in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor
er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren.
VOV-personeel is permanent beschikbaar. In voorkomende gevallen wordt hulp door personeel
andere afdelingen geboden. De nadruk ligt op het opleggen van oplossingen.
Wat betreft de zelfstandigheid in het ADL/BDL is er permanente begeleiding nodig.
De zelfredzaamheid van de patiënten is laag. Een gedeeltelijk overname van zorg en
permanent (opvoedkundig) toezicht door VOV-personeel is noodzakelijk. Patiënten vertonen
over het algemeen gedragsproblemen/agressie, dan wel
verstoringen in het functioneren. In het algemeen is sprake van intensieve dagelijkse
begeleiding en dagstructurering.
|
Inzet VOV personeel
|
Op deze setting wordt doorgaans meer dan 1,3 netto fte tot en met 1,7 netto fte per
bed/plaats ingezet.
|
Bedbezetting
|
De patiënten blijven doorgaans tijdens de gehele duur van de behandeling in de kliniek.
|
Toezicht/beveiliging
|
Vrijheid beperkende maatregelen zijn op een groot gedeelte van de patiënten van toepassing.
Patiënten verblijven voor een belangrijk deel ineen gesloten setting, beschermend
en beveiligd, waarbij het grootste deel van de patiënten zich niet aan het toezicht
kan onttrekken.
|
Fysieke setting /
Kenmerken huisvesting
|
Overwegend gesloten setting met aanpassingen voor onder andere gedragsproblematiek.
Er zijn separeer- dan wel afzonderingsruimtes aanwezig. Voor mobiliteit geldt een
algemene toeslag voor rolstoel gebruik.
|
Fysieke setting /
Kenmerken huisvesting
|
Gesloten setting met aanpassingen voor onder andere gedragsproblematiek. Er zijn separeer
dan wel afzonderingsruimtes aanwezig. Voor mobiliteit geldt een algemene toeslag voor
rolstoel gebruik.
|
DEELPRESTATIE VERBLIJF G (ZEER INTENSIEVE VERZORGINGSGRAAD)
|
Verblijfszorg
|
Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een zeer intensieve
verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren),
waardoor er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren.
VOV-personeel is permanent beschikbaar met een dubbele bezetting. De nadruk ligt op
het opleggen van oplossingen.
Wat betreft de zelfstandigheid in ADL/BDL is er permanente en dubbele begeleiding
nodig. De zelfredzaamheid van de patiënten is zeer laag. Er is volledige overname
van zorg en permanent toezicht door het VOV-personeel noodzakelijk.
Patiënten vertonen over het algemeen ernstige gedragsproblemen/agressie, dan wel ernstige
verstoringen in het psycho-sociale functioneren.
In het algemeen is sprake van intensieve dagelijkse begeleiding en dagstructurering,
met continu individueel (opvoedkundig) toezicht.
|
Inzet VOV personeel
|
Op deze setting wordt doorgaans meer dan 1,7 netto fte per bed/plaats ingezet.
|
Bedbezetting
|
De patiënten blijven doorgaans tijdens de gehele duur van de behandeling in de kliniek.
|
Toezicht/beveiliging
|
Het betreft een gesloten setting, zwaar beveiligd, waarbij het grootste deel van de
patiënten de setting niet mag verlaten en waar het grootste deel van de patiënten
zich
niet aan het toezicht kan onttrekken.
|
Fysieke setting /
Kenmerken huisvesting
|
Gesloten setting met aanpassingen voor onder andere gedragsproblematiek. Er zijn separeer
dan wel afzonderingsruimtes aanwezig. Voor mobiliteit geldt een algemene toeslag voor
rolstoel gebruik.
|
DEELPRESTATIE VERBLIJF H (HIC)
|
Verblijfszorg
|
Dit verblijfsproduct is bedoeld voor GGZ patiënten met een zeer intensieve verstoring
in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor
er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren.
De behoefte aan begeleiding is afhankelijk van het beloop van het ziektebeeld van
de patiënt en kan, indien nodig, tot 1-op-1 begeleiding worden opgeschaald. De nadruk
ligt hierbij op het aanbieden van oplossingen en voorkomen van dwang maatregelen.
Wat betreft de zelfstandigheid in het ADL/BDL is er permanente begeleiding nodig.
De zelfredzaamheid van de patiënten is wisselend. Wel is er gedeeltelijk overname
van zorg en permanent (opvoedkundig) toezicht door VOV-personeel nodig. Intensiteit
van de begeleiding kan sterk wisselen en, indien nodig, opgeschaald worden tot 1-op-1
begeleiding.
Patiënten vertonen over het algemeen ernstige gedragsproblemen/agressie, dan wel ernstige
verstoringen in het functioneren.
In het algemeen is sprake van intensieve dagelijkse begeleiding en dagstructurering,
met continu individueel (opvoedkundig) toezicht.
|
Inzet VOV personeel
|
Op deze setting wordt tussen de 1,3 en 2,0 fte per bed/plaats ingezet.
|
Bedbezetting
|
De patiënten blijven doorgaans tijdens de gehele duur van de behandeling in de kliniek.
|
Toezicht/beveiliging
|
Het betreft een gesloten setting, die beschermd is waarbij het grootste deel van de
patiënten de setting niet zal verlaten en waar het grootste deel van de patiënten
zich niet aan het toezicht kan onttrekken.
Familie van de patiënt kan op de afdeling onderdeel uitmaken van de behandeling.
|
Fysieke setting /
Kenmerken huisvesting
|
De setting kent over het algemeen specifieke bouwkundige en installatietechnische
aanpassingen op het gebied voorkomen van terugval en stimuleren van herstel. Zo is
er de mogelijkheid op te schalen naar een prikkelarme intensieve begeleidingsafdeling.
|
Deelprestaties verblijf ggz in beveiligde setting
|
Het leveren van verpleging, verzorging en ondersteuning met verblijf in een psychiatrisch
ziekenhuis met specifieke bouw uit oogpunt van beveiliging
|
Dit verblijfsproduct is bedoeld voor GGZ cliënten waarbij aanwijzingen zijn voor kans
op gewelddadig gedrag.
Dit gedrag kan zich richten op de samenleving, de mensen en middelen binnen de instelling
en/of tegen zichzelf.
Voor cliënten is een strenge beveiliging en een hoge tot zeer hoge behandelintensiteit
noodzakelijk.
Dit is te operationaliseren aan de hand van fysieke, sociale en beleidsmatige beveiligingseisen.
|
Criteria van de aanbieder:
Het betreft een aanbieder die een gesloten gespecialiseerde voorziening voor geestelijke
gezondheidszorg exploiteert én beveiligde verblijfszorg levert aan het Ministerie
van J.
|
Criteria gebouw beveiligingsniveau niveau 2:
– Perimeterbeveiliging hekwerk/ gevel 3,5 meter
– veiligheidssluizen entree
– volledig aanbod behandeling en therapiefaciliteiten buiten de beveiligde ring
– verdere eisen volgens DJI eisen FPA
|
Criteria gebouw beveiligingsniveau niveau 3:
– Perimeterbeveiliging hekwerk/ gevel 5,5 meter
– veiligheidssluizen entree
– volledig aanbod behandeling en therapiefaciliteiten binnen de beveiligde ring
– verdere eisen volgens DJI eisen FPK
|
DEELPRESTATIE VMR (Verblijf met rechtvaardigingsgrond)
|
Verblijfszorg
|
Dit verblijfproduct is bedoeld voor patiënten die in een verblijfsetting verblijven
zonder medische noodzaak. Dit zijn uitzonderlijke situaties waarbij het gerechtvaardigd
is dat het verblijf voor een redelijke termijn wordt voortgezet ondanks dat dit verblijf
niet meer ‘medisch noodzakelijk’ is in verband met geneeskundige ggz. Het moet hier
gaan om situaties waarbij ontslag uit de instelling medisch niet verantwoord is vanwege
het ontbreken van de noodzakelijke ambulante zorg of vervolgvoorzieningen, en zorgverzekeraar
en zorgaanbieder nog niet tot een andere oplossing zijn gekomen.
Er gelden geen nadere eisen voor wat betreft inzet VOV personeel, bedbezetting,toezicht/beveiliging
en Fysieke setting/ Kenmerken huisvesting, maar er moet minimaal voldaan zijn aan
de eisen van deelprestatie verblijf A.
|
DEELPRESTATIE VERBLIJF ZONDER OVERNACHTING (VZO)
|
Verblijfszorg:
Bij deze patiëntengroep is een klinisch verblijf met overnachting niet, maar voortgezette
intensieve psychiatrische behandeling met verblijf in de instelling wel noodzakelijk.
Tijdelijk worden meerdere behandelingen gedurende de dag aangeboden waarbij spreiding
over de dag noodzakelijk is. Vanwege de intensiteit van deze medisch noodzakelijke
behandelmomenten is aanvullende begeleiding nodig om het verhoogde risico op ontregeling
te beperken, dan wel adequate maatregelen te nemen zodat de psychiatrische behandeling
en de stabilisatie van psychische functies succesvol kunnen verlopen.
De psychiatrische stoornis heeft de sociale redzaamheid en dagritme ontregeld en begeleide
dagstructuur is voorwaarde voor een succesvolle psychiatrische behandeling en stabilisatie
van psychische functies. Het risico van terugval naar volledig verblijf met overnachting
is aanwezig.
Als onderdeel van het behandelplan is naast behandeling ook begeleiding nodig ten
aanzien van cognitieve/psychische functies. Dit speelt met name bij herstel van de
zelfzorg, concentratie, geheugen en denken, motivatie en het psychosociaal welbevinden.
|
Inzet VOV-personeel:
Het proces om te komen tot herstel van een zelfstandig geregisseerde dagstructuur
wordt verzorgd door disciplines die meestal geen tijd als behandelaar schrijven in
de dbc’s (de VOV-functies).
Bij volwassenen is primair herstel van een zelfstandig geregisseerde dagstructuur
noodzakelijk voor een succesvolle behandeling.
|
Bijlage 5. Privacyverklaring
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Ondergetekenden:
[patiënt: Naam] ...
[patiënt: Geboortedatum verzekerde] ...
[patiënt: Verzekerdenummer] ...
[patiënt: BSN] ...
[dbc-traject: Openingsdatum] ...
en
[zorgaanbieder: Naam praktijk/instelling] ...
[zorgaanbieder: Naam uitvoerder] ...
[zorgaanbieder: Adres] ...
[zorgaanbieder: AGB-code praktijk/instelling] ...
[zorgaanbieder: AGB-code uitvoerder] ...
verklaren:
Vermelding diagnose-informatie op factuur
-
2. Dat de patiënt er uit oogpunt van bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer bezwaar
tegen heeft, dat gegevens die te herleiden zijn tot een door de zorgaanbieder met
betrekking tot de patiënt gestelde diagnose, op de declaratie worden vermeld.
-
3. Dat de zorgaanbieder, in overeenstemming met artikel 3.5 van de Nadere regel gespecialiseerde
ggz, vermelding van de onder 2 vermelde gegevens achterwege zal laten.
Aanlevering gegevens aan DIS
-
4. Dat de patiënt er uit oogpunt van bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer bezwaar
tegen heeft, dat mds-gegevens als bedoeld in artikel 5 van de Nadere regel ‘Verplichte
aanlevering minimale dataset gespecialiseerde ggz’, aan DIS worden aangeleverd.
-
5. Dat de zorgaanbieder, in overeenstemming met artikel 6 van de Nadere regel ‘Verplichte
aanlevering minimale dataset gespecialiseerde ggz’, de aanlevering van de onder 4
bedoelde mds-gegevens aan DIS achterwege zal laten.
PLAATS: …………………………………………
DATUM: ……………………………………………
Handtekening patiënt
|
Handtekening zorgaanbieder
|
Bijlage 6. Profielen zorgzwaartepakketten ggz
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
zzp 3B ggz
|
Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding
|
Patiëntprofiel
|
Deze patiëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening een vorm van behandeling
(geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk maakt.
Daarnaast is intensieve begeleiding nodig, die continu nabij is. De patiënten hebben
een veilige, weinig eisende en prikkelarme verblijfsomgeving nodig die bescherming,
stabiliteit en structuur biedt. De behandelaar is integraal verantwoordelijk voor
het behandelplan en verblijf.
De patiënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig. Er is sprake van verlies van zelfregie en
van een verstoord dag- en nachtritme. Patiënten hebben grote problemen met het onderhouden
van sociale relaties en het invullen van de dag. Tot deelname aan het maatschappelijk
leven is men nagenoeg niet in staat en vaak ook niet in geïnteresseerd. Daarnaast
zijn er forse beperkingen in de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het
initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken. De patiënten hebben in
het algemeen begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve
handelingen. Ze reizen doorgaans met begeleiding.
De patiënten hebben in het algemeen intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van
alle cognitieve/psychische functies.
De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in
een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. De behandeling is daarbij met name gericht
op het herstel van het persoonlijk functioneren. Er is echter ook een groep patiënten
die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering
van de situatie het uitgangspunt. Ook kan sprake zijn van begeleiding bij achteruitgang.
Deze groep zal permanent behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval
te voorkomen.
Ten aanzien van ADL hebben de patiënten in het algemeen behoefte aan toezicht of stimulatie met betrekking
tot de persoonlijke verzorging.
Ten aanzien van mobiliteit hebben de patiënten in het algemeen geen hulp nodig.
Bij deze patiënten kan terugkerend sprake zijn van enige gedragsproblematiek, maar die is hanteerbaar in de context van voortdurende begeleiding. Dit speelt met
name bij reactief gedrag met betrekking tot interactie.
De psychiatrische problematiek bij deze patiënten variëren van passief tot actief. De psychiatrische symptomen zijn
bij tijd en wijle lastig onder controle te krijgen; dan is intensivering van zorg
gewenst (of bijstelling van medicatie).
De zorgverlening is voortdurend in de nabijheid te leveren.
De dominante grondslag voor dit patiëntprofiel is meestal een psychiatrische aandoening, psychische stoornis
(waartoe ook verslaving behoort).
|
• Gemiddelde scores beperkingen
|
|
• Aard van de psychiatrische problematiek
|
|
• Behandel-/begeleidingsdoel
|
|
Functies en tijd per patiënt per week
|
• Verblijfszorg
|
• Dagbesteding
|
• Behandelaars (BH)
|
• Totaaltijd
|
Functie
|
BG
|
PV
|
VP
|
Indien dagbesteding:
Gem. aantal dagdelen: 4
Gem. groepsgrootte: 5
|
Bij de zorgverlening zijn behandelaars betrokken.
|
Exclusief dagbesteding:
10,5 tot 13,0 uur
Inclusief dagbesteding:
13,5 tot 16,5 uur
|
|
ja
|
ja
|
ja
|
Verblijfskenmerken
|
Setting: behandelafdeling
Nachtdienst: wakende wacht/in nabijheid.
Leveringsvoorwaarde: voortdurend in de nabijheid.
|
zzp 4B ggz
|
Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en verzorging
|
Patiëntprofiel
|
Deze patiëntgroep heeft vanwege een ernstige psychiatrische aandoening een vorm van
behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk
maakt. Daarnaast is intensieve begeleiding plus verzorging vanwege (somatische) gezondheidsproblemen
nodig. De patiënten hebben een structuur en toezicht biedende beschermende verblijfsomgeving
nodig. De behandelaar is integraal verantwoordelijk voor het behandelplan en verblijf.
De patiënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig. Er is sprake van verlies, van zelfregie en
van een verstoord dag- en nachtritme. Patiënten hebben grote problemen met het onderhouden
van sociale relaties en het invullen van de dag. Tot deelname aan het maatschappelijk
leven is men niet in staat. Daarnaast zijn er forse beperkingen in de besluitnemings-
en oplossingsvaardigheden en bij het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere
taken. De patiënten hebben in het algemeen begeleiding nodig bij het beheren van geld
en het verrichten van administratieve handelingen. Ze reizen doorgaans met begeleiding.
De patiënten hebben in het algemeen intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van
alle cognitieve/psychische functies.
De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in
een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. Er is echter ook een groep patiënten
die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering
van de situatie het uitgangspunt. Deze groep zal permanent behandeling nodig blijven
hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen.
Ten aanzien van ADL hebben de patiënten vanwege gezondheidsproblemen vaak dagelijks behoefte aan hulp
bij de persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld als gevolg van problemen passend bij
het ouder worden of door verwaarlozing van de gezondheid door het zwerven op straat).
Ten aanzien van mobiliteit hebben de patiënten in het algemeen geen hulp nodig.
Bij deze patiënten is sprake van gedragsproblematiek. De behandeling is mede gericht op het beheersbaar houden van deze gedragsproblematiek
en het omgaan met defecten.
De psychiatrische problematiek is bij deze patiënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride
en/of er is sprake van een actieve middelen verslaving).
De zorgverlening is voortdurend in de nabijheid te leveren.
De dominante grondslag voor dit patiëntprofiel is meestal psychiatrische aandoening, psychische stoornis
(waartoe ook verslaving behoort).
|
• Gemiddelde scores beperkingen
|
|
• Aard van de psychiatrische problematiek
|
|
• Behandel-/begeleidingsdoel
|
|
Functies en tijd per patiënt per week
|
• Verblijfszorg
|
• Dagbesteding
|
• Behandelaars (BH)
|
• Totaaltijd
|
Functie
|
BG
|
PV
|
VP
|
Indien dagbesteding:
Gem. aantal dagdelen: 4
Gem. groepsgrootte: 5
|
Bij de zorgverlening zijn behandelaars betrokken.
|
Exclusief dagbesteding:
13,0 tot 15,5 uur
Inclusief dagbesteding:
16,0 tot 19,5 uur
|
|
ja
|
ja
|
1. ja
|
zzp 5B ggz
|
Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en gedragsregulering
|
Patiëntprofiel
|
Deze patiëntgroep heeft vanwege een ernstige psychiatrische aandoening intensieve
behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk
maakt. Daarnaast is intensieve begeleiding en structurering nodig. De verblijfsomgeving
moet structuur, veiligheid en bescherming bieden. De behandelaar is integraal verantwoordelijk
voor het behandelplan en verblijf.
De patiënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een
sterk gestructureerde dagindeling. Patiënten zijn nauwelijks in staat sociale relaties
te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven
is men niet in staat, noch geïnteresseerd. Daarnaast ontbreken de besluitnemings-
en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere
taken vaak worden overgenomen. De patiënten hebben begeleiding nodig bij het beheren
van geld en het verrichten van administratieve handelingen. Ze reizen met begeleiding.
De patiënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/ psychische functies.
De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in
een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. Er is echter ook een groep patiënten
die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering
van de situatie het uitgangspunt. Deze groep zal permanent behandeling nodig blijven
hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen.
Ten aanzien van ADL hebben de patiënten betreffende de verschillende aspecten behoefte aan toezicht en
stimulatie en/of hulp. Er kunnen somatische problemen zijn die extra aandacht vragen;
als gevolg van zelfverwaarlozing.
Ten aanzien van mobiliteit hebben de patiënten in het algemeen geen hulp nodig.
Bij deze patiënten is sprake van ernstige gedragsproblematiek die, mede vanuit de behandeling, voortdurend moet worden gereguleerd. Deze patiënten
doen een groot beroep op hun sociale omgeving en zetten deze voortdurend onder druk
met manipulatief gedrag. Ze zijn beperkt gevoelig voor correctie, hebben weinig inzicht
in hun eigen aandeel bij interactieproblemen en een relatief beperkt leervermogen.
Er is sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatief, dwangmatig, destructief en
reactief gedrag met betrekking tot interactie. Er kan sprake zijn van zelfverwondend
of zelfbeschadigend gedrag.
De psychiatrische problematiek is bij deze patiënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride
en/of er is sprake van actieve middelenverslaving). De psychiatrische symptomen zijn
moeilijk onder controle te krijgen. Er is regelmatig sprake van intensivering van
de behandeling en begeleiding en er is regelmatige bijstelling van de medicatie nodig.
De zorgverlening is voortdurend in de nabijheid te leveren.
De dominante grondslag voor dit patiëntprofiel is meestal een psychiatrische aandoening, psychische stoornis
(waartoe ook verslaving behoort).
|
• Gemiddelde scores beperkingen
|
|
• Aard van de psychiatrische problematiek
|
|
• Behandel-/begeleidingsdoel
|
|
Functies en tijd per patiënt per week
|
• Verblijfszorg
|
• Dagbesteding
|
• Behandelaars (BH)
|
• Totaaltijd
|
Functie
|
BG
|
PV
|
VP
|
Indien dagbesteding:
Gem. aantal dagdelen: 5
Gem. groepsgrootte: 5
|
Bij de zorgverlening zijn behandelaars betrokken.
|
Exclusief dagbesteding:
14,0 tot 17,5 uur
Inclusief dagbesteding:
17,0 tot 21,0 uur
|
|
ja
|
ja
|
ja
|
Verblijfskenmerken
|
Setting: langdurige behandelafdeling met veel structuur.
Nachtdienst: wakende wacht/in nabijheid.
Leveringsvoorwaarde: voortdurend in de nabijheid.
|
zzp 6B ggz
|
Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging
|
Patiëntprofiel
|
Deze patiëntgroep heeft vanwege een ernstige psychiatrische aandoening intensieve
behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk
maakt. Daarnaast is er, in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke
handicap of verstandelijke beperking, intensieve begeleiding en zorg nodig. De verblijfsomgeving
moet structuur, veiligheid en bescherming bieden en zijn aangepast aan de beperkingen
van de patiënten (b.v. rolstoelgebruik). De behandelaar is integraal verantwoordelijk
voor het behandelplan en verblijf.
De patiënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een
sterk gestructureerde dagindeling. Patiënten zijn nauwelijks in staat sociale relaties
te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven
is men niet in staat, noch geïnteresseerd. Daarnaast ontbreken de besluitnemings-
en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere
taken vaak worden overgenomen. De patiënten hebben begeleiding nodig bij het beheren
van geld en het verrichten van administratieve handelingen. Ze reizen met begeleiding.
De patiënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/ psychische functies.
De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in
een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. Er is echter ook een groep patiënten
die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering
van de situatie of begeleiding bij achteruitgang het uitgangspunt. Deze groep zal
permanent behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen
of te beperken.
Met betrekking tot ADL is er uitgebreide behoefte aan hulp, onder andere bij het eten en drinken, bij het
zich wassen en kleden, de toiletgang, eten en drinken. De patiënt is op dit gebied
nagenoeg volledig zorgafhankelijk. Bij deze patiënten is tevens vaak sprake van verpleegkundig handelen als gevolg van fysieke gezondheidsproblemen.
Ten aanzien van mobiliteit is met betrekking tot het maken van transfers (in en uit bed; in en uit rolstoel)
hulp nodig.
Bij deze patiënten is sprake van gedragsproblematiek. De behandeling is mede gericht op het beheersbaar houden van deze gedragsproblematiek.
De psychiatrische problematiek is bij deze patiënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride).
De psychiatrische symptomen zijn moeilijk onder controle te krijgen. Er is regelmatig
sprake van intensivering van de behandeling en begeleiding en er is regelmatige bijstelling
van de medicatie nodig. De behandeling is zowel gericht op de psychiatrische problematiek
als op de bijkomende problematiek.
De zorgverlening is voortdurend in de nabijheid of 24 uur per dag direct te leveren.
De dominante grondslag voor dit patiëntprofiel is meestal een psychiatrische aandoening, psychische stoornis
(waartoe ook verslaving behoort), in combinatie met een somatische aandoening, een
lichamelijke en/of verstandelijke handicap.
|
• Gemiddelde scores beperkingen
|
|
• Aard van de psychiatrische problematiek
|
|
• Behandel-/begeleidingsdoel
|
|
Functies en tijd per patiënt per week
|
• Verblijfszorg
|
• Dagbesteding
|
• Behandelaars (BH)
|
• Totaaltijd
|
Functie
|
BG
|
PV
|
VP
|
Indien dagbesteding:
Gem. aantal dagdelen: 4
Gem. groepsgrootte: 4
|
Bij de zorgverlening zijn behandelaars betrokken.
|
Exclusief dagbesteding:
19,5 tot 24,0 uur
Inclusief dagbesteding:
22,5 tot 27,5 uur
|
|
ja
|
ja
|
ja
|
Verblijfskenmerken
|
Setting: Langdurige behandelafdeling met veel structuur.
Nachtdienst: wakende wacht/in nabijheid.
Leveringsvoorwaarde: voortdurend in de nabijheid of 24 uur per dag direct aanwezig.
|
zzp 7B ggz
|
Beveiligd voortgezet verblijf vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve
begeleiding
|
Patiëntprofiel
|
Deze patiëntgroep heeft vanwege een zeer ernstige psychiatrische aandoening zeer intensieve
behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk
maakt. Daarnaast is zeer intensieve begeleiding nodig met daarnaast intensieve verzorging,
een buitengewoon gestructureerd klimaat en grote mate van beveiliging en bescherming.
De verblijfsomgeving moet hier op zijn afgestemd. Er is een specifieke bouwkundige
setting en specifieke beveiligingsklimaat nodig. De behandelaar is integraal verantwoordelijk
voor het behandelplan en verblijf.
De patiënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks zeer intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast
een buitengewoon sterk gestructureerde dagindeling. Patiënten zijn niet in staat sociale
relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Deelname aan het maatschappelijk leven
is vanwege de extreme gedragsproblematiek niet aan de orde. Verder ontbreken alle
besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige
en complexere taken volledig worden overgenomen.
De patiënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/ psychische functies.
De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in
een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. Er is echter ook een groep patiënten
die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering
van de situatie het uitgangspunt. Deze groep zal permanent een behandeling nodig blijven
hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen.
Ten aanzien van ADL hebben de patiënten betreffende de verschillende aspecten behoefte aan enige hulp.
Bij deze patiënten is regelmatig tot vaak verpleegkundig handelen nodig (medicatie en gezondheidsbescherming).
Ten aanzien van mobiliteit hebben de patiënten in beperkte mate hulp nodig. Uit veiligheidsoverwegingen kan
geen sprake zijn van het zelfstandig verplaatsen buitenshuis.
Deze patiënten kennen verschillende vormen van extreme gedragsproblematiek. Dit betreft verbaal agressief, lichamelijk agressief, destructief, manipulatief,
dwangmatig, ongecontroleerd en reactief gedrag. Hierbij is continu behoefte aan hulp,
toezicht of sturing. Daarbij is zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag eveneens
te verwachten. De patiënten doen een groot beroep op hun sociale omgeving en zetten
deze continu onder druk. Ze zijn ongevoelig voor correctie, hebben geen inzicht in
hun eigen aandeel bij interactieproblemen en hebben een zeer beperkt leervermogen.
Ze kunnen frequent en onvoorspelbaar fors gewelddadig reageren.
De psychiatrische problematiek is bij deze patiënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride).
De psychiatrische symptomen zijn moeilijk onder controle te krijgen. Er is regelmatig
sprake van intensivering van de behandeling en begeleiding en er is regelmatige bijstelling
van de medicatie nodig.
De zorgverlening is voortdurend in de nabijheid te leveren.
De dominante grondslag voor dit patiëntprofiel is meestal een psychiatrische aandoening, psychische stoornis
(waartoe ook verslaving behoort).
|
• Gemiddelde scores beperkingen
|
|
• Aard van de psychiatrische problematiek
|
|
• Behandel-/begeleidingsdoel
|
|
Functies en tijd per patiënt per week
|
• Verblijfszorg
|
• Dagbesteding
|
• Behandelaars (BH)
|
• Totaaltijd
|
Functie
|
BG
|
PV
|
VP
|
Indien dagbesteding:
Gem. aantal dagdelen: 5
Gem. groepsgrootte: 3
|
Bij de zorgverlening zijn behandelaars betrokken.
|
Exclusief dagbesteding:
27,5 tot 33,5 uur
Inclusief dagbesteding:
32,5 tot 39,5 uur
|
|
ja
|
ja
|
ja
|
Verblijfskenmerken
|
Setting: gesloten behandelafdeling
Nachtdienst: wakende wacht/in nabijheid.
Leveringsvoorwaarde: voortdurend in de nabijheid.
|
Zzp-ggz b vmr (verblijf met rechtvaardigingsgrond)
|
Patiëntprofiel
|
De zzp-ggz b vmr staat voor verblijf met rechtvaardigingsgrond. Het Zorginstituut
heeft geduid1 dat ‘er situaties denkbaar zijn waarin het medisch niet verantwoord is om een cliënt
uit de instelling te ontslaan als de voor die cliënt noodzakelijke ambulante vervolgzorg,
huisvesting of voorzieningen in het sociale domein niet beschikbaar zijn’. Dit zijn
uitzonderlijke situaties waarbij het gerechtvaardigd is dat het verblijf voor een
redelijke termijn wordt voortgezet ondanks dat dit verblijf niet meer ‘medisch noodzakelijk’
is in verband met geneeskundige ggz. Het moet hier gaan om situaties waarbij ontslag
uit de instelling medisch niet verantwoord is vanwege het ontbreken van de noodzakelijke
ambulante zorg of vervolgvoorzieningen. Zorgaanbieder en zorgverzekeraar hebben wel
geprobeerd de patiënt elders onder te brengen, maar zonder dat dit direct tot resultaat
heeft geleid. De zzp-ggz b vmr moet voor deze patiënten een uitkomst bieden.
|
Functies en tijd per patiënt per week
|
Het profiel is gebaseerd op een ongewogen gemiddelde van de zzp-ggz b 3 t/m 7.
|
1 Zorginstituut Nederland, ‘Medisch noodzakelijk verblijf in de geneeskundige GGZ’,
d.d. 28 februari 2017.