Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de Wet primair onderwijs BES;
DUS-I: Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen;
Kaderregeling:
Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
leraar: degene die voldoet aan bevoegdheidseisen gesteld in artikel 3 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 3 van de Wet op de expertisecentra of artikel 3 van de Wet primair onderwijs BES;
leraarondersteuner: iemand die als leraarondersteuner werkzaam is op een school, instelling of samenwerkingsverband
welke valt onder de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet primair onderwijs BES;
minister: Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;
onderwijsassistent: iemand die als onderwijsassistent werkzaam is op een school, instelling of samenwerkingsverband
welke valt onder de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet primair onderwijs BES;
opleiding tot leraar: op basis van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bekostigde bachelor- of masteropleiding die leidt tot het verkrijgen van een bevoegdheid
om les te geven in een school of instelling die valt onder de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet primair onderwijs BES;
samenwerkingsverband: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 26 van de Wet primair onderwijs BES voor zover deze rechtspersoonlijkheid heeft of expertisecentrum onderwijszorg als
bedoeld in artikel 1 van de Wet primair onderwijs BES;
studiekosten: de kosten van college-, examen- en diplomagelden;
studieverlof: verlof ten behoeve van het bijwonen van lessen van de opleiding tot leraar en verlof
ten behoeve van de uren die de onderwijsassistent of leraarondersteuner besteedt voor
de opleiding tot leraar.
Artikel 10. Overgang bevoegd gezag of samenwerkingsverband
Indien de onderwijsassistent of leraarondersteuner het dienstverband met de subsidieontvanger
beëindigt en de opleiding tot leraar voortzet in dienst bij een ander bevoegd gezag
of samenwerkingsverband, kan de subsidieontvanger de subsidie aanwenden om de onderwijsassistent
of leraarondersteuner de opleiding tot leraar te laten voortzetten bij dat andere
bevoegd gezag of samenwerkingsverband.