Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 november
2018, nr. 2018-0000893805, houdende nadere regels inzake de rechtspositie van staten-
en commissieleden, gedeputeerden, commissarissen van de Koning, raads- en commissieleden,
wethouders, burgemeesters en de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur
en de voorzitters van de waterschappen (Regeling rechtspositie decentrale politieke
ambtsdragers)
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 2.1.7, tweede lid, 2.2.7, zesde lid, 2.2.8, derde lid, 2.2.9, tweede lid, 2.2.10, elfde lid, 2.4.3, tweede lid, 3.1.7, tweede lid, 3.2.7, zesde lid, 3.2.8, derde lid, 3.2.9, tweede lid, 3.2.10, elfde lid, 3.4.3, tweede lid, 4.1.7, tweede lid, 4.2.7, tweede lid, 4.2.9, tweede lid, 4.2.10, elfde lid, en 4.4.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;