Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar

Geraadpleegd op 05-12-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m 15-04-2024

Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 4 oktober 2018, nr. 2373750, tot vaststelling van domeinen voor de opsporingsbevoegdheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar (Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar)

Artikel 2

Een verwijzing in een akte van opsporingsbevoegdheid, een aanwijzing als bedoeld in artikel 142, tweede lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering of een akte van beëdiging als bedoeld in artikel 19 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar naar een domein zoals opgenomen in de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar, geldt als een verwijzing naar dat domein zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 19 september 2018.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 oktober 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van de Regeling domeinen buitengewoon opsporingsambtenaar

Domein I. Openbare ruimte

De boa Openbare ruimte is belast met de opsporing van de strafbare feiten in de volgende wettelijke voorschriften voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet.

1 Overigens is voor de opsporingsbevoegdheid met betrekking tot uitsluitend de artikelen 45 en 45a Alcoholwet de opleiding bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van de Regeling toezichthoudende ambtenaren niet vereist.

2 Voor interpretatie van deze artikelen wordt verwezen naar de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar paragraaf.

Domein II. Milieu, welzijn en infrastructuur

De boa Milieu, welzijn en infrastructuur is belast met de opsporing van de strafbare feiten in de volgende wettelijke voorschriften voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet.

3 Voor interpretatie van deze artikelen wordt verwezen naar de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar paragraaf.

Domein III. Onderwijs

De boa Onderwijs is belast met de opsporing van de strafbare feiten in de volgende wettelijke voorschriften voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet.

4 Voor interpretatie van deze artikelen wordt verwezen naar de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar paragraaf.

Domein IV. Openbaar vervoer

De boa Openbaar Vervoer is belast met de opsporing van de strafbare feiten in de volgende wettelijke voorschriften voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet.

5 Voor interpretatie van deze artikelen wordt verwezen naar de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar paragraaf.

Domein V. Werk, inkomen en zorg

De boa Werk, inkomen en zorg is belast met de opsporing van de strafbare feiten in de volgende wettelijke voorschriften voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet.

6 Voor interpretatie van deze artikelen wordt verwezen naar de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar paragraaf.

Domein VI. Generieke opsporing

De boa generieke opsporing is bevoegd om te handhaven op de volgende artikelen en wetten voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet.

  • 1. Alle strafbare feiten voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de betreffende functie en het daaraan gekoppelde takenpakket;

  • 2. Verordeningen en/of keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan is aangewezen;

  • 3. Andere strafbare feiten, indien hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek of voor een concreet project door een officier van justitie wordt belast voor de duur van dat onderzoek of project.