De boa Openbare ruimte is belast met de opsporing van de strafbare feiten in de volgende
wettelijke voorschriften voor zover noodzakelijk voor een goede uitoefening van de
functie en de daaraan gekoppelde taakomschrijving, tenzij de wet zich daartegen verzet.
-
1.
Artikel 2.13 Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 1a Wet op de economische delicten;
-
2.
Besluit lozen buiten inrichtingen juncto artikel 10.2 Wet Milieubeheer juncto artikel 1a Wet op de economische delicten;
-
3.
Besluit personenvervoer 2000;
-
4.
Hoofdstuk 7 Binnenvaartpolitiereglement;
-
5.
Binnenvaartwet;
-
6.
Alcoholwet juncto artikel 1 Wet op de economische delicten en de artikelen 45 en 45a Alcoholwet;
-
7.
Huisvestingswet 2014;
-
8.
Artikel 19 Besluit luchtverkeer;
-
9.
Erfgoedwet;
-
10. Verordeningen en/of keuren voor zover betrokkene daarvoor door het bevoegde bestuursorgaan
is aangewezen;
-
11. Artikel 3, tweede lid, van het Reglement houdende voorschriften voor het vervoer van
gevaarlijke stoffen over de binnenwateren juncto artikel 1a Wet op de economische delicten;
-
12.
Tabaks- en rookwarenwet juncto artikel 1 Wet op de economische delicten;
-
13.
Visserijwet 1963 juncto artikel 1a Wet op de economische delicten;
-
14.
Artikelen 2.3.6 Vuurwerkbesluit juncto artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1a Wet op de economische delicten;
-
15.
Artikel 6.2 lid 1 Waterwet, juncto artikel 1a Wet op de economische delicten voor zover het overtredingen betreft die een nadelige invloed hebben of kunnen hebben
op de leefbaarheid in de publieke ruimte;
-
16. Alleen voor stilstaand verkeer: artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV).
Voor zover van toepassing ook voor rijdend verkeer: de artikelen 4, 5, 6, 8, 10, 28, 57, 60 en 82 RVV, en artikel 62 RVV juncto bijlage I, hoofdstukken C (geslotenverklaring) en D (rijrichting), RVV. Handhaving op het negeren
van een C- of D-bord is toegestaan in relatie tot de leefbaarheid, waaronder het tegengaan
van overlast door sluipverkeer en het verbeteren van de leefbaarheid door bepaalde
gebieden af te sluiten voor (vracht)auto’s, zoals de zogeheten milieuzones.
Digitaal handhaven is slechts mogelijk op overtreding van het RVV en na instemming van het Openbaar Ministerie. Een aanvraag tot instemming wordt getoetst
aan de door het Openbaar Ministerie hiertoe vastgestelde kaders. De toepasselijke
kaders zijn te vinden op www.om.nl/digitaalhandhavenRVV;
-
17.
Artikelen 30 en 34 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
-
18.
Artikel 2.2 lid 1 onder g en h Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 1a Wet op de economische delicten;
-
19.
Artikel 13 Wet bodembescherming juncto artikel 1a Wet op de economische delicten voor zover het gaat om feiten die de leefbaarheid aantasten;
-
20.
Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden;
-
21.
Artikelen 10.1 lid 1, 10.37 en 10.38 Wet milieubeheer juncto artikel 1a Wet op de economische delicten voor zover het gaat om feiten die de leefbaarheid aantasten;
-
22.
Titel VA van de Wet op de kansspelen;
-
23.
Wet openbare manifestaties;
-
24.
Artikel 72, 73, 74, 82a en 82b Wet personenvervoer 2000;
-
25.
Wet pleziervaartuigen;
-
26.
Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 1a van de Wet op de economische delicten met uitzondering van de volgende situaties:
-
1) Het feit is begaan in samenhang met andere economische feiten, of
-
2) Het feit heeft betrekking op een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer;
-
27.
Wet veiligheidsregio’s
-
28.
Artikelen 175, 177, 179, 180, 181, 182, 184, 184a, 185, 188, 199, 225, 231, tweede lid, 239, 266 juncto 267, onder 2°, 284, 285, 300 juncto 304, onder 3°, 350, 351, 351bis, 352, 416, 417bis, 424 t/m 429, 430a, 435 onder 4°, 437, 437bis en 437ter, 438, 447b, 447c, 447d, 447e, 453 en 458 t/m 461 Wetboek van Strafrecht;
-
28a.
Artikel 443 Wetboek van Strafrecht, ook voor zover het gaat om overtreding van een noodverordening die of een noodbevel
dat verband houdt met het COVID-19-virus;
-
29.
Winkeltijdenwet;
-
30.
Woningwet juncto artikel 1a Wet op de economische delicten met uitzondering van de volgende situaties:
-
1) Het feit is begaan in samenhang met andere economische delicten;
-
2) Het feit heeft betrekking op een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, of
-
3) Het feit heeft betrekking op overtreding van het Bouwbesluit 2012 voor zover het de voorschriften inzake het verwijderen van asbest en de aanwezigheid
van asbestvezels of formaldehyde betreft.
-
31.
Wrakkenwet, voor zover het gaat om feiten die de leefbaarheid aantasten;
-
32.
Zondagswet;
-
33. Andere strafbare feiten, indien hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek of
voor een concreet project door een officier van Justitie wordt belast voor de duur
van dat onderzoek of project;
-
34.
Artikel 6d, achtste lid, en hoofdstuk Va Wet publieke gezondheid;
-
35.
Artikel 8, eerste lid, juncto artikel 30, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk
gezag juncto artikel 1 van de Tijdelijke regeling landelijke avondklok covid-19.