4. Bezoldiging wethouders
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Onlangs is in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2018–2020) voor het personeel
in de sector Rijk afgesproken dat met ingang van 1 juli 2018 de salarisbedragen structureel
worden verhoogd met 3,0%. Deze verhoging komt in september 2018 met terugwerkende
kracht tot uitbetaling, ook voor de medewerkers die sinds 1 juli 2018 uit dienst zijn
getreden. Met ingang van 1 juli 2019 worden de salarisbedragen met 2,0% verhoogd.
Met ingang van 1 januari 2020 worden de salarisbedragen met 2,0% verhoogd.
Op grond van artikel 3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders wijzigt de bezoldiging van wethouders overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging
van het personeel in de sector Rijk.
Concreet betekent bovenstaande afspraak voor de wethouders dat de salarisverhoging
bestaat uit 3,0% structureel met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018.
Deze salarisverhoging komt in september 2018 met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018
tot uitbetaling. Met ingang van 1 juli 2019 worden de salarisbedragen structureel
met 2,0% verhoogd. Met ingang van 1 januari 2020 worden de salarisbedragen structureel
met 2,0% verhoogd.
In het kader van de herziening van het loongebouw van de sector Rijk worden met ingang
van 1 juli 2019 de salarisregels 44 tot en met 47 met een half procent (0,5%) extra
verhoogd. De bezoldigingen voor wethouders van de inwonersklassen 3 en 4 komen feitelijk
overeen met de regelnummers 44 en 46 uit bijlage B bij het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Vandaar dat de bezoldiging van wethouders in de inwonersklassen 3 en 4 met de corresponderende
salarisregels 44 en 46 ook met ingang van 1 juli 2019 met 0,5% extra worden verhoogd
(dus 2,5% in plaats van 2%).
De bezoldigingsbedragen voor wethouders per 1 juli 2018, 1 juli 2019 en 1 januari
2020:
|
Klasse
|
Inwonertal
|
Bezoldiging wethouders per maand was per
1 januari 2017
|
Bezoldiging wethouders per maand wordt per
1 juli 2018
|
Bezoldiging wethouders per maand wordt per
1 juli 2019
|
Bezoldiging wethouders per maand wordt per
1 januari 2020
|
|
1
|
Tot en met 8.000
|
€ 4.669,57
|
€ 4.809,66
|
€ 4.905,85
|
€ 5.003,97
|
|
2
|
8.001–14.000
|
€ 5.292,12
|
€ 5.450,88
|
€ 5.559,90
|
€ 5.671,10
|
|
3
|
14.001–24.000
|
€ 5.919,51
|
€ 6.097,10
|
€ 6.249,53
|
€ 6.374,52
|
|
4
|
24.001–40.000
|
€ 6.334,90
|
€ 6.524,95
|
€ 6.688,07
|
€ 6.821,83
|
|
5
|
40.001–60.000
|
€ 6.960,16
|
€ 7.168,96
|
€ 7.312,34
|
€ 7.458,59
|
|
6
|
60.001–100.000
|
€ 7.584,32
|
€ 7.811,85
|
€ 7.968,09
|
€ 8.127,45
|
|
7
|
100.001–150.000
|
€ 8.283,52
|
€ 8.532,03
|
€ 8.702,67
|
€ 8.876,72
|
|
8
|
150.001–375.000
|
€ 8.774,65
|
€ 9.037,89
|
€ 9.218,65
|
€ 9.403,02
|
|
9
|
375.001 en meer
|
€ 9.955,80
|
€ 10.254,47
|
€ 10.459,56
|
€ 10.668,75
|
Wethouders die sinds 1 juli 2018 het wethouderschap hebben verlaten
De salarisverhoging per 1 juli 2018 moet ook met terugwerkende kracht worden betaald
aan wethouders die sinds 1 juli 2018 het wethouderschap hebben verlaten.
Doorwerking salarisverhoging naar uitkeringen en pensioenen
Uitkeringen
De salarisverhogingen hebben een algemeen karakter en werken daarom op basis van artikel 133, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) door naar al ingegane Appa-uitkeringen.
Pensioenen
De structurele verhoging van het salaris is pensioengevend met terugwerkende kracht
tot 1 juli 2018. In tegenstelling tot de ABP-regeling wordt het pensioengevend salaris
in de Appa-regeling met terugwerkende kracht naar 1 juli 2018 aangepast.
Reeds ingegane Appa pensioenen worden echter aangepast overeenkomstig de stijgingen
(indexatie) van de ABP-pensioenen. Dat betekent dat deze salarisaanpassing geen effect
heeft op al lopende pensioenuitkeringen.