Instellingsbesluit Commissie Beleidsevaluatie

Geraadpleegd op 12-06-2025.
Geldend van 16-08-2018 t/m heden

Besluit van de Minister van Financiën d.d. 7 augustus 2018, nr. 2018-126089, houdende instelling van de Commissie Beleidsevaluatie

De Minister van Financiën

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Minister: Minister van Financiën;

  • b. commissie: commissie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

  • 1 Er is een Commissie Beleidsevaluatie.

  • 2 De commissie heeft tot taak:

    • a. het adviseren over

      • de opzetten van alle beleidsdoorlichtingen en een beperkt aantal opzetten van evaluaties. Bij de keuze voor de opzetten van evaluaties waarover wordt geadviseerd zal meespelen: de omvang van het beleidsterrein en budget, een evenwichtige verdeling over DG’s, politieke relevantie, qua evaluatiemethode vernieuwend en verzoeken van BR en/of elders uit de organisatie;

      • de opgeleverde beleidsdoorlichtingen voordat deze naar de BR en voorportalen worden verzonden en daarnaast een aantal op te leveren evaluaties;

      • de planning van evaluaties en doorlichtingen de komende 7 jaar. Daarbij wordt gekeken naar de onderlinge samenhang en afstemming daarbij op de beleidscyclus, de invulling aan de CW 3.1 bij nieuw beleid en de mogelijkheden voor experimenten;

      • de doorwerking van de evaluaties en doorlichtingen in het beleid.

    • b. kennisuitwisseling en kennisopbouw plaats te laten vinden door:

      • ervaringen van eerdere beleidsdoorlichtingen van het Ministerie van Financiën te presenteren;

      • andere departementen te laten presenteren de door hun geleerde lessen en de door hun gekozen aanpak bij evalueren;

      • de ervaringen en expertise van de operatie Inzicht in Kwaliteit en de programmamanager te benutten;

      • na te gaan hoe de kennisagenda’s en onderzoeksprogrammering van het Ministerie van Financiën kunnen bijdragen om de evaluatiefunctie te versterken.

Artikel 3

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste acht andere leden.

  • 2 De voorzitter en de andere leden worden door de Minister benoemd.

  • 3 De benoeming geschiedt voor structurele duur waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen benoemingen op functionele titel en benoemingen op persoonlijke titel. De benoemingen op persoonlijke titel betreffen de externe leden.

  • 4 Bij tussentijds vertrek van een lid kan de Minister een ander lid benoemen.

  • 5 De voorzitter en overige leden kunnen worden geschorst en ontslagen door de Minister.

Artikel 4

  • a. De commissie wordt ingesteld voor structurele duur, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

  • b. De commissie wordt ingesteld met ingang van 1 september 2018.

Artikel 5

Met ingang van 1 september 2018 tot lid van de commissie benoemd:

  • a. de Hoofddirecteur Financieel Economische Zaken;

  • b. de plaatsvervangend Directeur-generaal Belastingdienst;

  • c. de plaatsvervangend Thesaurier-generaal;

  • d. de plaatsvervangend Directeur-generaal Fiscale Zaken;

  • e. de plaatsvervangend Directeur-generaal Rijksbegroting;

  • f. MT-lid AFEP;

  • g. de heer prof. dr. C. (Carl) Koopmans (extern lid);

  • h. mevrouw dr. V.E. (Valerie) Pattyn (extern lid);

Artikel 6

  • 1 De commissie wordt ondersteund door een secretariaat van directie HDFEZ en van directie AFEP.

  • 2 Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

  • 3 De commissie voorziet zelf in haar secretariaat.

  • 4 De Minister draagt, na overleg met de commissie, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de commissie.

Artikel 8

De commissie verstrekt aan de Minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 9

  • 1 De externe leden ontvangen een vergoeding.

  • 2 De vergoeding is voor een periode van 12 maanden wat na wederzijds goedvinden kan worden verlengd.

Artikel 10

De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de Minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

  • a. de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning,

  • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek, en

  • c. de kosten voor publicatie van rapportages.

Artikel 11

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister uitgebracht of overgedragen.

Artikel 12

De commissie draagt doorlopend en zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Hoofddirectie Financieel Economische Zaken van het Ministerie van Financiën.

Artikel 13

  • 1 Dit besluit treedt in werking de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Financiën,

W.B. Hoekstra