Vanuit zijn gezagsrol heeft de officier van justitie zeggenschap over het onderzoeksdoel. In het voorkomende geval vindt afstemming plaats tussen de bevoegd functionaris en de officier van justitie over de formulering van het onderzoeksdoel (zie paragraaf 8).
Eventuele capacitaire afwegingen van een stuurploeg die leiden tot een afbakening van een opsporingsonderzoek hebben in beginsel een tijdelijk karakter en zijn niet bepalend voor de formulering van het onderzoeksdoel in de zin van art. 9 lid 2 Wpg. Het onderzoeksdoel kan in de volgende gevallen bijvoorbeeld als volgt omschreven worden:
•
Onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een strafbaar feit
Bij (MRO-waardige) onderzoeken die aanvangen naar aanleiding van een aangifte zal het onderzoeksdoel veelal bestaan uit een registratief kenmerk van de aangifte, een juridische kwalificatie daarvan, en een omschrijving als:
− het opsporen en vervolgen van de dader(s) behorende bij de aangifte en de daarmee samenhangende strafbare feiten,
− de vaststelling van het door de dader(s) genoten wederrechtelijk voordeel en
− de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de door de rechter opgelegde straf en/of maatregel.
Hierbij is de zaaksofficier van justitie in beginsel aanspreekpunt.
•
Opsporingsonderzoek naar strafrechtelijk incident (geen aangifte)
Bij (MRO-waardige onderzoeken) die aanvangen naar aanleiding van een incident zal het onderzoeksdoel veelal bestaan uit een registratief kenmerk van het incident, een juridische kwalificatie daarvan, en een omschrijving als:
− het opsporen en vervolgen van de dader(s) behorende bij het incident en de daarmee samenhangende strafbare feiten,
− de vaststelling van het door de dader(s) genoten wederrechtelijk voordeel, en
− de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de door de rechter opgelegde straf en/of maatregel.
Hierbij is de zaaksofficier van justitie in beginsel aanspreekpunt.
•
Onderzoek naar het beramen of plegen van ernstige misdrijven in georganiseerd verband
Bij (MRO-waardige) opsporingsonderzoeken naar het beramen of plegen van ernstige misdrijven in georganiseerd verband zal het onderzoeksdoel veelal bestaan uit een registratief kenmerk, de personalia van de betrokken personen/benaming van het csv/registratief kenmerk van het criminele samenwerkingsverband, en een omschrijving als:
− de tot de georganiseerde criminaliteit behorende groepering in beeld krijgen, inclusief de misdrijven die daarin worden gepleegd en beraamd, alsmede de rol die de verschillende betrokkenen binnen dat verband vervullen, teneinde de te vervolgen feiten en verdachten te selecteren.
Hierbij is de zaaksofficier van justitie in beginsel aanspreekpunt.
Bij een SEO zal het onderzoeksdoel bestaan uit een registratief kenmerk, de personalia van de verdachte(n), (een) parketnummer(s), de hoogte van de opgelegde alsmede de resterende betalingsverplichting(en) en een omschrijving als:
Hierbij is de zaaksofficier van justitie in beginsel aanspreekpunt.
•
Onderzoek naar haalbaarheid van een (tactisch) strafrechtelijk onderzoek (preweeg)
Bij onderzoeken gericht op de haalbaarheid van een strafrechtelijk onderzoek zal het onderzoeksdoel veelal bestaan uit een registratief kenmerk, de personalia van de verdachte(n)/benaming van het csv/registratief kenmerk van het criminele samenwerkingsverband en/of registratief kenmerk van de aangifte of strafrechtelijk incident, en een omschrijving als:
Hierbij is de informatieofficier van justitie in beginsel aanspreekpunt.
•
Onderzoek ten behoeve van inzicht/overzicht in criminele samenwerkingsverbanden (csv’s) (voor zover dit niet plaatsvindt met art. 10 Wpg doel)
Bij een onderzoek naar inzicht/overzicht van csv’s zal het onderzoeksdoel veelal bestaan uit een registratief kenmerk, de personalia van de verdachten/benaming van het csv/registratief kenmerk van het criminele samenwerkingsverband, een juridische kwalificatie van de vermoedelijk door het verband gepleegde misdrijven, en een omschrijving als:
Hierbij is de informatieofficier van justitie in beginsel aanspreekpunt.
•
Verkennend onderzoek
Bij een verkennend onderzoek zal het onderzoeksdoel veelal bestaan uit een registratief kenmerk, een aanduiding/beschrijving van de te onderzoeken sector in de samenleving, en een omschrijving als:
Hierbij is de informatieofficier van justitie in beginsel aanspreekpunt.
•
Een onderzoek voor de aanpak van een veelpleger
Bij een onderzoek naar de aanpak van een veelpleger zal het onderzoeksdoel veelal bestaan uit een registratief kenmerk, de personalia van de betrokkene(n), een duiding van het kader waarbinnen de persoonsgerichte aanpak moet gaan plaatsvinden (bijvoorbeeld Top 600), en een omschrijving als:
Hierbij is de doelgroepenofficier van justitie /officier van justitie veiligheidshuizen in beginsel aanspreekpunt.