De overdrachtsbelasting kent een aantal ondernemingsfaciliteiten in de vorm van vrijstellingen. Deze vrijstellingen zijn opgenomen in artikel 15, eerste lid, onderdelen b, e, f, en h, van de WBR. Dit besluit bevat een aantal goedkeuringen voor de toepassing van deze ondernemingsfaciliteiten.
De besluiten van 12 augustus 1997, nr. VB97/964, 26 augustus 1997, nr. VB97/1979, 28 mei 1998, nr. VB96/2823, 7 augustus 2003, nr. CPP2003/1813M, 1 maart 2007, nr. CPP2006/372M en 10 juli 2013, nr. BLKB2013/1130M zijn geactualiseerd en samengevoegd. Verder zijn ter verduidelijking enkele redactionele aanpassingen aangebracht zonder inhoudelijke gevolgen. De onderdelen 11, 11.1 en 11.2 van het besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB2013/1130M hebben hun belang verloren en zijn daarom niet meer opgenomen. Het besluit van 21 mei 1996, nr. VB96/1317 ziet uitsluitend op wetstoepassing en is om die reden niet meer opgenomen. Het besluit van 9 augustus 1991, nr. VB91/1635 heeft zijn belang inmiddels verloren en wordt ingetrokken.
De onderdelen 2 tot en met 2.7 zijn overgenomen uit het besluit van 10 juli 2013 (BLKB2013/1130M) en bevatten het beleid over de vrijstelling van artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de WBR. Aan de onderdelen 2.1 en 2.3 is de voorwaarde toegevoegd dat wordt voldaan aan de overige voorwaarden van de vrijstelling.
In de onderdelen 3 tot en met 3.10 is het beleid opgenomen over de vrijstelling van artikel 15, eerste lid, onderdeel e, van de WBR. De onderdelen 3.1, 3.2, 3.4 en 3.8 zijn overgenomen uit het besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB2013/1130M. Onderdeel 3.3 is overgenomen uit het besluit van 26 augustus 1997, nr. VB97/1979 en aangevuld met een goedkeuring voor de inbreng door meerdere inbrengers in een bestaande NV of BV. In de tekst van onderdeel 3.4 is ter verduidelijking een regel toegevoegd. De onderdelen 3.5 en 3.7 zijn overgenomen uit het besluit van 7 augustus 2003, nr. CPP2003/1813M en onderdeel 3.6 is overgenomen uit het besluit van 28 mei 1998, nr. VB96/2823. Onderdeel 3.8.1 is nieuw en bevat een goedkeuring voor de aanhoudingseis bij certificering van aandelen. Onderdeel 3.9 is overgenomen uit het besluit van 12 augustus 1997, nr. VB97/964. Dit onderdeel bevat een toelichting op de toepassing van de voortzettingseis ten aanzien van de omgezette onderneming. Tot slot is onderdeel 3.10 in aangepaste vorm overgenomen uit het besluit van 1 maart 2007, nr. CPP2006/372M. Hierbij is geen beleidswijziging beoogd.
De onderdelen 4 tot en met 6.1 bevatten het beleid over de vrijstelling van artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de WBR. De onderdelen 4 en 4.1 zijn nieuw. Onderdeel 4.1 bevat een goedkeuring betreffende de voortzettingseis ten aanzien van de onderneming met een nadere toelichting. Onderdeel 5.1 is overgenomen uit het besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB2013/1130M en onderdeel 6.1 is nieuw. Dit onderdeel bevat een goedkeuring voor de toepassing van de vrijstelling bij verkrijging van aandelen bij een splitsing.
De goedkeuringen in dit besluit zijn verleend met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule).
Voor de in dit besluit opgenomen goedkeuringen geldt verder het volgende. Door toepassing van artikel 9, vierde lid, of artikel 13 van de WBR kan het bedrag aan verschuldigde overdrachtsbelasting worden verminderd. Deze wettelijke vermindering geldt ook als bij een voorgaande verkrijging een tegemoetkoming op grond van een goedkeuring uit dit beleidsbesluit is verleend. Het is uiteraard ongewenst dat een beroep wordt gedaan op vermindering van overdrachtsbelasting op grond van artikel 9, vierde lid, of artikel 13 van de WBR als bij een voorgaande verkrijging de heffing op grond van een goedkeuring geheel of gedeeltelijk achterwege is gebleven. Daarom geldt voor elke in dit besluit opgenomen goedkeuring de voorwaarde dat de goedkeuring vervalt en dat de door de goedkeuring niet geheven belasting alsnog verschuldigd is, voor zover bij een toekomstige verkrijging een beroep wordt gedaan op artikel 9, vierde lid, of artikel 13 van de WBR ter zake van de ingevolge de goedkeuring niet geheven belasting.