Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 20 april
2017, nr. 1230279, houdende voorwaarden en beperkingen voor verlening van de bevoegdheid
tot het geven van onderwijs door personen die in het bezit zijn van een buitenlands
bewijsstuk waarmee de bekwaamheid en bevoegdheid in het betreffende land wordt aangetoond
(Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet)
speciaal onderwijs voor buitenlandse diploma’s)
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Artikel 2. Voorwaarden voor het verkrijgen van een bevoegdheid
-
1 De Minister kan op verzoek een bevoegdheid verlenen tot het geven van onderwijs op
een school, een basisschool, een school voor speciaal basisonderwijs, een school voor
speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs, aan degene die:
-
3 In aanvulling op het eerste lid kan de Minister op verzoek ook een bevoegdheid verlenen
tot het geven van onderwijs op een school in de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius
en het geven van basisonderwijs op een afdeling van internationaal georiënteerd basisonderwijs,
als bedoeld in artikel 85a van de WPO, aan degene die:
Artikel 3. Voorwaarden voor het verkrijgen van een bevoegdheid vakonderwijs
-
1 De Minister kan op verzoek een bevoegdheid verlenen tot het geven van onderwijs in
een of meerdere van de vakken bedoeld in artikelen 11 en 12 van de WPO BES, artikel 9 van de WPO, artikel 13 van de WEC of de artikelen 14a, 14c en 14f van de WEC, aan degene die:
-
a. in het bezit is van een buiten Nederland verkregen bewijsstuk of meerdere buiten Nederland
verkregen bewijsstukken:
-
1. waaraan in het land waarin deze bewijsstukken zijn verkregen de bevoegdheid is verbonden
tot het geven van vakonderwijs;
-
2. waarmee in het land waarin deze bewijsstukken zijn verkregen bekwaamheid als vakleraar
wordt aangetoond; en
-
3. waaraan een opleiding ten grondslag ligt die voor wat betreft het niveau gelijkwaardig
kan worden geacht aan een opleiding als bedoeld in artikel 1.1 van de WHW; en
-
b. voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b.
-
3 In aanvulling op het eerste lid kan de Minister op verzoek ook een bevoegdheid verlenen
tot het geven van onderwijs op een school op de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius
in een of meerdere van de vakken bedoeld in artikel 12 van de WPO BES en tot het geven van basisonderwijs op een afdeling van internationaal georiënteerd
basisonderwijs, als bedoeld in artikel 85a van de WPO, in een of meerdere van de vakken bedoeld in artikel 9 van de WPO, aan degene die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in:
-
2 Een persoon in het bezit van een buitenlands diploma, waarmee de bevoegdheid en bekwaamheid
van leraar wordt aangetoond, die na 10 oktober 2010 in dienst is genomen door een
bevoegd gezag en op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel in dienst
is van een bevoegd gezag, kan in ieder geval les blijven geven in dienst van dit bevoegd
gezag, wanneer deze persoon in dienst is genomen op basis van:
-
a. een bewijsstuk van een door de NVAO als positief beoordeelde opleiding waarmee de
bevoegdheid en bekwaamheid van leraar wordt aangetoond; of
-
b. een positief oordeel van Nuffic over het bewijsstuk waarmee de bevoegdheid en bekwaamheid
van leraar wordt aangetoond.
Artikel 6. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 september 2018.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal
basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor buitenlandse diploma’s.