In de navolgende gevallen kunnen de daarbij aangewezen personen en instanties een
schriftelijk verzoek richten aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor het doen van naslag:
-
a. met betrekking tot kandidaat-Ministers en kandidaat-staatssecretarissen: de formateur,
of namens deze de secretaris-generaal van het Ministerie van Algemene Zaken, of wanneer
sprake is van tussentijds aantreden, de Minister-President, of namens deze de secretaris-generaal
van het Ministerie van Algemene Zaken;
-
b. met betrekking tot (kandidaat) leden van de Eerste en Tweede Kamer, (kandidaat) leden
van Provinciale Staten, (kandidaat) leden voor de gemeenteraad en (kandidaat) leden
voor het Europees Parlement: de partijvoorzitter van de betrokken politieke partij;
-
c. met betrekking tot kandidaten voor het ambt van commissaris van de Koning, burgemeester,
(waarnemend) rijksvertegenwoordiger of gezaghebber van Bonaire, Sint Eustatius en
Saba (BES): de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, of namens deze
het hoofd van de afdeling politieke en bestuurlijke ambtsdragers van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
-
d. met betrekking tot potentiële leden van de Koninklijke familie: de Minister-President,
of namens deze de secretaris-generaal van het Ministerie van Algemene Zaken;
-
e. met betrekking tot kandidaat-voorzitters van waterschappen: de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat, of namens deze de Directeur-generaal Water en Bodem van het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat;
-
f. met betrekking tot personen die een functie gaan bekleden, niet zijnde een vertrouwensfunctie
in de zin van de Wet veiligheidsonderzoeken, bij een vitale aanbieder, dan wel bij een in Nederland gevestigde internationale
organisatie, waarmee zij in een positie komen waarin zij de nationale veiligheid schade
kunnen toebrengen: de Minister van Justitie en Veiligheid, of namens deze de Nationaal
Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, dan wel de Minister die het aangaat,
dan wel degene die bevoegd is de desbetreffende vitale aanbieder of de desbetreffende
internationale organisatie te vertegenwoordigen;
-
g. met betrekking tot bedrijven, organisaties of personen die door een overname van of
door, investering in of door, of fusie, totstandbrenging van een gemeenschappelijke
onderneming of splitsing dan wel samenwerkingsverband met bedrijven, het verwerven
van vermogensbestanddelen, andere rechtshandelingen of verkrijging van goederen onder
algemene titel, dan wel door levering van producten of diensten aan de Nederlandse
overheid of een vitale aanbieder, in een positie kunnen komen waarin zij de nationale
veiligheid schade kunnen toebrengen: de Minister van Justitie en Veiligheid, of namens
deze de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, de Minister van
Economische Zaken en Klimaat, of namens deze het hoofd van Bureau Toetsing Investeringen,
dan wel de minister die het aangaat dan wel degene die bevoegd is het desbetreffende
bedrijf of de desbetreffende organisatie te vertegenwoordigen;
-
h. met betrekking tot vreemdelingen die in Nederland (willen) verblijven of een aanvraag
om in Nederland te verblijven hebben ingediend, dan wel ten aanzien van wie het opleggen
van een inreisverbod of een ongewenstverklaringsmaatregel wordt overwogen en ten aanzien
van wie het vermoeden bestaat dat zij mogelijk een gevaar voor de nationale veiligheid
vormen: de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Justitie en Veiligheid
en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, of namens deze de Visadienst of
de Immigratie- en Naturalisatiedienst;
-
i. met betrekking tot aanvragen die bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken worden
ingediend voor accreditatie van hoofden van een diplomatieke missie of consulaire
post dan wel aanstelling van defensie-, marine-, landmacht- of luchtmacht-attachés:
de Minister van Buitenlandse Zaken, of namens deze de Directie Protocol en Gastlandzaken
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;
-
j. met betrekking tot personen ten aanzien van wie en rechtspersonen en entiteiten ten
aanzien waarvan een beperkende maatregel op grond van hoofdstuk VII van het Handvest
van de Verenigde Naties, het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid van
de Europese Unie dan wel krachtens de Sanctiewet 1977 van toepassing is of wordt overwogen alsmede met betrekking tot personen ten aanzien
van wie en rechtspersonen en entiteiten ten aanzien waarvan het vermoeden bestaat
dat jegens hen zodanige maatregel van toepassing is: de Minister van Financiën, of
namens deze de Directie Financiële Markten van het Ministerie van Financiën, of de
Minister van Buitenlandse Zaken, of namens deze de Directie Veiligheidsbeleid, afdeling
Terrorismebestrijding en Nationale Veiligheid van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken of de Minister van Economische Zaken en Klimaat, of namens deze het hoofd van
Bureau Toetsing Investeringen;
-
k. met betrekking tot een verzoek op grond van artikel 4, vierde lid, van de Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe
investeringen: Onze verantwoordelijke minister als bedoeld in artikel 1 van die wet;
-
l. met betrekking tot een verzoek zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid, of artikel 7,
derde lid, van Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot vaststelling van een
kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie (PbEU 2019,
L 79) van een lidstaat die terdege van oordeel is dat een buitenlandse directe investering
op zijn grondgebied gevolgen kan hebben voor zijn veiligheid of openbare orde: Onze
verantwoordelijke minister als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe investeringen;
-
m. met betrekking tot erkend referenten als bedoeld in hoofdstuk 1, afdeling 3 Vreemdelingenbesluit 2000: de Minister van Justitie en Veiligheid dan wel de Staatssecretaris van Justitie
en Veiligheid, of namens deze de Immigratie- en Naturalisatiedienst.