Vragen en antwoorden over de voorwaarden, waaronder de overeenkomst, voor de bijzondere
regeling van paragraaf 3.2 van het besluit van 22 februari 2018, nr. 2018-20130, zoals laatstelijk gewijzigd
bij besluit van 18 september 2023, nr. 2023-20339
Vragen en antwoorden over de voorwaarden g en j
Vraag 1
Kan de gemachtigde de documenten die zij gebruikt voor de uitvoering van de voorwaarden
g en j vooraf ter goedkeuring voorleggen aan de Belastingdienst?
Antwoord 1
Gemachtigde kan de documenten die zij gebruikt voor de uitvoering van de voorwaarden
g en j vooraf ter goedkeuring voorleggen aan de Belastingdienst. Dit is verplicht
als niet aan alle elementen van de voorwaarden wordt voldaan.
Vragen en antwoorden over voorwaarde m
Vraag 2
Volgt uit voorwaarde m dat de bewaartermijn zeven jaar is? En zo ja, gaat de zevenjaarstermijn
dan lopen vanaf het moment van betaling van de dividendbelasting?
Antwoord 2
Uit voorwaarde m volgt dat de bewaartermijn zeven jaar is. Voorwaarde m verwijst naar
artikel 52 AWR. In het vierde lid van dit artikel is een bewaartermijn van zeven jaar opgenomen.
De zevenjaarstermijn voor het bewaren van gegevens gaat voor de gemachtigde lopen
vanaf het moment dat gegevens hun belang voor de bedrijfsvoering van de gemachtigde
hebben verloren. Voor bewijsstukken die ten grondslag liggen aan een teruggaafverzoek
gaat de zevenjaarstermijn daarom op zijn vroegst in vanaf het moment van verkrijgen
van de teruggaaf.
Vragen en antwoorden over voorwaarde n
Vraag 3
Wordt met een ‘indirect belang’ genoemd in voorwaarde n ook het geval bedoeld waarbij
girale effecten worden gehouden via een keten van bewaarinstellingen en de effectenrekening
op niveau van een tussenliggende bewaarinstelling op naam staat van de volgende bewaarinstelling
in de keten?
Antwoord 3
Nee. Of er een indirect belang is in de zin van voorwaarde n dient voor girale effecten
te worden beoordeeld op het laagste niveau van de keten van bewaarinstellingen. Als
op het laagste niveau van de keten van bewaarinstellingen de betreffende effectenrekening
niet op naam staat van degene voor wie het teruggaafverzoek wordt ingediend kan het
betreffende teruggaafverzoek niet worden ingediend via de bijzondere regeling.
Vragen en antwoorden over de overeenkomst onderdeel 2
Vraag 4
Is het juist dat de overeenkomst iedere 5 jaar moet worden vernieuwd, en zo ja, vanaf
welk moment gaat de vijfjaarstermijn in?
Antwoord 4
Het is juist dat de overeenkomst iedere vijf jaar dient te worden vernieuwd. De termijn
gaat in vanaf het moment dat beide partijen de overeenkomst hebben getekend.
Vragen en antwoorden over de overeenkomst onderdelen 3 en 4
Vraag 5
Op welke wijze wordt de gemachtigde geïnformeerd indien naar aanleiding van de controle
vooraf één of meer onderliggende verzoeken zijn afgewezen of gecorrigeerd?
Antwoord 5
De gemachtigde krijgt bij iedere uitgevoerde correctie direct informatie over de door
de Belastingdienst uitgevoerde correctie via een zogenaamd XBRL bestand. In het XBRL
bestand staat welke afwijzingen en correcties hebben plaatsgevonden. Naast het XBRL
bericht dat de gemachtigde direct digitaal ontvangt wordt aan de gemachtigde ook per
brief een voor bezwaar vatbare beschikking gestuurd.
Het beschikkingsnummer en de dagtekening van de beschikking staan ook al vermeld in
het XBRL bestand dat de gemachtigde direct ontvangt als er een wijziging of correctie
door de Belastingdienst is uitgevoerd. Indien de gemachtigde het niet eens is met
de in het XBRL opgenomen afwijzing(en) of correctie(s) kan door of namens de betreffende
gerechtigde binnen 6 weken ná dagtekening van de beschikking bezwaar worden ingesteld
tegen de betreffende afwijzing of correctie. Dit bezwaar kan worden gericht aan Kennis-
en Expertisecentrum Buitenland, Team Buitenlandse Investeerders 2 – Dividend.
Vraag 6
Kan de gemachtigde bezwaar instellen (namens de gerechtigde) als op basis van het
XBRL bestand niet duidelijk is op welke grond er 1 of meer onderliggende verzoeken
zijn afgewezen of gecorrigeerd?
Antwoord 6
Ook in geval uit het XBRL bestand niet duidelijk valt op te maken op welke grond er
1 of meer onderliggende verzoeken zijn afgewezen of gecorrigeerd kan door of namens
de betreffende gerechtigde, zo nodig ter behoud van rechten, bezwaar worden ingesteld
tegen de afwijzing of correctie. Dit bezwaar kan worden gericht aan Kennis- en Expertisecentrum
Buitenland, Team Buitenlandse Investeerders 2 – Dividend.
Vragen en antwoorden over de overeenkomst onderdeel 5
Vraag 7
Ziet de mogelijkheid van het instellen van controles achteraf door de Belastingdienst
alleen op steekproefsgewijze (jaarlijkse) controle van de in een bepaald jaar ingediende
verzoeken, of kan de controle ook zien op vragen van de Belastingdienst naar aanleiding
van specifieke onderliggende verzoeken?
Antwoord 7
De in onderdeel 5 bedoelde controle achteraf ziet niet op de eventuele vragen die
door de Belastingdienst kunnen worden gesteld in het kader van een controle vooraf bedoeld in onderdeel 3. De in onderdeel 3 bedoelde controle vindt plaats voorafgaande
aan de voor bezwaar vatbare beslissing op de teruggaafverzoeken. De in onderdeel 5
bedoelde controle achteraf ziet alleen op de teruggaafverzoeken waarop al bij voor
bezwaar vatbare beschikking is beslist. De controle achteraf kan een steekproefsgewijze
controle van alle in een jaar ingediende verzoeken betreffen, maar kan ook een controle
van één of meer verzoeken betreffen over meerdere jaren. In de in onderdeel 5 bedoelde
aankondiging voorafgaand aan een controle wordt door de Belastingdienst gespecificeerd
waarop de controle ziet en op welke elementen wordt gecontroleerd. Voor het instellen
van de controle gelden de reguliere naheffingstermijnen.
Vragen en antwoorden over de overeenkomst onderdeel 6
Vraag 8
In onderdeel 6 van de overeenkomst staat:
-
‘– De Belastingdienst kan deelname aan de regeling weigeren als een gerechtigde volgens
de Belastingdienst (mogelijk) geen aanspraak kan maken op teruggaaf van Nederlandse
dividendbelasting.
-
– Als bij een gemachtigde onjuistheden of onregelmatigheden ten aanzien van de uitvoering
van de regeling worden geconstateerd kan de Belastingdienst deze gemachtigde, zo nodig
met onmiddellijke ingang, van deelname aan de regeling uitsluiten.’
Wat wordt hier bedoeld met het ‘weigeren’ (eerste gedachtestreepje) en ‘uitsluiten’
(tweede gedachtestreepje) van deelname aan de regeling en wat is het verschil?
Antwoord 8
Met weigeren van deelname als bedoeld in het eerste gedachtestreepje wordt het volgende
bedoeld: Als een gerechtigde volgens de Belastingdienst (mogelijk) geen aanspraak
kan maken op teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting mag gemachtigde niet langer
verzoeken namens die specifieke gerechtigde via de bijzondere regeling indienen. De
gemachtigde kan nog wel verzoeken indienen voor andere gerechtigden via de regeling.
Het weigeren van deelname van een specifieke gerechtigde aan de regeling beperkt de
gemachtigde niet om namens deze gerechtigde (reguliere) teruggaafverzoeken buiten
de regeling om in te dienen.
Bij een uitsluiting van deelname aan de regeling als bedoeld in het tweede gedachtestreepje
wordt de gemachtigde zelf uitgesloten van de regeling en kan dan voor geen enkele
gerechtigde een verzoek indienen via de bijzondere regeling. Voor de volledigheid
wordt opgemerkt dat de gemachtigde dan nog wel (reguliere) teruggaafverzoeken buiten
de regeling om kan indienen.
Vraag 9
Hoe wordt de beslissing tot weigeren aan de regeling in onderdeel 6 eerste gedachtestreepje
dan wel uitsluiten van deelname aan de regeling in onderdeel 6 tweede gedachtestreepje
genomen en bekend gemaakt?
Antwoord 9
Voor beide situaties geldt: De beslissing wordt schriftelijk bekend gemaakt in de
vorm van een niet voor bezwaar vatbare beschikking. Op het nemen van deze beslissing
zijn de wettelijke voorschriften voor het voorbereiden en nemen van een besluit (hoofdstuk 3 van de Algemene wet bestuursrecht: zorgvuldige voorbereiding, detournement de pouvoir en evenredigheidsbeginsel) alsmede
de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing. Voor de uitsluiting
van deelname aan de regeling in onderdeel 6 tweede gedachtestreepje geldt aanvullend
dat de overeenkomst wordt opgezegd.