Wet van 7 februari 2018, houdende voorziening in het bestuur van het openbaar lichaam
Sint Eustatius (Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om, in overeenstemming
met de artikelen 129, vierde lid, en 132, vijfde lid, in samenhang met artikel 132a, tweede lid, van de Grondwet, alsmede artikel 232 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, voorzieningen te treffen in verband met de grove taakverwaarlozing van het bestuur
van het openbaar lichaam Sint Eustatius;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: