-
bedrijfsgeheim: informatie die:
-
a. in haar geheel of vanwege de specifieke samenstelling en ordening van haar bestanddelen
niet algemeen bekend is bij of gemakkelijk toegankelijk is voor personen binnen de
kringen die zich gewoonlijk bezighouden met de desbetreffende soort informatie,
-
b. handelswaarde bezit omdat zij geheim is, en
-
c. door de persoon die rechtmatig beschikt over deze informatie, onderworpen is aan maatregelen
om deze informatie geheim te houden;
-
daadwerkelijke samenwerking: daadwerkelijke samenwerking als bedoeld in paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder h,
van de O&O&I-kaderregeling;
-
experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling als bedoeld in paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder k, van
de O&O&I-kaderregeling;
-
financiële onderneming: financiële onderneming als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op het financieel toezicht;
-
fundamenteel onderzoek: fundamenteel onderzoek als bedoeld in paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder n, van de
O&O&I-kaderregeling;
-
industrieel onderzoek: industrieel onderzoek als bedoeld in paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder r, van de
O&O&I-kaderregeling;
-
infrastructuursubsidie:
geldmiddelen die de minister beschikbaar stelt als bijdrage voor onderzoeksinfrastructuur,
in eigendom en beheer van het instituut, voor zover er sprake is van investeringen
in:
-
a. nieuwe onderzoeksinfrastructuur, of
-
b. uitbreiding van bestaande onderzoeksinfrastructuur, voor zover er geen sprake is van
vervangingsinvesteringen als bedoeld in de definitie van instituutssubsidie, onderdeel
b;
-
instituut: door de minister als zodanig aangewezen instituut voor toegepast onderzoek dat voldoet
aan de vereisten die gelden voor een onderzoeksorganisatie als bedoeld in onderdeel
16, onder ff, van de O&O&I-kaderregeling, met als primaire activiteiten de activiteiten,
bedoeld in paragraaf 2.2.1, onderdeel 20 van de O&O&I-kaderregeling;
-
instituutssubsidie: geldmiddelen die de minister beschikbaar stelt ter ondersteuning van het doel, bedoeld
in artikel 5, eerste lid:
-
a. voor het onafhankelijk verrichten van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek
of experimentele ontwikkeling,
-
b. als bijdrage voor vervangingsinvesteringen in en de exploitatie en het onderhoud van
onderzoeksinfrastructuur in eigendom en beheer van het instituut,
-
c. voor het breed verspreiden van de resultaten van het onderzoek, bedoeld in onderdeel
a, door middel van onderwijs, publicaties of kennisoverdracht, of
-
d. als bijdrage voor overige exploitatie- en investeringskosten, voor zover deze onlosmakelijk
verbonden zijn met het doel van het instituut, bedoeld in artikel 5, eerste lid, en de activiteiten, bedoeld in paragraaf 2.2.1, onderdeel 20 van de O&O&I-kaderregeling
en voor zover er geen sprake is van investeringen als bedoeld in de definitie van
infrastructuursubsidie;
-
kostendrager: een product of een in economisch opzicht homogene groep van producten, die als voorwerp
van calculatie wordt gekozen;
-
kredietwaardigheidsoordeel: rating als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van Verordening 1060/2009;
-
kredietbeoordelingsbureau: een in de Europese Unie geregistreerd ratingbureau overeenkomstig Verordening 1060/2009;
-
landbouwvrijstellingsverordening:
Verordening (EU) 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw-
en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar
worden verklaard (PbEU 2022, L 327);
-
minister:
-
a. Minister van Economische Zaken en Klimaat;
-
b. Minister van Landbouw, Natuur, en Voedselkwaliteit, in overleg met de Minister van
Economische Zaken en Klimaat, indien het subsidie betreft die aan een instituut wordt
verleend ten laste van de begroting van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
c. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overleg met de Minister van Economische
Zaken en Klimaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, indien het
subsidie betreft die aan een instituut wordt verleend ten laste van de begroting van
het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; of
-
d. Minister van Infrastructuur en Waterstaat, in overleg met de Minister van Economische
Zaken en Klimaat, indien het subsidie betreft die aan een instituut wordt verleend
ten laste van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
-
onderzoeksinfrastructuur: onderzoeksinfrastructuur als bedoeld in paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder gg, van
de O&O&I-kaderregeling;
-
onderzoeksprogramma: programma dat bestaat uit een samenstel van activiteiten gericht op het realiseren
van een of meer onderzoeks-, ontwikkelings-, of innovatiedoelstellingen;
-
O&O&I-kaderregeling: Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2022/C
414/01 (PbEU 2022, C 414);
-
programmasubsidie: geldmiddelen die de minister ter beschikking stelt voor de uitvoering van:
-
rentecap: derivaat tussen twee partijen inzake een financiering, waarbij de koper tegen betaling
van een geldsom gedurende een bij dat derivaat overeengekomen periode de garantie
van een maximaal te betalen rentetarief verkrijgt;
-
renteswap: derivaat tussen twee partijen om gedurende een bij dat derivaat overeengekomen vastgestelde
periode kasstromen in de vorm van rentebetalingen uit te wisselen;
-
valutaoptie: derivaat tussen twee partijen waarbij sprake is van een eenzijdige verplichting van
de ene contractpartij en daartegenover een eenzijdig recht van de andere contractpartij
waarbij de laatstgenoemde tegen een vastgestelde valutakoers een valutatransactie
mag afsluiten;
-
valutatermijncontract: derivaat tussen twee partijen, waarbij zij een wederzijdse verplichting aangaan om
op enig tijdstip in de toekomst een vooraf bepaald bedrag in een valuta te ruilen
tegen een vooraf bepaald bedrag in een andere valuta;
-
Verordening 1060/2009:
Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus
(PbEU 2009, L 302);
-
Verordening 651/2014: Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde
categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne
markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);
-
visserijvrijstellingsverordening:
Verordening (EU) 2022/2473 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen
die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten,
op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327);
-
wettelijke onderzoekstaak: niet economische dienst van algemeen belang in de vorm van onderzoek, advisering
of inzet van onderzoeksfaciliteiten, onlosmakelijk verbonden met de uitoefening van
taken, met inbegrip van de uitoefening van openbaar gezag, door de minister of andere
ministers die het aangaat of instellingen of organen van de Europese Unie, opgenomen
in bijlage 1 en ingericht en gefinancierd overeenkomstig de aanwijzingen en vergoedingen die door
de minister worden vastgesteld overeenkomstig deze regeling.