Besluit van den 31sten Mei 1929, tot regeling van de overbrenging naar de Rijksarchief-bewaarplaatsen
van de kerkelijke doop-, trouw- en begraafboeken, enz. dagteekenend van vóór de invoering
van den burgerlijken stand en van de gedeelten der zoogenaamde gaardersarchieven,
die aanteekeningen omtrent geboorten, trouwen, sterven en begraven bevatten, welke
thans in de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen berusten
WIJ WILHELMINA, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU,
ENZ., ENZ., ENZ.
Op de gemeenschappelijke voordracht van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
en van Onzen Minister van Justitie van 18 Maart 1929, n°. 1298/4, afdeeling Kunsten
en Wetenschappen, en van 22 Maart 1929, lste Afdeeling C, no. 914;
Overwegende, dat het wenschelijk is, de kerkelijke doop-, trouw- en begraafboeken
en de schepentrouwboeken, dagteekenend van vóór de invoering van den burgerlijken
stand, en de gedeelten der zoogenaamde gaardersarchieven, die aanteekeningen omtrent
geboorten, trouwen, sterven en begraven bevatten, welke thans in de gemeentelijke
archiefbewaarplaatsen berusten, naar de Algemeene Rijksarchiefbewaarplaats te 's-Gravenhage
en naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen in de provinciën over te brengen;
Gelet op artikel 19, tweede lid, van de Archiefwet 1918 (Staatsblad n°. 378), gelijk
zij gewijzigd is bij de wet van 14 Mei 1928 (Staatsblad n°. 177);
Den Raad van State gehoord (advies van 7 Mei 1929, n°. 33):
Gelet op het nader gemeenschappelijk rapport van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen van 17 Mei 1929, n°. 2385, afdeeling Kunsten en Wetenschappen, en
van Onzen Minister van Justitie van 27 Mei 1929, lste Afdeeling C, n°. 898;
Hebben goedgevonden en verstaan:
met intrekking van Ons besluit van 20 Juni 1919 (Staatsblad n°. 389), te bepalen als
volgt: