Rijkswet van 20 december 2017, houdende bepalingen ter implementatie van Richtlijn
(EU) 2015/637 van de Raad van de Europese Unie betreffende de coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen
ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van niet-vertegenwoordigde burgers
van de Unie in derde landen en tot intrekking van besluit 95/553/EG (Rijkswet consulaire
bescherming EU-burgers)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om uitvoering te geven
aan Richtlijn (EU) 2015/637 van de Raad van de Europese Unie betreffende de coördinatie-
en samenwerkingsmaatregelen ter vergemakkelijking van de consulaire bescherming van
niet-vertegenwoordigde burgers van de Unie in derde landen en tot intrekking van besluit
95/553/EG (Pb L 106);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen
zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: