Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Aan de Organisatie wordt een uitsluitend recht verleend voor het in opdracht van de
Minister uitvoeren van het operationeel beheer van de basisregistratie ondergrond.
Hoofdstuk 2. Inrichting van de basisregistratie ondergrond
De basisregistratie ondergrond wordt vormgegeven aan de hand van een systeembeschrijving,
die wordt gevormd door de Globale Architectuurschets Basisregistratie Ondergrond,
en de Programma Start Architectuur Basisregistratie Ondergrond, beide opgenomen in
bijlage I bij deze regeling.
Bij de administratieve inrichting van de basisregistratie ondergrond, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet, worden de processen ter uitvoering van de verplichtingen die bij of krachtens de
wet op de Organisatie rusten op een zorgvuldige, transparante, consistente en gebruiksvriendelijke
wijze vormgegeven, uitgevoerd en gemonitord.
Bij de technische inrichting van de basisregistratie ondergrond, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet, wordt:
-
a. voor het houden van de basisregistratie ondergrond een uitwijkconfiguratie beschikbaar
gesteld, en
-
b. van de in de basisregistratie ondergrond opgenomen gegevens en modellen iedere werkdag
een back-up gemaakt.
Met betrekking tot beveiliging van de basisregistratie ondergrond, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet, treft de Organisatie technische en organisatorische maatregelen om gegevens en modellen,
in het bijzonder persoonsgegevens, te beveiligen tegen inbreuk, verlies en onrechtmatige
verwerking.
Hoofdstuk 3. Controle van de basisregistratie ondergrond
De controle van het operationeel beheer, bedoeld in artikel 6 van de wet, wordt uitgevoerd met volledige medewerking van de Organisatie en bestaat uit een
primaire controle en, als bij de primaire controle tekortkomingen zijn geconstateerd
die zijn opgenomen in het oordeel van de controlerende partij, een hercontrole.
-
1 Als bij de primaire controle tekortkomingen zijn geconstateerd die zijn opgenomen
in het oordeel van de controlerende partij, stelt de Organisatie binnen één maand
na de vaststelling van het primair controlerapport een verbeterrapport op, waarin
de maatregelen worden beschreven die getroffen zijn ter verbetering van de geconstateerde
tekortkomingen.
Hoofdstuk 4. Het bronhouderportaal
Artikel 10
[Vervallen per 01-01-2023]
Hoofdstuk 4a. Controle door de bronhouder
Hoofdstuk 5. Standaarden voor de registratie ondergrond
De catalogus bestaat uit de onderdelen:
-
a. geotechnisch sondeeronderzoek, opgenomen in bijlage II bij deze regeling;
-
b. booronderzoek – bodemkundige boormonsterbeschrijving en boormonsteranalyse, opgenomen
in bijlage III bij deze regeling;
-
c. booronderzoek – geologische boormonsterbeschrijving en boormonsteranalyse, opgenomen
in bijlage IV bij deze regeling;
-
d. booronderzoek – geotechnische boormonsterbeschrijving en boormonsteranalyse, opgenomen
in bijlage V bij deze regeling;
-
e. wandonderzoek – bodemkundige wandbeschrijving en wandmonsteranalyse, opgenomen in
bijlage VI bij deze regeling;
-
f. grondwatermonitoringput, opgenomen in bijlage VII bij deze regeling;
-
g. grondwatermonitoringnet, opgenomen in bijlage VIII bij deze regeling;
-
h. grondwatersamenstellingsonderzoek, opgenomen in bijlage IX bij deze regeling;
-
i. grondwaterstandsonderzoek, opgenomen in bijlage X bij deze regeling;
-
j. bodemkaart, opgenomen in bijlage XI bij deze regeling;
-
k. geomorfologische kaart, opgenomen in bijlage XII bij deze regeling;
-
l. hydrogeologisch model, opgenomen in bijlage XIII bij deze regeling;
-
m. GeoTop, opgenomen in bijlage XIV bij deze regeling;
-
n. digitaal geologisch model, opgenomen in bijlage XV bij deze regeling;
-
o. formatieweerstandonderzoek, opgenomen in bijlage XVI bij deze regeling;
-
p. model grondwaterspiegeldiepte, opgenomen in bijlage XVII bij deze regeling;
-
q. grondwatergebruikssysteem, opgenomen in bijlage XVIII bij deze regeling;
-
r. grondwaterproductiesysteem, opgenomen in bijlage XIX bij deze regeling;
-
s. mijnbouwconstructie, opgenomen in bijlage XX bij deze regeling; en
-
t. mijnbouwwetvergunning, opgenomen in bijlage XXI bij deze regeling.
Hoofdstuk 5a. Het maken, actualiseren en controleren van modellen
-
1 De Minister die het aangaat legt uiterlijk twee jaar voorafgaand aan de levering of
actualisering van een model als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de wet aan de Minister ter goedkeuring de beschrijving van de te hanteren software, het
algoritme, de parametrisatie en de werkprocessen van het model voor.
-
2 De Minister die het aangaat legt uiterlijk twee maanden voorafgaand aan de levering
of actualisering van een model als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de wet aan de Minister ter goedkeuring een standaard toetsprotocol voor interne kwaliteitstoetsing
van het model voor.
-
3 Na de oplevering van een nieuw of geactualiseerd authentiek model voert de maker ervan
een interne kwaliteitstoets uit op basis van een standaard toetsprotocol als bedoeld
in artikel 11a, tweede lid. Het toetsrapport wordt aan de Minister gezonden ter goedkeuring. Na goedkeuring
van het rapport wordt het model ingeschreven als bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de wet.
Hoofdstuk 6. Inzage in en verstrekking van gegevens
-
1 De verlening van inzage in de registratie ondergrond, het register brondocumenten
en het register inzake meldingen modellen als bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet, vindt plaats via een website, een webservice en de generieke digitale infrastructuur
van de overheid.
-
3 De verlening van inzage via de generieke digitale infrastructuur, bedoeld in het eerste
lid, vindt tevens plaats met inachtneming van door de Europese Commissie vastgestelde
uitvoeringshandelingen op grond van richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 maart 2007 tot
oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire)
(PbEU, L 108) inzake dataspecificaties.
-
1 Voor het op verzoek verstrekken van gegevens of authentieke modellen anders dan door
middel van internet of anders dan op digitale of geautomatiseerde wijze is op grond
van artikel 25, tweede lid, van de wet, per kwartier of een gedeelte van een kwartier dat een medewerker van de Organisatie
daaraan heeft besteed, verschuldigd:
-
a. als het een administratief medewerker betreft: € 19,50;
-
b. als het een technisch medewerker betreft: € 24,–;
-
c. als het een senior technisch medewerker betreft: € 26,–;
-
d. als het een projectleider of technisch specialist betreft: € 28,50;
-
e. als het een assistent projectmanager betreft: € 31,50;
-
f. als het een projectmanager betreft: € 34,–.
Hoofdstuk 7. Slotbepalingen
Voor zover in de bijlagen I tot en met XV bij deze regeling ten aanzien van producten technische voorschriften zijn gesteld
als bedoeld in de richtlijn (EU) nr. 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad
van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische
voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU
2015, L 241), worden met die producten gelijkgesteld producten die rechtmatig zijn
vervaardigd of in de handel zijn gebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie
dan wel rechtmatig zijn vervaardigd of in de handel zijn gebracht in een staat, niet
zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend
of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, en die voldoen aan eisen die
een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met
die technische voorschriften wordt nagestreefd.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling basisregistratie ondergrond.