Besluit diergezondheidsheffing

[Regeling vervallen per 01-01-2022.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Besluit van 25 november 2017, houdende regels met betrekking tot de diergezondheidsheffing (Besluit diergezondheidsheffing)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 29 september 2017, nr. WJZ 17147938;

Gelet op de artikelen 91c, derde lid, 91d, derde lid, 91f, derde lid, 91k, derde lid, en 91m, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 oktober 2017 nr. W15.17.0328/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 november 2017, nr. WJZ 17168572;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • A-, B-, C-, D-, E- of F-bedrijf: bedrijf dat op grond van een krachtens artikel 17 van de wet vastgestelde ministeriële regeling ter beperking van het risico op een uitbraak van een besmettelijke varkensziekte door Onze Minister respectievelijk als A-, B-, C-, D-, E- of F-bedrijf is aangewezen of aangemerkt;

  • beer: geslachtsrijp varken van het mannelijk geslacht; bestemd voor de fokkerij;

  • big: varken vanaf de geboorte tot aan het spenen;

  • diergezondheidsheffing: heffing als bedoeld in artikel 91b van de wet;

  • eendagskuiken: kuiken dat nog geen 72 uur oud is;

  • gebruikspluimvee: pluimvee dat bestemd is voor de productie van consumptie-eieren of direct bestemd is voor de productie van vlees;

  • gelt: geslachtsrijp varken van het vrouwelijk geslacht dat nog niet heeft geworpen, bestemd voor de fokkerij;

  • grootmoederdier: vrouwelijk dier dat 17 weken of ouder is en gehouden wordt voor de productie van broedeieren ter verkrijging van andere moederdieren;

  • legkip: kip die 17 weken of ouder is en gehouden wordt voor de productie van consumptie-eieren of vaccinbroedeieren;

  • legras: pluimveeras dat bestemd is voor de productie van eieren;

  • moederdier: kip die 17 weken of ouder is en gehouden wordt voor de productie van broedeieren ter verkrijging van gebruikspluimvee;

  • traaggroeiend ras: ras waarvan de dieren minder dan 50 gram per dag groeien;

  • verordening (EG) nr. 834/2007: Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PbEU 2007, L 189);

  • verordening (EG) nr. 589/2008: Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren (PbEU 2008, L 163);

  • vleeskalkoen: kalkoen van 72 uur of ouder die direct bestemd is voor de productie van vlees;

  • vleeskuiken: kip van 72 uur of ouder die direct bestemd is voor de productie van vlees;

  • vleesras: pluimveeras dat bestemd is voor de productie van vlees;

  • vleesvarken: gespeend varken dat wordt gehouden voor de productie van vlees;

  • wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • zeug: varken van het vrouwelijk geslacht na de worp van haar eerste biggen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

De aan te wijzen diersoorten en het voor die diersoorten te bepalen aantal, bedoeld in:

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Het aantal in een kalenderjaar gehouden varkens wordt bepaald op basis van het aantal dieren dat in het kalenderjaar uit de stal is afgevoerd.

  • 2 Het aantal in een kalenderjaar gehouden runderen, jonger dan een jaar, wordt bepaald op basis van het aantal dieren dat in het kalenderjaar uit de stal is afgevoerd om te worden geëxporteerd of om te worden vervoerd naar een slachthuis.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

De omvang van de in artikel 91k, eerste lid, onderdeel b, van de wet bedoelde reserve bedraagt voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2019 20% van de in artikel 91n van de wet genoemde bedragen.

§ 2. Tarieven diergezondheidsheffing

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van eendagskuikens die behoren tot een vleesras bedraagt:

    • a. € 1,060996 per eendagskuiken dat bestemd is om te worden opgefokt tot grootmoederdier;

    • b. € 0,089361 per eendagskuiken dat bestemd is om te worden opgefokt tot moederdier.

  • 2 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van kippen die behoren tot een vleesras bedraagt:

    • a. € 0,172464 per moederdier;

    • b. € 1,023720 per grootmoederdier.

  • 3 De hoogte van de heffing ter zake van het houden van vleeskuikens bedraagt:

    • a. € 0,008595 per vleeskuiken van een traaggroeiend ras;

    • b. € 0,005157 per vleeskuiken van andere rassen dan bedoeld in onderdeel a.

  • 4 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van de inleg van broedeieren, afkomstig van kippen die behoren tot een vleesras, bedraagt:

    • a. € 0,002039 per broedei voor fok- en vermeerderingspluimvee;

    • b. € 0,001594 per broedei voor gebruikspluimvee.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van eendagskuikens die behoren tot een legras bedraagt:

    • a. € 0,5194 per eendagskuiken dat bestemd is om te worden opgefokt tot grootmoederdier;

    • b. € 0,05917 per eendagskuiken dat bestemd is om te worden opgefokt tot moederdier;

    • c. € 0,016463 per eendagskuiken dat bestemd is om te worden opgefokt tot legkip.

  • 2 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van kippen die behoren tot een legras bedraagt:

    • a. € 1,161781 per grootmoederdier;

    • b. € 0,213226 per moederdier.

  • 3 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van legkippen bedraagt:

    • a. € 0,451179 per legkip die wordt gehouden voor de productie van biologische eieren als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van verordening(EG) nr. 834/2007;

    • b. € 0,339641 per legkip die wordt gehouden voor de productie van eieren van hennen met vrije uitloop als bedoeld in bijlage II, onderdeel 1, van verordening (EG) nr. 589/2008;

    • c. € 0,257878 per legkip die wordt gehouden voor de productie van scharreleieren als bedoeld in bijlage II, onderdeel 2, van verordening (EG) nr. 589/2008;

    • d. € 0,214681 per legkip die wordt gehouden voor de productie van kooi-eieren als bedoeld in bijlage II, onderdeel 3, van verordening (EG) nr. 589/2008.

  • 4 Het tarief voor de diergezondheidsheffing voor de inleg van broedeieren, afkomstig van kippen die behoren tot een legras, bedraagt:

    • a. € 0,005015 per broedei voor fok- en vermeerderingspluimvee;

    • b. € 0,000534 per broedei voor gebruikspluimvee;

    • c. € 0,000338 per vaccinbroedei.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van vleeskalkoenen bedraagt:

    • a. € 0,049871 per vrouwelijke vleeskalkoen;

    • b. € 0,079794 per mannelijke vleeskalkoen.

  • 2 Het tarief voor de diergezondheidsheffing voor de inleg van broedeieren, afkomstig van kalkoenen, bedraagt € 0,001213 per broedei.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van eenden bedraagt € 0,003509 per eend.

  • 2 Het tarief voor de diergezondheidsheffing voor de inleg van broedeieren, afkomstig van eenden, bedraagt € 0,002643 per broedei.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van schapen of geiten bedraagt € 1,2275 per schaap of geit.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van varkens op een A-bedrijf bedraagt:

    • a. € 0,340 per vleesvarken dat is afgevoerd naar een slachthuis of naar een bestemming buiten Nederland, al dan niet via een verzamelcentrum;

    • b. € 0,170 per zeug, beer, gelt of big die is afgevoerd naar een A-, B-, C- of D-bedrijf, naar een slachthuis of naar een bestemming buiten Nederland, al dan niet via een verzamelcentrum;

    • c. € 0,120 per big die is afgevoerd naar een E-bedrijf.

  • 2 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van varkens op een B-bedrijf bedraagt:

    • a. € 0,340 per vleesvarken dat is afgevoerd naar een slachthuis of naar een bestemming buiten Nederland, al dan niet via een verzamelcentrum;

    • b. € 0,170 per zeug, beer of gelt die is afgevoerd naar een slachthuis of naar een bestemming buiten Nederland, al dan niet via een verzamelcentrum;

    • c. € 0,170 per big die is afgevoerd naar een D-bedrijf, naar een slachthuis of naar een bestemming buiten Nederland, al dan niet via een verzamelcentrum;

    • d. € 0,120 per big die is afgevoerd naar een F-bedrijf.

  • 3 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van varkens op een C-bedrijf bedraagt € 0,170 per varken dat is afgevoerd naar A-, B-, of D-bedrijf, naar een slachthuis of naar een bestemming buiten Nederland, al dan niet via een verzamelcentrum.

  • 4 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van varkens op een D-bedrijf bedraagt € 0,170 per vleesvarken dat is afgevoerd naar een slachthuis of naar een bestemming buiten Nederland, al dan niet via een verzamelcentrum.

  • 5 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van varkens op een E-bedrijf bedraagt € 0,050 per varken.

  • 6 Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van varkens op een F-bedrijf bedraagt € 0,050 per varken.

  • 7 Op geslachtsrijpe varkens die eerder bestemd waren voor de fokkerij en van een A-bedrijf of een B-bedrijf zijn afgevoerd naar een slachthuis, al dan niet via een verzamelcentrum, is uitsluitend het eerste lid, onderdeel b, dan wel het tweede lid, onderdeel b, van toepassing.

§ 3. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018, met uitzondering van artikel 9, dat in werking treedt met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit diergezondheidsheffing.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 25 november 2017

Willem-Alexander

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.J. Schouten

Uitgegeven de zevende december 2017

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven