Hulpmiddelen vmbo 2019
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
3. Toelichting bij de tabel
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
3.1. woordenboek Nederlands
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens; dus
NIET: bij cspe’s (ook niet bij de minitoetsen) en bij het cpe beeldend GL/TL
WEL: bij cse's beroepsgericht in de gemengde leerweg en bij het cse beeldend GL/TL
In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van
een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (bijvoorbeeld naar de thuistaal
van de kandidaat).
Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.
Waar de spelling van het Nederlands wordt beoordeeld, zijn alleen schrijfwijzen volgens
de huidige officiële spellingsregels toegestaan.
Het woordenboek kan een natuurlijk en vanzelfsprekend hulpmiddel zijn dat de kandidaat
zekerheid verschaft bij een enkel woord; het kan ook leiden tot bijvoorbeeld tijdnood
als een kandidaat zekerheidshalve te veel woorden opzoekt. Bij vakspecifieke termen
kan het woordenboek ook aanleiding geven tot verwarring. Een voorbeeld: eentonigheid
heeft in het vak muziek een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een
woordenboek. In situaties zoals het voorbeeld bij het vak muziek is de vakinhoudelijke
omschrijving de geldige; voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving worden geen
punten toegekend, ook niet als de kandidaat deze omschrijving letterlijk aan het woordenboek
heeft ontleend.
3.2. woordenboek bij de moderne vreemde talen en Fries
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
In voorgaande jaren is gebleken dat scholen vragen hebben over wat ten aanzien van
woordenboekgebruik mogelijk en toegestaan is.
Bij de moderne vreemde talen is een woordenboek doeltaal – thuistaal en thuistaal
– doeltaal*) toegestaan.
Bij centrale examens met schrijfvaardigheid kan een woordenboek thuistaal – doeltaal
de kandidaat behulpzaam zijn.
Bij centrale examens zonder schrijfvaardigheid is een woordenboek thuistaal – doeltaal
niet zinvol, maar ook niet verboden.
Een woordenboek doeltaal – thuistaal en thuistaal – doeltaal in één band is dus toegestaan.
Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.
Voor Fries geldt ten aanzien van het woordenboekgebruik hetzelfde.
Bij het vak Engels mag het bevoegd gezag toestemming geven om een woordenboek Engels-Engels
te gebruiken naast een tweetalig woordenboek.
*) Voor de meeste leerlingen is Nederlands de thuistaal. Bij de centraal examens Frans
is dus een woordenboek Frans – Nederlands en Nederlands – Frans toegestaan. Een kandidaat
die Pools als thuistaal heeft, mag in plaats van Frans – Nederlands kiezen voor een
woordenboek Frans – Pools. 'Thuistaal' hoeft in dit verband niet letterlijk genomen
te worden. Voorbeeld: Als Berbers de thuistaal is en een woordenboek doeltaal – Berbers
is niet voorhanden, mag ook gekozen worden voor doeltaal – Arabisch.
3.3. voorbeeld briefsjabloon Nederlands
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Bij de centrale examens Nederlands GL/TL en in de papieren centrale examens Nederlands
BB en KB komt een schrijfopdracht voor. Soms in de vorm van een brief die de kandidaat
moet schrijven. De kandidaat mag bij deze examens een computer met tekstverwerker
gebruiken, maar niet alle scholen bieden deze mogelijkheid. De kandidaten die het
examen in een tekstverwerker maken hebben daarbij de toegang tot zogeheten briefsjablonen.
Daarom wordt alle kandidaten de mogelijkheid geboden om een door het CvTE verstrekt
voorbeeld van een sjabloon te gebruiken. Dit briefsjabloon is te downloaden via een
link in de septembermededelingen.
3.4. rekenmachine
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Bij wiskunde KB en GL/TL, nask 1 KB en GL/TL, nask 2 GL/TL en bij de cspe’s GL voor
bouw-breed, bouwtechniek-metselen, bouwtechniek-timmeren, bouwtechniek-schilderen
en bouwtechniek- fijnhoutbewerking moet de rekenmachine naast de grondbewerkingen
tevens beschikken over toetsen voor pi, x tot de ye macht, x kwadraat, 1/x en sin/cos/tan in graden (en hun inversen).
Bij wiskunde BB moet de rekenmachine naast de grondbewerkingen beschikken over toetsen
voor x kwadraat en (tweedemachts) worteltrekken.
Bij alle overige vakken zijn de grondbewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen
en delen voldoende. Meer mogelijkheden mag, maar:
de rekenmachine mag niet één of meer van de volgende eigenschappen hebben: lichtnetaansluiting
tijdens het examen, opladen tijdens het examen, schrijfrol, alarm of ander geluid,
alfanumeriek (letters op scherm)*, grafieken weergeven, zend- of ontvanginstallatie.
Meerregeligheid van het scherm wordt in de criteria niet genoemd. Dit houdt in dat
een meerregelige machine niet is verboden als hij aan de overige criteria voldoet.
Wel is het zo dat de meerregelige machines mogelijkheden hebben die bij de eenregelige
ontbreken, zoals het maken van tabellen. Bij de huidige centrale examens is niet gebleken
is dat die extra mogelijkheden de kandidaat voordeel bieden.
Ook bij de digitale centrale examens is de rekenmachine een toegestaan hulpmiddel.
* Bedoeld is dat er geen teksten kunnen worden ingevoerd of uitgelezen, zoals bijvoorbeeld
met de mobiele telefoon wel kan. De letters ‘sin’ als afkorting van sinus worden in
dit verband dus niet als alfanumeriek beschouwd.
3.5 informatieboek bij nask 1 en nask 2
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Bij het centraal examen nask 1 in alle leerwegen en nask 2 in de gemengde en theoretische
leerweg heeft de kandidaat op het centraal examen informatiemateriaal nodig. Goedgekeurd
zijn: Voor BB: Binas vmbo-basis, informatieboek nask 1 (2e editie, ISBN 978-90-01-80067-3)
Voor KB en GL/TL: BINAS vmbo-kgt, informatieboek voor nask 1 en nask 2 (2e editie,
ISBN
978.90.01.80069.7).
Voor deze edities van Binas zijn errata uitgegeven. Zie voor deze errata de site www.noordhoffuitgevers.nl
(zoekterm errata Binas). Het is toegestaan deze fouten in Binas te verbeteren.
4. Aanvullende opmerkingen:
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
4.1. formules wiskunde
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Bij de exameneenheid Meetkunde van het centraal examen wiskunde in BB, KB en GL/TL
moet de kandidaat enkele oppervlakte- en inhoudsformules kunnen toepassen, de kandidaat
hoeft deze formules echter niet te kennen (zie de syllabus). Bij de examens BB worden
de formules vermeld in het examen bij de opgave(n) waarvoor en indien zij relevant
zijn. De kandidaat moet eenvoudige meetkundige berekeningen (zoals de oppervlakte
in een rechthoekige driehoek) ook kunnen uitvoeren zonder de bijgeleverde formule.
Bij de examens KB en GL/TL worden alle formules opgesomd in één tabel in het examen.
4.2. computer
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Bij alle schriftelijke examens is de computer toegestaan als schrijfgerei. De school
kan dat toestaan voor alle kandidaten. De school kan het ook toestaan voor speciale
groepen kandidaten, bijvoorbeeld de dyslectische kandidaten. De spellingcontrole mag
zonder meer worden gebruikt bij centrale examens waarbij de spelling niet wordt beoordeeld.
Als de computer als schrijfgerei wordt ingezet bij de centrale examens Nederlands
vmbo GL/TL en de papieren centrale examens Nederlands vmbo BB en KB dient de spellingcontrole
bij niet-dyslectische kandidaten uitgeschakeld te zijn. Aan kandidaten met een deskundigenverklaring
omtrent dyslexie volgens artikel 55 van het Eindexamenbesluit VO, mag het gebruik van spellingcontrole wel worden toegestaan.
Als de computer als schrijfgerei wordt gebruikt, is het van belang dat kandidaten
geen toegang hebben tot verboden hulpmiddelen (zoals een digitale atlas of een digitaal
woordenboek), en moet ook o.m. de opslag (bijvoorbeeld uitprinten) worden geregeld.
Bovenstaande regels gelden ook (bij de centrale examens waarbij spelling wordt beoordeeld)
indien een kandidaat van de tekstverwerker gebruik maakt vanwege zijn beperking. Ook
dan dient de spellingcontrole te worden uitgeschakeld. Dit geldt voor kandidaten met
een visuele of fysieke beperking. Aan kandidaten met een dyslexieverklaring mag het
gebruik van spellingcontrole wel worden toegestaan. De correctoren moeten de aftrekregels
voor spellingfouten ook toepassen bij leerlingen die met spellingcontrole hebben gewerkt.
Bij elke inzet van de computer geldt tevens onverkort de lijst van toegestane hulpmiddelen.
Met andere woorden: ook naast een computerexamen of voor een kandidaat die schrijft
op de computer, is o.m. een (papieren) woordenboek toegestaan.
Op http://www.examenblad.nl/veel-gevraagd/wanneer-is-de-computer-tijdens-een staan
aanwijzingen voor scholen die de computer als schrijfgerei willen inzetten.
4.3. noodzakelijk of toegestaan?
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
De lijst geeft een opsomming van de toegestane hulpmiddelen. Een kandidaat die bij
een vak een voor dat vak toegestaan hulpmiddel gebruikt, is niet in overtreding. Een
kandidaat die zonder het hulpmiddel aan het examen wenst deel te nemen, mag echter
niet op grond van het ontbreken van het hulpmiddel de toegang worden ontzegd.
De mate waarin een toegestaan hulpmiddel ook noodzakelijk is, varieert tussen vakken,
hulpmiddelen en kandidaten. Een feitelijk noodzakelijk hulpmiddel is de Binas bij
nask 1 en nask 2: het lijkt niet aannemelijk dat een kandidaat alle informatie heeft
gememoriseerd. Bij het verklarend woordenboek Nederlands is de behoefte en noodzaak
kandidaat-afhankelijk: de een kent meer woorden dan de ander, de een heeft ook meer
behoefte aan de zekerheid van het woordenboek dan de ander. Bij examens moderne vreemde
talen zonder schrijfvaardigheid is een woordenboek naar de vreemde taal eigenlijk
overbodig – het is slechts toegestaan om de regelgeving eenvoudig te houden (bij examens
met schrijfvaardigheid is het immers weer wel zinvol), en ter voorkoming van veronderstelde
rechtsongelijkheid ten opzichte van kandidaten die beschikken over beide delen in
één band.
Door scholen wordt soms gevraagd of de school de hulpmiddelen ter beschikking moet
stellen, of dat aan de kandidaat kan worden gevraagd ze mee te nemen. Dat is ter keuze
aan de school.
Overige zaken
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Naast het basispakket hulpmiddelen kan de kandidaat enkele hulpmiddelen meenemen die
niet genoemd zijn, die op geen enkele wijze een relatie hebben met de exameneisen
maar die wel functioneel (kunnen) zijn, zoals een puntenslijper, een markeerstift
of een leesliniaal (loep). Op grond van de actualiteit van de afgelopen jaren zouden
leerlingen bijvoorbeeld een nietapparaat mee kunnen nemen. Hulpmiddelen die een relatie
kunnen hebben met exameneisen, zijn niet toegestaan. Daaronder vallen onder andere
tekensjablonen en spellingkaarten. Hulpmiddelen die geen relatie tot de exameneisen
hebben maar geen enkele examenfunctie dienen, dienen te worden geweerd; niet omdat
daardoor de exameneisen worden aangetast, maar omdat de ontstane onoverzichtelijkheid
kan leiden tot een indirecte aantasting van exameneisen. Bij twijfel of een specifiek
hulpmiddel een relatie tot de exameneisen heeft, wendt de school zich tot het CvTE.