-
• Zo spoedig mogelijk na ontvangst door het laboratorium worden de twee buisjes bloed
bevroren bewaard of, als dat niet mogelijk is, in de koelkast. Het bloedblok wordt liggend op het grootste oppervlak in de vriezer geplaatst om
de kans op breuk van de bloedbuizen te minimaliseren.
-
• In geval van een tegenonderzoek op alcohol wordt het buisje bloed gekoeld getransporteerd.
In geval van een tegenonderzoek op andere stoffen, al dan niet in combinatie met tegenonderzoek
op alcohol, wordt het buisje bloed op droogijs of in een vriezer van ongeveer -20°C
getransporteerd.
-
• Het gehalte van alcohol of een of meer van de meetbare stoffen van de in artikel 3 van het Besluit genoemde stoffen wordt minimaal in tweevoud (duplo) bepaald.
-
• Het valideren van de methode gebeurt volgens de laatste versie van de Guideline on bioanalytical method validation (European Medicines Agency) of een vergelijkbare richtlijn.
-
• Het laboratorium controleert ten minste vier keer per jaar de juistheid van de methode,
bij voorkeur door deelname aan ringonderzoeken of door het analyseren van een geschikt
(gecertificeerd) controlemonster waarvan minimaal 75% met voldoende resultaat. Bij
deelname aan een ringonderzoek betekent een voldoende resultaat een absolute waarde
van de z-score lager dan 2,0. Bij analyse van een (gecertificeerd) controlemonster
betekent een voldoende resultaat dat het resultaat binnen de door de bereider/leverancier
aangegeven acceptatiegrenzen valt.
-
• Ter bevestiging van het gebruik van cannabis en ter verificatie van het resultaat
van het onderzoek naar het gehalte van THC, wordt ook de aanwezigheid van THC-COOH
bepaald. THC wordt alleen gerapporteerd als THC-COOH aanwezig is. De aanwezigheid
van THC-COOH wordt niet in de eindrapportage opgenomen.
-
• Ter bevestiging van het gebruik van cocaïne en ter verificatie van het resultaat van
het onderzoek naar het gehalte van cocaïne, wordt ook de aanwezigheid van benzoylecgonine
bepaald. Cocaïne wordt alleen gerapporteerd als benzoylecgonine aanwezig is. De aanwezigheid
van benzoylecgonine wordt niet in de eindrapportage opgenomen.
-
• Van THC-COOH en benzoylecgonine wordt minimaal de ‘limit of identification’ (LOI)
vastgesteld bij validatie. Deze dient voor beide stoffen l 5 microgram per liter te
zijn.
-
• De LOI is gedefinieerd als 2x de ‘limit of detection’ en mag niet boven de ondergrens van de kwantitatieve bepaling (‘lower limit of quantification’,
LLOQ) liggen.
-
• De ‘uitgebreide meetonzekerheid’ voor een of meer van de meetbare stoffen van de in
artikel 3 van het Besluit genoemde stoffen, is maximaal 30% en wordt berekend uit de afwijking van de juiste
waarde (‘bias’), de spreiding in de juistheidsmetingen en de reproduceerbaarheid binnen
het laboratorium (‘intermediate precision’).
-
• De ‘uitgebreide meetonzekerheid’ voor alcohol is maximaal 6% en wordt berekend uit
de afwijking van de juiste waarde (‘bias’), de spreiding in de juistheidsmetingen
en de reproduceerbaarheid binnen het laboratorium (‘intermediate precision’).
-
• De LLOQ is gedefinieerd als de laagste concentratie van de component in het analysemonster,
waarvan de meetwaarde nog met een bepaalde juistheid en precisie, conform de vigerende
richtlijnen, kan worden vastgesteld.
-
• De LLOQ is ten hoogste 12 microgram per liter voor amfetamine, methamfetamine, MDMA,
MDEA, MDA. De LLOQ is ten hoogste de grenswaarde indien in combinatie gebruikt voor
THC, cocaïne, morfine, GHB en ethanol.
-
• Voor amfetamine, methamfetamine, MDMA, MDEA en MDA is de grenswaarde van 50 microgram
per liter van toepassing op de som van de concentraties in geval van aanwezigheid
van uitsluitend deze stoffen. De concentraties amfetamine, methamfetamine, MDMA, MDEA
en MDA vanaf waar deze worden meegeteld is 12 microgram per literl.
-
• Het resultaat van de meting wordt bij een of meer van de meetbare stoffen van de in
artikel 3 van het Besluit genoemde stoffen uitgedrukt in microgram per liter; bij GHB in milligram per liter
en bij alcohol in milligram per milliliter.
-
• Resultaten en tussenberekeningen van het onderzoek worden niet afgerond. Het resultaat
van de metingen van het gehalte van alcohol of een of meer van de meetbare stoffen
van de in artikel 3 van het Besluit genoemde stoffen wordt gemiddeld. Op dat gemiddelde vindt een correctie-aftrek plaats
van 30% bij de meetbare stoffen van de in artikel 3 van het Besluit genoemde stoffen,
en van 6% bij alcohol.
-
• Het eindresultaat wordt afgerond op twee significante cijfers bij de meetbare stoffen
van de in artikel 3 van het Besluit genoemde stoffen. Bij alcohol wordt het eindresultaat gerapporteerd met 2 decimalen.
-
• De bloedgehaltes worden in tabelvorm in het rapport opgenomen zoals in het hierna
getoonde voorbeeld.
Het eindresultaat van de analyse bedraagt, na aftrek van de wettelijk voorgeschreven
correctie:
Aangewezen stof
|
Meetbare stof
|
Grenswaarde indien enkelvoudig gebruikt
|
Grenswaarde indien in combinatie gebruikt
|
Eindresultaat in bloed [Sporen Identificatie Nummer]
|
Rapportage eenheid
|
alcohol
|
ethanol#
|
0,50 of 0,20 @
|
0,20
|
|
milligram per milliliter
|
amfetamine
|
amfetamine
|
50*
|
25
|
|
microgram per liter
|
methamfetamine
|
methamfetamine
|
50*
|
25
|
|
microgram per liter
|
MDMA
|
MDMA
|
50*
|
25
|
|
microgram per liter
|
MDEA
|
MDEA
|
50*
|
25
|
|
microgram per liter
|
MDA
|
MDA
|
50*
|
25
|
|
microgram per liter
|
Groep amfetamine-achtigen
|
*
|
50*
|
|
microgram per liter
|
cannabis
|
THC
|
3,0
|
1,0
|
|
microgram per liter
|
cocaïne
|
cocaïne
|
50
|
10
|
|
microgram per liter
|
heroïne/morfine
|
morfine
|
20
|
10
|
|
microgram per liter
|
GHB, gamma butyrolacton of 1,4-butaandiol
|
GHB
|
10
|
5
|
|
milligram per liter
|
# Het resultaat van het ademonderzoek naar alcohol, indien door politie uitgevoerd,
is niet in deze tabel opgenomen. Volgens de ons bekende informatie is er [wel/geen]
ademonderzoek naar alcohol verricht. Het resultaat bedroeg [resultaat] microgram per
liter uitgeademde lucht volgens vermelding op het aanvraagformulier.
@ Wegenverkeerswet 1994, art 8, tweede en derde lid.
Toelichting bij combinaties met amfetamine-achtige stoffen:
-
a. Een combinatie van uitsluitend amfetamine, methamfetamine, MDMA, MDEA of MDA wordt
volgens het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer (Staatsblad 2016,529)
aangemerkt als enkelvoudig gebruik voor de som van amfetamine-achtige stoffen. Bij
deze stoffen kunnen de concentraties worden opgeteld, omdat de werking van deze stoffen
goed vergelijkbaar is. De grenswaarde bij combinatiegebruik van amfetamine-achtigen
geldt daarom voor de amfetamine-achtige stoffen afzonderlijk maar ook voor de som
van de afzonderlijke amfetamine-achtige stoffen.
-
b. Wanneer amfetamine, methamfetamine, MDMA, MDEA of MDA zijn aangetoond in combinatie
met andere stoffen dan amfetamine, methamfetamine, MDMA, MDEA of MDA, geldt de grenswaarde
bij gecombineerd gebruik (25 microgram per liter) voor de afzonderlijke stoffen.
-
• Het rapport bevat het eindresultaat van het onderzoek. Dit is het resultaat van het
onderzoek met aftrek van de wettelijk voorgeschreven correctie.
-
• Er wordt bij het rapporteren van het eindresultaat geen rekening gehouden met medicinaal
gebruik van de aangewezen stoffen, bedoeld in artikel 2 van het Besluit.