Beleidskader eerstelijnscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties 2018
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
De zorg binnen de eerstelijn kenmerkt zich door een generalistische zorgverlening
en laagdrempelige toegang. Deze zorg in de buurt is gericht op de mens in zijn omgeving
en heeft een ambulant karakter. Geïntegreerde eerstelijnszorg betreft multidisciplinaire
eerstelijnszorg, die door meerdere zorgaanbieders met verschillende disciplinaire
achtergronden in samenhang wordt geleverd.
De gebruikelijke manier waarop geïntegreerde eerstelijnszorg tot stand komt is dat
er, in een reeds bestaande woonwijk, verschillende zorgprofessionals gaan samenwerken.
Geïntegreerde eerstelijnscentra (hierna te noemen gezondheidscentra) worden in bestaande
wijken meestal opgestart voor een beoogde populatie vanaf circa 8.000 inschrijvingen.
Deze schaalgrootte is doorgaans voldoende om een breed geïntegreerd zorgaanbod te
organiseren.
Het opstarten van gezondheidscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties gaat gepaard
met specifieke aanloopproblemen. Zo zijn zorgverzekeraars terughoudend met het doen
van investeringen, omdat het onduidelijk is of er voldoende verzekerden in de wijk
komen wonen. Door uitgestelde oplevering van huizen loopt de instroom van bewoners
en dus ingeschreven patiënten dikwijls vertraging op. Daarnaast verstrekken banken
vaak onvoldoende krediet, of tegen hoge rentelasten, om de aanloopfase van het centrum
gefinancierd te krijgen. Er zijn dus diverse problemen voor het realiseren van geïntegreerde
eerstelijnszorg op grootschalige nieuwbouwlocaties. Door deze specifieke marktproblemen
kunnen gezondheidscentra daar niet van de grond komen.
Vanwege dit marktfalen en gelet op het publieke belang wordt in de periode tot en
met 2013 het ontwikkelen en aanbieden van geïntegreerde eerstelijnszorg tijdens de
realisatie van grootschalige nieuwbouwlocaties in voorheen onbebouwd gebied aangewezen
als dienst van algemeen economisch belang (DAEB) in de zin van de beschikking van
de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 november 2005 (2005/842/EG). Gezondheidscentra,
zijnde ondernemingen, zullen bij overeenkomst worden belast met de uitvoering van
deze dienst. Ter compensatie ontvangen zij gedurende de aanloopfase van het realiseren
van het gezondheidscentrum een instellingssubsidie op grond van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Deze compensatie houdt rekening met de werkelijke kosten en opbrengsten, opdat overcompensatie
wordt voorkomen. In dit tijdelijke beleidskader wordt het subsidiebeleid voor geïntegreerde
eerstelijnscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties uiteengezet.
Achtereenvolgens komen hierin aan de orde:
1. Nieuwbouwlocaties
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
Dit subsidiebeleid is gericht op grootschalige nieuwbouwlocaties in voorheen onbebouwd
gebied. Bekende grootschalige nieuwbouwlocaties werden ook wel VINEX-gebieden genoemd.
VINEX- gebieden zijn in 1993 door de toenmalige Minister van VROM aangewezen als uitbreidingsgebieden
voor steden. Het betreft de woningproductie tussen 1995 en 2005 in het kader van de
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra. De woningproductie na 2005 is per definitie
geen VINEX. Om beter aan te sluiten bij de gebieden waarin zich problemen voordoen
bij de opstart van grote eerstelijns samenwerkingsverbanden wordt hierna gesproken
over ‘grootschalige nieuwbouwlocaties in voorheen onbebouwd gebied’.
Criteria waaraan een grootschalige nieuwbouwlocatie moet voldoen zijn de volgende:
-
• Er is sprake van 'voorheen onbebouwd' gebied. Er mag dan geen sprake zijn van herontwikkeling
van huisvesting. Met voorheen onbebouwd gebied wordt in de regel bedoeld voormalig
landbouwgebied (inclusief eventuele kleinschalige woningbouw zoals boerderijen) en/of
voormalig industrieel complex en/of gebied wat door drooglegging vrijkomt.
-
• Het beoogd aantal inwoners van het nieuwe woongebied na realisatie van de betreffende
plannen ligt op minimaal 8.000. In de aanvraag dient een nadere omschrijving van het
gebied plaats te vinden waaronder de opgave van recente bouwplannen en postcodes van
het gebied. De nieuwbouwlocatie dient in de aanvraag van de subsidie gespecificeerd
te worden, onder meer door middel van een opgave van de postcodes.
2. Geïntegreerde eerstelijnscentra
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
Dit subsidiebeleid is voorts gericht op geïntegreerde eerstelijnscentra ofwel gezondheidscentra.
Gezondheidscentra kunnen in hoofdlijnen op twee verschillende manieren georganiseerd
zijn. In de meest eenvoudige vorm bestaat een gezondheidscentrum uit een enkele rechtspersoon
die het centrum exploiteert en het (medisch) personeel in dienst heeft voor het verlenen
van de eerstelijns gezondheidszorg. In dat geval komt de desbetreffende rechtspersoon
voor subsidie in aanmerking. De essentie van de andere wijze van organiseren van gezondheidscentra
is dat er een rechtspersoon is die het gezondheidscentrum exploiteert en dat andere
(rechts)personen in dat centrum de eerstelijns gezondheidszorg aanbieden. De zorgaanbieders
betalen voor het gebruik van het centrum. Ook in dit geval komt de rechtspersoon die
het gezondheidscentrum exploiteert voor subsidie in aanmerking.
De rechtspersoon, zijnde de onderneming, die een gezondheidscentrum exploiteert wordt
hier verder aangeduid als exploitant.
3. Subsidievoorwaarden
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
De exploitant van een gezondheidscentrum in een grootschalige nieuwbouwlocatie kan
worden belast met een dienst van algemeen economisch belang. Dit betekent dat de exploitant
de taak heeft om tijdens de realisatie van die nieuwbouwlocatie geïntegreerde eerstelijnszorg
te verlenen en verder te ontwikkelen. Hiervoor kan aan de exploitant op grond van
de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS jaarlijks een instellingssubsidie worden verstrekt.
Subsidie kan worden verkregen voor praktijkkosten zijnde onder andere kosten voor
personeel, huisvesting en automatisering voor zover deze kosten aanvaardbaar zijn
in vergelijking met de kosten van soortgelijke gezondheidscentra. Voorts is het toegestaan
een voorziening te treffen voor ziekte en arbeidsongeschiktheid tot maximaal 7,56%
van de loonsom. Uiteraard wordt slechts subsidie verstrekt voor kosten die niet door
anderen vergoed worden of kunnen worden. De subsidie bedraagt jaarlijks minimaal €
125.000 en maximaal € 300.000 per gezondheidscentrum. De subsidie wordt uitsluitend
verleend in de eerste vijf kalenderjaren na de start van het zorgaanbod in het gezondheidscentrum
en zolang er binnen die periode naar verwachting in het desbetreffende subsidiejaar
nog geen 8.000 inwoners zijn. Dit geldt ook als het gezondheidscentrum van exploitant
wisselt, bijvoorbeeld als gevolg van een fusie.
Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient aan de volgende criteria te worden
voldaan:
-
1. Het gezondheidscentrum staat open voor alle inwoners van de nieuwbouwlocatie en de
exploitant heeft aannemelijk gemaakt dat een te behalen patiëntenaantal van minimaal
8.000 patiënten realistisch is.
-
2. Er is een multidisciplinair zorgaanbod. Het zorgaanbod bestaat uit minimaal drie disciplines,
waarbij er in ieder geval sprake is van huisartsgeneeskundige zorg en ten minste twee
andere eerstelijns disciplines.
-
3. Er is sprake van een geïntegreerd zorgaanbod. Ten aanzien van de samenwerking is er
afstemming en coördinatie van samenhangende zorginterventies tussen de betrokken disciplines.
Daar waar de verschillende disciplines niet door personeel van de exploitant wordt
verzorgd, is er een samenwerkingsovereenkomst gebaseerd op een gezamenlijke visie
op geïntegreerde eerstelijnszorg waarin is vastgelegd op welke wijze samenwerking
plaatsvindt.
-
4. Er is een zorgaanbodplan.
-
5. De continuïteit van het gezondheidscentrum is gewaarborgd. Uiterlijk vijf jaar van
de start het gezondheidscentrum kan het zonder subsidie geëxploiteerd worden.
-
6. Indien de exploitant de zorg niet zelf aanbiedt, heeft de exploitant overeenkomsten
met zorgaanbieders gesloten waarin de continuïteit is gegarandeerd.
-
7. Er zijn schriftelijke afspraken rondom geïntegreerde eerstelijnszorg met de preferente
zorgverzekeraar. Uit deze afspraken blijkt de ondersteuning van het samenwerkingsverband
door de preferente zorgverzekeraar en dat er zicht is op een toekomstige contract
waarmee de continuïteit van het gezondheidscentrum is geborgd. Hierbij wordt met name
gedacht aan contractering op basis van de NZa-beleidsregel Geïntegreerde Eerstelijnszorgproducten
of beleidsregels die in het verlengde hiervan liggen.
Indien de realisatie van woningen in het grootschalige nieuwbouwgebied zodanige vertraging
oploopt dat het aantal inwoners onvoldoende is om het gezondheidscentrum na vijf jaar
zonder subsidie te exploiteren, kan de subsidieperiode met maximaal twee jaren verlengd
worden. In alle gevallen is de maximale subsidie over de gehele subsidieperiode €
1.500.000.
In de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS is de wijze van verstrekking van de instellingssubsidie geregeld. Hier wordt onder
meer gewezen op de bepalingen met betrekking tot de aanvraag en de verantwoording.
Uit de aanvraag dient te blijken dat voldaan wordt aan de in dit beleidskader omschreven
criteria om voor subsidie in aanmerking te komen. Daartoe is onder andere een meerjarenbegroting
nodig waaruit blijkt dat het gezondheidscentrum na afloop van de jaren waarin de subsidie
wordt verstrekt zonder subsidie kan worden geëxploiteerd. Bij het opstellen van de
meerjarenbegroting wordt uitgegaan van de bekostigingssystematiek zoals die op dat
moment geldt. Tevens is van belang een onderbouwde raming van de ontwikkeling van
het inwonertal in het nieuwbouwgebied. Vanzelfsprekend worden bij de aanvraag ook
de genoemde overeenkomsten meegestuurd.
4. Verplichtingen
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
Aan de subsidie is de verplichting verbonden tot het sluiten van een zogenaamde uitvoeringsovereenkomst
tussen het gezondheidscentrum en het Ministerie van VWS. In deze overeenkomst wordt
de exploitant belast met de onderhavige dienst van algemeen economisch belang, te
weten het verlenen en verder ontwikkelen van geïntegreerde eerstelijnszorg tijdens
de realisatie van het desbetreffende nieuwbouwgebied.
Indien de rechtspersoon naast het uitvoeren van de dienst van algemeen economisch
belang nog andere activiteiten uitvoert, dient sprake te zijn van een gescheiden boekhouding,
zodat de lasten en baten van de verschillende activiteiten gescheiden zijn en duidelijk
is welke daarvan betrekking hebben op de uitvoering van de dienst van algemeen economisch
belang.
Voor het overige gelden de gebruikelijke verplichtingen uit hoofde van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Zo wordt bij de vaststelling van een subsidie bezien wat de werkelijke kosten en
opbrengsten zijn. Subsidiegelden die na uitvoering van de subsidiabele activiteiten
niet besteed zijn, worden toegevoegd aan een zogenaamde egalisatiereserve. De egalisatiereserve
bedraagt ten hoogste 10% van de verleende subsidie. Indien de egalisatiereserve meer
dan 10% bedraagt zal dit worden teruggevorderd. Zolang er gesubsidieerd wordt, kan
de egalisatiereserve in het daaropvolgende jaar worden ingezet als de subsidie tekortschiet.
Aldus vindt geen overcompensatie plaats.
5. Tot slot
[Regeling vervallen per 01-01-2025]
Dit beleidskader is een actualisatie van het kader 2015 dat een vervolg was op het
subsidiebeleid ten aanzien van gezondheidscentra zoals opgenomen in de brief aan de
Tweede Kamer van 5 september 2011 (Kamerstukken 2010-2011, 29 247, nr. 150). In de
brief aan de Tweede Kamer van 19 mei 2014 is de regeling verlengd tot eind 2017. In
afwachting van de evaluatie van de regeling wordt de regeling met een jaar verlengd
tot eind 2018. In deze evaluatie wordt bezien of en zo ja hoe, de onderhavige financiering
na 2018 kan plaatsvinden. Dit mede in relatie tot de doorontwikkeling van het nieuwe
bekostigingsmodel, waarin nader bekeken moet worden welke rol verzekeraars kunnen
oppakken en of deze regeling onderdeel kan gaan uitmaken van de reguliere bekostiging.
Aan aanvragers die ten behoeve van 2017 voor het eerst subsidie hebben verkregen kan
voor de subsidiejaren 2017 tot en met 2021 subsidie worden verstrekt, op basis van
het beleidskader 2015.
Aan aanvragers die ten behoeve van 2018 voor het eerst subsidie zullen verkrijgen
kan voor de subsidiejaren 2018 tot en met 2022 subsidie worden verstrekt. Nieuwe aanvragers
kunnen in de periode 2019-2024 alleen dan voor subsidie in aanmerking komen als aan
hen ten behoeve van 2018 subsidie is verstrekt op basis van het beleidskader 2018.
Aanvragen tot verlening van subsidie ten behoeve van 2018 kunnen volgens de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS uiterlijk 1 oktober 2017 worden ingediend. Voor de aanvraag van de subsidie wordt
een speciaal formulier gebruikt. Meer informatie hierover is te verkrijgen via de
website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I), www.dus-i.nl.