Wijzigingswet Wetboek van Strafvordering (implementatie richtlijn Europees onderzoeksbevel)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2017. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 17-06-2017 t/m heden

Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter implementatie van de richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken (implementatie richtlijn Europees onderzoeksbevel)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken ter implementatie in de Nederlandse wetgeving op te nemen in het Wetboek van Strafvordering;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • B De artikelen 5.4.1 tot en met 5.4.31 van het Wetboek van Strafvordering treden in de relatie met de lidstaten van de Europese Unie, in de plaats van corresponderende bepalingen uit:

    • a. het Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van de Raad van Europa van 20 april 1959, alsmede de twee aanvullende protocollen, en de overeenkomstig artikel 26 van dat verdrag gesloten bilaterale overeenkomsten;

    • b. de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord;

    • c. de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie en het bijbehorende protocol.

  • C De onderdelen A en B blijven buiten toepassing in relatie tot een andere lidstaat van de Europese Unie voor zover en voor zolang die lidstaat niet de maatregelen heeft getroffen die noodzakelijk zijn om richtlijn 2014/41/EU uit te voeren.

  • D Voor zover de Raad van de Europese Unie een besluit neemt dat afwijkt van de onderdelen A of B kan daaraan bij algemene maatregel van bestuur uitvoering worden gegeven.

Artikel IIa

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel V. (Inwerkingtreding)

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 31 mei 2017

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie,

S.A. Blok

Uitgegeven de negende juni 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie,

S.A. Blok

Naar boven