Wet van 18 april 2017 tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband
met het tegengaan van onredelijk lange betaaltermijnen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om aanvullende maatregelen
te nemen om te voorkomen dat grote ondernemingen onredelijk lange betaaltermijnen
afdwingen en dat daartoe een uiterste betaaltermijn van zestig dagen gaat gelden voor
grote ondernemingen die een handelsovereenkomst sluiten met zelfstandig ondernemers
of kleine of middelgrote ondernemingen en dat daartoe artikel 119a van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek dient te worden aangepast;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: