2.1. Algemeen
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
-
• Doelstelling controle op de jaarstukken
-
• Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole
-
• Materialiteitstabel
-
• Omgaan met fouten (foutdefinities)
-
• Algemeen referentiekader
-
• Afhandelingscorrespondentie voorgaande jaren
-
• Steunen op de werkzaamheden van een AK
2.1.1. Doelstelling controle op de jaarstukken
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
1 juli 2016
In dit deel van het accountantsprotocol staan de jaarstukken 2016 centraal. Met "jaarstukken"
wordt in dit accountantsprotocol bedoeld: de jaarrekening, het jaarverslag en de overige
gegevens (artikel 1 van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES).
De grondslag voor de jaarstukken ligt voor de sector PO in artikel 131 van de WPO BES, voor de sector VO in artikel 175 van de WVO BES en voor de sector MBO in artikel 2.3.1 en 2.3.2 van de WEB BES.
De grondslag voor de jaarstukken voor de EOZ vastgelegd in:
-
• Artikel 8, lid 1 van de subsidiebeschikking (kenmerk BEK/BPR-2015/18384M) voor de EOZ op Bonaire;
-
• Artikel 8, lid 1 van de subsidiebeschikking (kenmerk BEK/BPR-2014/26398M) voor de EOZ op St Eustatius;
-
• Artikel 7, lid 1 van de subsidiebeschikking (kenmerk BEK/BPR-2015/16320M) voor de EOZ op St Eustatius;
-
• Artikel 8, lid 1 van de subsidiebeschikking (kenmerk BEK/BPR-2014/26399M) voor de EOZ op Saba; en,
-
• Artikel 7, lid 1 van de subsidiebeschikking (kenmerk BEK/BRP-2015/16319M) voor de EOZ op Saba.
De controleverklaring van de instellingsaccountant bij de jaarrekening betreft de
getrouwheid van de grootte en de samenstelling van het vermogen en het resultaat,
evenals de naleving van de wet- en regelgeving. Het oordeel omtrent de naleving van
wet- en regelgeving vloeit voort uit het voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid
van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. De instellingsaccountant
stelt verder vast dat het jaarverslag verenigbaar is met de jaarrekening.
2.1.2. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
1 januari 2014
Het begrip omvangsbasis geeft aan tegen welke omvang (bedrag) het percentage goedkeuringsmaterialiteit
moet worden afgezet, bijvoorbeeld een bepaalde geldstroom of post in de verantwoording.
De te hanteren omvangsbases bij de controle van de jaarstukken zijn afhankelijk van
de te controleren massa: de totale publieke middelen en bestedingen van de (geoormerkte)
aanvullende subsidies/bekostiging.
Bij zijn oordeelsvorming over de naleving van de wet- en regelgeving streeft de instellingsaccountant
naar een hoge mate van zekerheid. De instellingsaccountant richt zijn controle daartoe
zodanig in, dat hij met een redelijke mate van zekerheid kan verklaren dat in de jaarrekening
geen afwijkingen (fouten en onzekerheden) voorkomen met een materieel belang.
Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet
worden, moet uitgegaan worden van een betrouwbaarheid van 95 procent.
2.1.3. Materialiteitstabel
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
1 juli 2016
Een verklaring met een goedkeurende strekking impliceert, dat gegeven de bovengenoemde
betrouwbaarheid, in de verantwoording geen afwijkingen (fouten en onzekerheden) voorkomen,
die groter zijn dan de percentages in de hieronder opgenomen materialiteitstabel:
|
Onjuistheden (in de verantwoording
|
Onzekerheden (in de controle)
|
Beperking
|
Afkeuring
|
Beperking
|
Oordeelonthouding
|
Rechtmatigheid
|
|
|
|
|
Rechtmatigheid besteding (% van de totale publieke middelen)
|
>3 en <5
|
≥5
|
>5 en <10
|
≥10
|
De materialiteit is van toepassing voor het oordeel over de financiële rechtmatigheid
en de overige rechtmatigheid, tenzij sprake is van een specifieke controletolerantie.
Publieke middelen zijn middelen die verkregen zijn bij of krachtens de wet ingestelde
heffingen. Deze middelen zijn op basis van bijlage 1 van de RJO BES in de jaarrekening
van de instelling opgenomen in model B Staat van Baten en Lasten onder de Baten ‘Rijksbijdrage’
en ‘Overige overheidsbijdragen’ en bestaan daarnaast uit de wettelijke college-, cursus-,
les- en examengelden, de financiële baten (mits gegenereerd uit publieke middelen)
en de publieke middelen onder de overige baten.
In het accountantsprotocol wordt geen materialiteit meer voorgeschreven voor de getrouwheid.
Vanuit OCW is een maximale materialiteit van 2% van het totaal van de baten en 5%
van het balanstotaal aanvaardbaar. Het is de verantwoordelijkheid van de instellingsaccountant
om deze te bepalen met inachtneming van hetgeen hierover in de standaarden is opgenomen.
Voor elke post gelden voor de foutevaluatie bij de oordeelvorming de goedkeuringstoleranties
op jaarrekeningniveau zoals opgenomen in de materialiteitstabel.
Voor alle in het accountantsprotocol genoemde posten, exclusief de hieronder opgenomen
posten, geldt een standaard rapportagetolerantie van 0,1% (van de totale publieke
middelen). De rapportagetolerantie geeft aan vanaf welke omvang fouten gemeld moeten
worden aan OCW in het Rapport van Bevindingen. Zie verder omgaan met fouten.
Voor de volgende posten/onderwerpen geldt een specifieke controletolerantie (CT) en
rapportagetolerantie (RT):
-
• Afhandelingcorrespondentie voorgaande jaren (0% CT, 0% RT)
-
• Verklaring omtrent het gedrag (1% CT, 0% RT)
-
• Geoormerkte aanvullende subsidies / bekostiging met een bestedingsverplichting (3%
CT, 0% RT)
-
• Bezoldiging bestuurders (0% CT, 0% RT)
De fouten die bij deze controlewerkzaamheden worden geconstateerd worden door de instellingsaccountant
ook betrokken in de foutevaluatie bij de oordeelvorming bij de jaarrekening als geheel.
2.1.4. Omgaan met fouten (foutdefinities)
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
1 januari 2014
Van een fout in de verantwoording is sprake indien naar aanleiding van de uitgevoerde
controle is gebleken dat een (gedeelte van een) post niet in overeenstemming is met
één of meer aspecten van de wet- en regelgeving. Fouten worden in absolute zin opgevat,
voor zover het de naleving van de wet- en regelgeving betreft. Saldering van fouten
is daarom niet toegestaan.
Van een onzekerheid in het onderzoek is sprake als er onvoldoende (controle-) informatie
beschikbaar is om een (gedeelte van een) post als goed of fout aan te merken. Bijvoorbeeld
als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de wet- en regelgeving. Voor
een adequate onderbouwing van het oordeel is het noodzakelijk dat de instellingsaccountant
fouten en onzekerheden zoveel mogelijk kwantificeert.
Het uitgangspunt is dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk door de school/instelling
moeten worden gecorrigeerd. Ten aanzien van fouten, die betrekking hebben op rechtmatigheid
geldt dat correctie veelal niet mogelijk is omdat de besteding reeds plaats heeft
gevonden.
Voor wat betreft het omgaan met geconstateerde fouten geldt voor de accountantscontrole
van de jaarstukken:
-
• Ten aanzien van het getrouwe beeld van de jaarrekening hoeven scholen en instellingen
fouten met een gezamenlijk financieel belang beneden de goedkeuringstolerantie niet
te corrigeren en de instellingsaccountant hoeft ze niet te rapporteren. Het effect
op de vermogenspositie (de belangrijkste informatievraag voor OCW) is namelijk gering.
-
• Met betrekking tot de financiële rechtmatigheid wordt onderscheid gemaakt tussen materiële
en niet-materiële fouten. De school/instelling corrigeert voor zover mogelijk geconstateerde
fouten. De school/ instelling kan echter dergelijke fouten meestal niet corrigeren.
De instellingsaccountant informeert het bestuur en het interne toezichthoudende orgaan
hierover conform de geldende beroepsvoorschriften. Materiële fouten (d.w.z. fouten
groter dan de goedkeuringstolerantie) hebben invloed op de strekking van de controleverklaring
en worden uit dien hoofde in de controleverklaring toegelicht. Ten aanzien van niet-materiële
fouten (d.w.z. fouten kleiner dan de goedkeuringstolerantie) stelt de instellingsaccountant
een rapport van bevindingen op zoals opgenomen in Accountantsproducten / Rapportering
met inachtneming van de geldende rapportagetolerantie.
2.1.5. Algemeen referentiekader
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
1 januari 2014
In het accountantsprotocol is op het hoogste niveau het referentiekader opgenomen.
Met betrekking tot een aantal posten en/of stromen is in dit accountantsprotocol ook
een aantal specifieke criteria opgenomen die voortvloeien uit de wet- en regelgeving.
De beroepsvoorschriften voor instellingsaccountants zoals opgenomen in de Nadere Voorschriften
Controle- en Overige Standaarden (NV COS) zijn altijd onderdeel van de controlecriteria.
2.1.6. Afhandelingscorrespondentie voorgaande jaren
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
1 december 2015
De instellingsaccountant stelt vast dat de school, instelling of het EOZ de aanwijzingen
heeft verwerkt en/of de correcties heeft opgevolgd waarover DUO of de Inspectie van
het Onderwijs eerder met de school, instelling of het EOZ heeft gecorrespondeerd in
een jaarlijkse brief. Indien de aanwijzingen niet zijn verwerkt en/of de correcties
niet zijn opgevolgd dan neemt de instellingsaccountant dit op in een rapport van bevindingen
zoals vermeld in
Accountantsproducten / rapportering.
Door de Inspectie van het Onderwijs wordt alleen een brief verstuurd met aanwijzingen
voor de controle indien in voorgaande controlejaar (2015) door de instelling een niet
goedkeurende controleverklaring en/of een rapport van bevindingen van de instellingsaccountant
bij DUO is ingediend.
2.1.7. Steunen op de werkzaamheden van een AK
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
1 januari 2014
Schoolbesturen hebben in veel gevallen hun administratie uitbesteed aan een administratiekantoor
(AK). De AK’s verrichten ten behoeve van deze schoolbesturen en de onder hen ressorterende
scholen veelal de financiële, personele en salarisadministratie en vervaardigen de
jaarrekening van de besturen. De scholen leveren daartoe hun primaire vastleggingen
(inkoopfacturen, mutaties ten aanzien van in- en uitdiensttredingen en andere mutaties
in salarissen) aan de AK’s, de AK’s verrichten hierop controle op o.a. deugdelijkheid
en autorisatie en verwerken deze. Op onder andere deze controles en op verwerkingscontroles
van AK’s steunen instellingsaccountants bij de controle van de jaarstukken en het
onderzoek naar de bekostigingsgegevens.
Bij de toepassing van risicoanalyse bij de accountantscontrole dient de instellingsaccountant
voor het bepalen van de aard en omvang van het risico van een afwijking van materieel
belang onder andere kennis te verkrijgen van de entiteit en haar omgeving. Onder de
entiteit wordt hier, ook in geval van een AK-gerichte aanpak, de organisatie van de
school en het schoolbestuur verstaan. De interne beheersingsomgeving wordt in geval
van een AK-gerichte aanpak op het niveau van een administratiekantoor (en niet per
afzonderlijk schoolbestuur) ingericht. De instellingsaccountant toetst daarom op dit
niveau of hij kan steunen op de getroffen maatregelen van interne beheersing. (Een
en ander hoeft niet te betekenen dat iedere afzonderlijke school in de systeemcontrole
dient te worden betrokken). Bij de toetsing van de maatregelen van IB dient hij rekening
te houden met verschillen in de zogenaamde ‘service level agreement tussen het AK
en de individuele besturen. Ook dient hij na te gaan of de controle van het AK alle
rechtmatigheidsaspecten van het accountantsprotocol raakt. Indien dit niet het geval
is zal de instellingsaccountant ook andere controles (dan gericht op het AK) moeten
verrichten.
Ongeacht het ingeschat risico van een afwijking van materieel belang en ongeacht de
keuze voor hetzij een bestuurgerichte, hetzij een AK-gerichte controleaanpak dient
de instellingsaccountant gegevensgerichte werkzaamheden op te zetten en uit te voeren
voor elke transactiestroom, post van de jaarrekening en elk onderdeel van de toelichting
op de jaarrekening van materieel belang.
2.3. Financiële rechtmatigheid
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
2.3.1. Referentiekader
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
1 december 2014
De volgende wet- en regelgeving valt onder de reikwijdte van het oordeel van de instellingsaccountant
over de financiële rechtmatigheid:
-
• de relevante bepalingen in de onderwijswet- en regelgeving BES, deze zijn in detail
opgenomen in bijlage 1 bij dit accountantsprotocol;
-
•
Ambtenarenwet BES (en daarop berustende regelingen, waaronder het Rechtpositiebesluit ambtenaren BES, de per eilandgebied bij overeenkomst vastgestelde nieuwe uniforme salarisregeling
voor leraren en de nog vast te stellen uniforme salarisregeling voor de directie en
voor het onderwijsondersteunende personeel)(niet voor EOZ) en
-
• individuele subsidiebeschikkingen waaruit blijkt dat deze verantwoord moeten worden
in model G onder 2 (zie ook paragraaf 2.3.2).
De overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving, zoals de belastingwetgeving
valt dus buiten het kader voor de financiële rechtmatigheid. Deze overige wet- en
regelgeving neemt de instellingsaccountant wel mee in zijn werkzaamheden ten aanzien
van de getrouwbeeld verklaring in het kader van Standaard 250 Het belang van wet-
en regelgeving bij de controle van financiële overzichten.
Toelichting Kader Financiële Rechtmatigheid OCW BES wet- en regelgeving
Het kader bevat bepalingen (gehele regelingen of individuele (delen van) artikelen) uit de
wet- en regelgeving BES van OCW voor onderwijsinstellingen.
Opgenomen zijn bepalingen die de uitkomsten van de financiële transactie beïnvloeden.
Deze bepalingen geven aan welke uitgaven (en incidenteel: inkomsten) zijn toegestaan.
Het kader vervangt voor de scholen en instellingen niet de gehele wet- en regelgeving. Beoogd
is om volledig te zijn, maar het abusievelijk niet opnemen van een bepaling betekent
niet dat een school of instelling zich er niet aan hoeft te houden. Wel betekent het
dat de instellingsaccountant bij zijn controle kan uitgaan van het kader. Slechts
als de instellingsaccountant kennis krijgt van het niet naleven van relevante en materiële,
niet opgenomen, bepalingen dient de instellingsaccountant in overeenstemming met de
beroepsvoorschriften (Standaard 240 en Standaard 250) te handelen.
Het kader bevat dus niet:
-
• bepalingen voor de inrichting van het onderwijs;
-
• bepalingen voor het verkrijgen van bekostiging (bekostigingsparameters, aanvragen,
termijnen etc.);
-
• bepalingen voor derden zoals het openbaar lichaam;
-
• bepalingen over hoe OCW om moet gaan met de (rechten van) scholen en instellingen;
-
• bepalingen voor het afleggen van verantwoording (voor jaarrekening, jaarverslag, specifieke
subsidieverantwoordingen);
-
• bepalingen voor het inrichten van administraties.
De bepalingen vallen uiteen in de volgende categorieën:
-
• de activiteiten waarvoor kosten mogen worden gemaakt;
-
• de toegestane kostensoorten;
-
• de maximale hoogte van bepaalde uitgaven;
-
• de maximale en minimale hoogte van bepaalde inkomsten;
-
• invloed op balansmutaties.
Als er sprake is van algemene bepalingen voor toegestane uitgaven, dan zijn ook de
bepalingen opgenomen die de algemene bepalingen beperken, doch niet de bepalingen
die een verruiming bieden. Als een instellingsaccountant vast kan stellen (positieve
controle) dat de verruimende bepaling van toepassing is, kan hij de uitgaven of inkomsten
alsnog goedkeuren.
Soms wordt in een opgenomen bepaling verwezen naar een andere bepaling (artikel).
Die is voor de overzichtelijkheid van het kader dan niet opgenomen.
Niet voor alle bepalingen die zijn opgenomen in het kader zijn expliciet minimale
werkzaamheden opgenomen. Van de instellingsaccountant wordt verwacht dat hij zijn
controle in het kader van de financiële rechtmatigheid zo inricht, dat hij met inachtneming
van de gegeven controletolerantie tot een oordeel over de financiële rechtmatigheid
kan komen.
2.3.2. Geoormerkte aanvullende subsidies met een bestedingsverplichting
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
1 juli 2015
De instellingsaccountant stelt op grond van de bekostigings/subsidievoorwaarden vast
dat de (geoormerkte) aanvullende bekostiging/subsidie met bestedingsverplichting rechtmatig
is besteed. Dit betreft de in model G onder G2 verantwoorde subsidies. Voor nog te besteden (geoormerkte)
aanvullende bekostiging/subsidies uit voorgaande jaren blijven de aanwijzingen uit
voorgaande accountantsprotocollen van kracht (overzicht wet- en regelgeving). In alle gevallen zijn de aanwijzingen in de individuele subsidiebeschikkingen ten
aanzien van verantwoorden leidend.
Voor deze post geldt een specifieke controle- en rapportagetolerantie (zie Algemeen voor een toelichting en zie Materialiteitstabel voor de betreffende specifieke controle- en rapportagetolerantie).
Het totaalbedrag van de bestedingen (in het controlejaar) van de geoormerkte aanvullende
bekostiging/subsidies vormt een afzonderlijke massa waarop de toleranties voor de
controle van de bestedingen moeten worden toegepast. Het gaat hierbij om de totale
bestedingen, die verantwoord moeten worden in model G onder onderdeel 2, waarvan de
besteding in het betreffende kalenderjaar heeft plaatsgevonden. De instellingsaccountant richt zijn controle zodanig in dat hij een redelijke mate
van zekerheid kan verkrijgen dat geen onrechtmatige bestedingen voorkomen met een
belang dat groter is dan 3% van de totale bestedingen van de (geoormerkte) aanvullende
bekostiging/subsidies.
Als deze tolerantie wordt overschreden, maar de tolerantiegrens voor de jaarrekeningcontrole
niet, dan heeft dit geen invloed op de controleverklaring bij de jaarrekening. Zie
voor een nadere toelichting Algemeen. Het kan eventueel voor de school/instelling
wel consequenties hebben voor terugbetalingsverplichtingen, zoals uit de desbetreffende
regeling blijkt.
Als de instellingsaccountant bestedingen constateert die in strijd zijn met de subsidievoorwaarden
dan wel bekostigingsvoorwaarden en deze hebben mogelijk invloed op de totale omvang
van de (geoormerkte) aanvullende subsidies/bekostiging, dan moet de school/instelling
deze corrigeren. Indien de instellingsaccountant constateert dat de bekostiging niet rechtmatig is,
dan ziet de instellingsaccountant erop toe dat de school/instelling dit corrigeert.
Indien de correctie niet plaatsvindt dan neemt de instellingsaccountant dat op in
een rapport van bevindingen zoals vermeld in Omgaan met fouten.
2.3.3. Personele lasten
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
-
• Omvang werkzaamheden
-
• Overig (niet voor EOZ)
Omvang werkzaamheden
1 juli 2016
De instellingsaccountant voert een risicoanalyse uit en legt zijn bevindingen en conclusie
vast in zijn dossier.
Bij de uitvoering van de risicoanalyse neemt de instellingsaccountant in acht hetgeen
is opgenomen in het onderwerp ‘Steunen op de werkzaamheden van een AK.’
De instellingsaccountant betrekt in deze risicoanalyse onder andere de Standaard 240.
De werkzaamheden verricht door een administratiekantoor of een interne controle afdeling
van een instelling kunnen niet de door de instellingsaccountant te verrichten werkzaamheden
vervangen. De werkzaamheden van het administratiekantoor of een interne controle afdeling
maken onderdeel uit van de interne beheersingsstructuur van het onderzoeksobject.
Indien de instellingsaccountant voornemens is te steunen op de effectieve werking
van specifieke IB dan dient hij werkzaamheden uit te voeren gericht op de opzet, het
bestaan en de effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen. De omvang
van deze toetsing is afhankelijk van de frequentie van de betreffende maatregel en
kan dan ook per maatregel verschillend zijn. De accountant voert per interne beheersingsmaatregel minimaal de volgende omvang procedure
testen uit:
Frequentie
|
Omvang procedure testen
|
Meerdere malen per dag
|
25
|
Dagelijks
|
15
|
Wekelijks
|
10
|
Maandelijks
|
3
|
Elk kwartaal
|
2
|
Jaarlijks
|
1
|
Uit de vastlegging van deze werkzaamheden moet blijken welke relevante risico’s en
toetsingspunten door de betreffende IB maatregel zijn afgedekt.
Indien bij het onderzoek gesteund wordt op geautomatiseerde gegevensverwerking, dan
dient de betrouwbaarheid hiervan vast gesteld te worden. Indien vastgesteld kan worden
dat er gedurende de onderzoeksperiode geen wijzigingen zijn geweest in die geautomatiseerde
gegevensverwerking (dit moet uit het onderzoekdossier van de accountant blijken) dan
kan volstaan worden met 1 (lijncontrole) test.
Bovenstaande werkzaamheden sluiten niet uit hetgeen in Standaard 330 (De wijze van
inspelen door de accountant op ingeschatte risico’s) is opgenomen ten aanzien van
gebruikmaken van controle-informatie die tijdens vorige controles is verkregen.
Indien de instellingsaccountant naar aanleiding van de risicoanalyse en de uitgevoerde
werkzaamheden met betrekking tot de werking van de IB tot de conclusie komt dat hij
kan steunen op de effectieve werking van de IB, dient in het onderzoekdossier vast
te liggen op grond waarvan de instellingsaccountant tot deze conclusie komt.
Indien de instellingsaccountant tot de conclusie komt dat hij kan steunen op de effectieve
werking van de IB verricht hij daarnaast nog de volgende minimale werkzaamheden:
-
•
De instellingsaccountant analyseert de formatieoverzichten en de verzamelloonstaat
van de scholen ressorterend onder het bestuur. In deze analyse wordt betrokken: salarisschalen,
de omvang en samenstelling van eventuele niet norm-functies binnen de formatie, de
betrekkingsomvang van de dienstbetrekkingen en ongebruikelijke beloningen. Deze analyse
wordt door de instellingsaccountant uitgevoerd op bestuursniveau.
-
•
Daarnaast voert de instellingsaccountant een cijferbeoordeling uit op de personele
kosten, in relatie tot de begroting en de jaarrekening van het voorgaande jaar. Bij
sterke fluctuaties en ongebruikelijke saldi controleert de instellingsaccountant met
detailstukken. De cijferbeoordeling vindt plaats op bestuursniveau.
De instellingsaccountant moet het gestelde in Standaard 520 Cijferanalyse in bovenstaande
werkzaamheden betrekken.
Overig (niet voor EOZ)
1 december 2016
Aanvullende controlecriteria: Ambtenarenwet BES en daarop berustende regelingen, waaronder het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, de per eilandgebied bij overeenkomst vastgestelde nieuwe uniforme salarisregeling
voor onderwijspersoneel.
De instellingsaccountant controleert of de instelling de Ambtenarenwet BES (waaronder
de genoemde regelingen) naleeft. Van deze wet- en regeling afwijkende betalingen zijn onrechtmatig .
2.5. Controleverklaring inzake de jaarrekening
[Regeling vervallen per 02-02-2023 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2022]
Algemeen
1 december 2016
Als de instellingsaccountant op grond van zijn bevindingen een andere dan een goedkeurende
verklaring afgeeft, moet hij een afwijkende tekst hanteren. Het feit dat hij een andere
dan een goedkeurende verklaring heeft afgegeven, gebruik maakt van een paragraaf ter
benadrukking van aangelegenheden en/of paragraaf inzake overige aangelegenheden (zie
ook NBA-handreiking 1119) moet hij vermelden op het zogenoemde Aanbiedingsformulier,
dat bij de indiening van de jaarrekening bij DUO moet worden gebruikt.
Ook geeft de instellingsaccountant op het Aanbiedingsformulier aan of er een afzonderlijk
rapport van bevindingen (zie paragraaf 1.1.3) is opgesteld.
Als de instellingsaccountant een andere dan een goedkeurende verklaring afgeeft, dan
sluit hij voor wat betreft de oordeelsparagraaf aan bij de teksten van deel 3 sectie
II van de HRA ( deel Voorbeeldteksten), uitgegeven door de NBA.
Indien het bevoegd gezag rijksbekostiging ontvangt voor meerdere sectoren op grond
van meerdere wetten, dan wordt in de controleverklaring verwezen naar de wetten, op
grond waarvan dan een jaarrekening aan het ministerie wordt verstrekt.
Accountants kunnen vrijwillig gebruik maken van de uitgebreidere controleverklaring(zie
Standaard 700.31 herzien) in overleg met de betreffende instelling. Hiervoor zijn
optionele passages in de voorbeeldverklaring opgenomen. Bij toepassing van de uitgebreidere
controleverklaring volgt de accountant de aanwijzingen in de beroepsstandaarden.
Meer informatie over de uitgebreidere controleverklaring is te vinden op de website
van het NBA: https://www.nba.nl/Wet-en-regelgeving/Adviescollege-Beroepsreglementering1/Naar-een-uitgebreidere-controleverklaring/
Voorbeeldtekst goedkeurende controleverklaring
Dit voorbeeld is voor een enkelvoudige jaarrekening(inclusief eventueel groepsrelaties),
ingeval sprake is van een geconsolideerde jaarrekening met een enkelvoudige jaarrekening,
dan dient de voorbeeldtekst daar conform de beroepsvoorschriften op aangepast te worden.
1 december 2016
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: Opdrachtgever
A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2016
Ons oordeel*)
Wij hebben de jaarrekening 2016 van ... (naam entiteit)**) te ... (statutaire vestigingsplaats) gecontroleerd.
Naar ons oordeel:
-
• geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte
en de samenstelling van het vermogen van ... (naam entiteit)**) op 31 december 2016 en van het resultaat over 2016 in overeenstemming met de
Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES en de richtlijnen jaarverslaggeving (RJ);
-
• zijn de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties
over 2016 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen
in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen,
zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol
BES 2016.
De jaarrekening bestaat uit:
-
(1) de balans per 31 december 2016;
-
(2) de staat van baten en lasten over 2016; en
-
(3) de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving
en overige toelichtingen.
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de
Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol BES 2016 vallen.
Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden
voor de controle van de jaarrekening’.
Wij zijn onafhankelijk van ... (naam entiteit)**), zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants
bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijksregels
in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels
accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is
als basis voor ons oordeel.
[OPTIONEEL] Materialiteit
Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de
getrouwheid van de jaarrekening als geheel bepaald op € ... . De materialiteit is
gebaseerd op ...(nader in te vullen % van de relevante benchmark b.v. totale baten en/of balanstotaal). De materialiteit voor de financiële rechtmatigheid is bepaald op € ... , deze materialiteit
is gebaseerd op 3% van de totale publieke middelen, zoals voorgeschreven in paragraaf
2.1.3 Materialiteitstabel van het Onderwijsaccountantsprotocol BES 2016. In deze paragraaf
van het accountantsprotocol zijn tevens een aantal specifieke controle- en rapportagetoleranties
opgenomen, die wij hebben toegepast.
Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze
mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.
Wij zijn met de opdrachtgever overeengekomen dat wij aan de opdrachtgever tijdens
onze controle geconstateerde afwijkingen boven de € ... rapporteren alsmede kleinere
afwijkingen, die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.
[OPTIONEEL] Reikwijdte van de groepscontrole*****)
... (naam entiteit) **) staat aan het hoofd van een groep van organisaties. De financiële informatie
van deze groep is opgenomen in de jaarrekening van ... (naam entiteit) **).
De groepscontrole heeft zich met name gericht op de significante onderdelen ... (uitleggen wat dit betreft: significante onderdelen zoals bedoeld op grond van Standaard
600. Bijvoorbeeld groepsonderdelen in specifieke landen, groepsonderdelen met significante
risico’s inzake waardering of complexe activiteiten). Bij de onderdelen ... (benoemen) hebben wij zelf controlewerkzaamheden uitgevoerd. Wij hebben gebruik gemaakt van
andere accountants bij de controle van ... (benoemen).Bij andere onderdelen hebben wij beoordelingswerkzaamheden of specifieke controlewerkzaamheden
uitgevoerd.
Door bovengenoemde werkzaamheden bij (groeps)onderdelen, gecombineerd met aanvullende
werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie
met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel
te geven over de jaarrekening.
[OPTIONEEL] De kernpunten van onze controle******)
In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele
oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten
van onze controle hebben wij met de opdrachtgever gecommuniceerd, maar vormen geen
volledige weergave van alles wat is besproken.
Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in
het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van
de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke
oordelen over deze kernpunten.
De beschrijving van een kernpunt bevat de volgende elementen:
-
• een beschrijving van het kernpunt;
-
• een samenvatting van de uitgevoerde controlewerkzaamheden;
-
• indien relevant, belangrijke opmerkingen met betrekking tot de kernpunten; en
-
• indien relevant, een verwijzing naar de toelichting of vermelding in het jaarverslag.
[OPTIONEEL]
Benoeming
Wij zijn door de opdrachtgever op dd-mm-jjjj (datum eerste benoeming) benoemd als
accountant van ... (naam entiteit) **) vanaf de controle van het boekjaar XXXX en
zijn sinds die datum tot op heden de externe accountant.
B. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere
informatie, die bestaat uit [aansluiten op de inhoudsopgave van het jaarverslag]:
-
• het bestuursverslag;
-
• de overige gegevens;
-
• ...
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
-
• met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiele afwijkingen bevat;
-
• alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES, de RJ en paragraaf 2.2.3 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol BES
2016 is vereist.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons
begrip verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole en anderszins, overwogen of de andere
informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES, paragraaf 2.2.3 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol BES 2016 en
de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als
onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder
het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES, de RJ en de overige OCW wet- en regelgeving.
C. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening
Verantwoordelijkheden van het bestuur****) voor de jaarrekening
Het bestuur****) is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van
de jaarrekening, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES en de richtlijnen jaarverslaggeving (RJ),.
Het bestuur****) is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de
in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming
met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.
In dit kader is het bestuur****) tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne
beheersing die het bestuur****) noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening
en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen
van materieel belang als gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur****) afwegen of de onderwijsinstelling
in staat is om haar activiteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van de
regeling jaarverslaggeving onderwijs BES en de richtlijnen jaarverslaggeving (RJ) moet het bestuur****) de jaarrekening opmaken
op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur****) het voornemen
heeft om de onderwijsinstelling**) te liquideren of de activiteiten te beëindigen
of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur****) moet gebeurtenissen
en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling
haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten toelichten in de jaarrekening.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht,
dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door
ons af te geven oordeel, als bedoeld in ... ***).
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid
waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten
en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien
redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed
kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening
nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden
en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in
de bijlage bij onze controleverklaring.
Plaats, datum
.... (naam accountantspraktijk)
.... (naam accountant)
Bijlage bij de controleverklaring:
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar
relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse
controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol BES 2016, ethische voorschriften
en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
-
• het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van
materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, dan wel het niet rechtmatig
tot stand komen van baten en lasten alsmede balansmutaties, het in reactie op deze
risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie
die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico
dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij
fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk
nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken
of het doorbreken van de interne beheersing;
-
• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle
met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden.
Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit
van de interne beheersing van de onderwijsinstelling;
-
• het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving,
de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid
van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening
staan;
-
• het vaststellen dat de door het bestuur****) gehanteerde continuïteitsveronderstelling
aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen
of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan
of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij
concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht
om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen
in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring
aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen
is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden
kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven;
-
• het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin
opgenomen toelichtingen, en
-
• het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties
en gebeurtenissen en of de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede
balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn
gekomen.
[OPTIONEEL] Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk
voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In
dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden
voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel
van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen
geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie
of specifieke posten noodzakelijk was. *****)
Wij communiceren met de opdrachtgever onder andere over de geplande reikwijdte en
timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar
voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne
beheersing.
[OPTIONEEL] Wij bevestigen aan de opdrachtgever dat wij de relevante ethische voorschriften
over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met de opdrachtgever
over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze afhankelijkheid kunnen
beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid
te waarborgen.
[OPTIONEEL] Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis
van alle zaken die wij met de opdrachtgever hebben besproken. Wij beschrijven deze
kernpunten in onze controleverklaring, tenzij dit is verboden door wet- of regelgeving
of in buitengewoon zeldzame omstandigheden wanneer het niet vermelden in het belang
van het maatschappelijk verkeer is.
*) Hier is sprake van één oordeel met een conclusie over getrouwheid en rechtmatigheid.
De strekkingen van eventuele niet-goedkeurende conclusies komen in deze ene paragraaf
te staan. Indien niet wordt voldaan aan de RJO BES artikel 3, lid 4 vervalt de optie
van een goedkeurend getrouwheidsoordeel.
**) Ingeval van een school zonder zelfstandige rechtspersoonlijkheid in de sector
PO vervangen door ‘de openbaar lichaam scho(o)l(en) voor primair onderwijs zonder
zelfstandige rechtspersoonlijkheid van het openbaar lichaam... (naam openbaar lichaam)’.
Ingeval sector VO is ‘naam entiteit’ te lezen als ‘naam bevoegd gezag’.
***) Opnemen hetgeen van toepassing is:
-
–
artikel 131, vierde lid van de Wet primair onderwijs BES;
-
–
artikel 17, derde lid van het Bekostigingsbesluit WVO BES;
-
–
artikel 2.3.1, vierde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;
-
–
artikel 8, derde lid van de subsidiebeschikking d.d. 8 oktober 2015 met kenmerk BEK/BPR-2015/18384M;
-
–
artikel 8, derde lid van de subsidiebeschikking d.d. 18 augustus 2014 met kenmerk
BEK/BPR-2014/26398M;
-
–
artikel 7, tweede lid van de subsidiebeschikking d.d. 13 augustus 2015 met kenmerk
BEK/BPR-2015/16320M;
-
–
artikel 8, derde lid van de subsidiebeschikking d.d. 18 augustus 2014 met kenmerk
BEK/BRP-2014/26399M;
-
–
artikel 7, tweede lid van de subsidiebeschikking d.d. 13 augustus 2015 met kenmerk
BEK/BRP-2015/16319M.
****) Ingeval van een school zonder zelfstandige rechtspersoonlijkheid in de sector
PO of een school in de sector VO ’bestuur van de entiteit’ vervangen door ‘het bevoegd
gezag van de scho(o)l(en)’.
*****) Optioneel op te nemen ingeval een groepscontrole aan de orde is, bijvoorbeeld
belangrijke niet geconsolideerde deelnemingen. Deze tekst inclusief paragraafkop kan
specifiek worden gemaakt.
******) Deze tekst kan specifiek worden gemaakt. Bij vrijwillige toepassing van de nieuwe
controleverklaring is de passage over de kernpunten van de controle facultatief. Ingeval
de accountant ervoor kiest deze passage op te nemen is hij verplicht de passages over
materialiteit en, in voorkomend geval, over de reikwijdte van de groepscontrole op
te nemen.